Schieten naar de vogel
Linksboven: Een beeld van
de eeuwviering van
Nederlands
onafhankelijkheid in 1913.
De foto werd genomen aan
de Kennemerstraatweg.
Rechtsboven: Versierde
fietsen en plechtig kijkende
Alkmaarders bij de
onafhankelijkheidsfeesten
in 1913, eveneens aan de
Kennemerstraatweg.
Midden: ln 1898 werd de
18-jarige Wilhelmina als
vorstin ingehuldigd.
Natuurlijk ging dat gepaard
met grote feesten. In de
Mient dreven vlotten
waarop kunstige
bloemstukken waren
gemaakt. Ook de
Stenenbrug was met
bloemen versierd. Toen de
Alkmaarse fotograaf C. van
derAa dit uitzonderlijk
tafereel wilde vastleggen,
kwamen veel
nieuwsgierigen kijken. Een
fotograaf met zijn grote
kiekkast zag je namelijk ook
niet zo vaak.
Volgens de berichten uit de
Alkmaarsche Courant viel
er tijdens de feesten geen
wanklank te beluisteren. De
straten waren gevuld met
vrolijke en feestende
mensen. Het hoogtepunt
was toch wel een
grootscheepse optocht door
de stad. Het thema van de
optocht was de roemruchte
geschiedenis van ons land.
De feesten werden
afgesloten met een
grootscheeps vuurwerk.
Talrijk waren de buurten en
straten, waar de bewoners
zelf voor de versieringen
hadden gezorgd, ln het
Achterom stonden twee
erepoorten, die waren
voorzien van het volgende
versje:
'Hierin 'tAchterom
Daar zijn wij lang niet dom
Wij zingen daar vereend van
zin
Ter eere van de Koningin'.
kruiden. Opperkok Aleit Pietersdochter had voor
het koken en braden liefst vijftig manden turf en wat
hout nodig. Aleit had de hulp van enige knechten en
meiden.Tien tappers stonden paraat voor het
serveren van de dranken. Dat het feest was op de
eerste verdieping van het stadhuis kon men tot op
grote afstand horen, want een muziekgezelschap
speelde er flink op los. Duizenden guldens kostte
dit slempmaal, waaraan rond 130 personen
deelnamen. Er werden drie etmalen voor
uitgetrokken. Om het aanzien van het Sint
Jorisgilde niet al teveel in de waagschaal te stellen,
was bepaald dat wie zichtbaar blijk gaf van te
overvloedig gebruik van spijs of drank, aan de
provoost twaalf stuivers moest betalen.
In de loop van de zeventiende en achttiende eeuw
raakten de schutterijen langzamerhand in verval. In
1806 werd de Oude Doelen niet meer voor de
gewapende burgerwacht gebruikt, zodat alleen de
Nieuwe Doelen als zetel van de schutterij overbleef.
De beschermende taak van de schutterij werd
steeds meer vervangen door een recreatieve. In
1824 werd er in de Nieuwe Doelen een nieuwe
handboogschutterij opgericht. Ze nam de naam
over van het reeds ter ziele gegane Sint
Sebastiaansgilde. Op zaterdagmiddag kwam men
bij elkaar om 'naar de vogel' te schieten. Hiervoor
was op het Doelenveld een hoge mast opgericht,
geschilderd in de kleuren van de schutterij, oranje,
wit en groen. Op de top was een stoffen vogel
bevestigd die men moest proberen te raken. Na
afloop van de schietoefeningen bracht men de
zaterdagavond in gezellig samenzijn door.
In de zomer hield men echte schietwedstrijden. De
winnaar van dit prijsschieten werd uitgeroepen tot
schutterskoning en hij was de held van de dag. Deze
schuttersfeesten duurden vaak tot diep in de nacht.
89