Verminderd kerkbezoek
geestelijkheid energiek ter hand genomen, zodat na
enkele jaren een bloeiend kerkelijk leven ontstond.
De kerken werden door schenkingen van
parochianen rijk versierd. Onder de strakke hand
van de geestelijkheid groeide het zelfbewustzijn van
de rooms-katholieken. Steeds meer verenigden zij
zich in eigen organisaties. Het onderwijs, de zieken
en bejaardenzorg en organisaties van
ambachtslieden kregen een eigen rooms-katholieke
signatuur. Vele 'andersdenkenden' was deze
nadrukkelijke presentatie niet zo welgevallig. Men
voelde zich duidelijk bedreigd door de toenemende
invloed van 'Rome'. Deze ontwikkeling zette zich
na 1900 voort. Het 'rijke roomse leven' was in de
stadssamenleving duidelijk merkbaar. Jaarlijks was
er weer de omgang ter ere van het Heilig
Bloedmirakel door de straten van de stad. Door de
inspanningen van de Alkmaarse fabrikant Van den
Bosch was in 1905 de bedevaartsplaats Onze Lieve
74 Vrouwe ter Nood in Heiloo weer in ere hersteld.
Duizenden pelgrims, ook uit Alkmaar, gingen daar
geregeld ter bedevaart. In 1909 bouwde men als
gevolg van de stadsuitbreiding aan de
Kennemersingel een nieuwe kerk, de Sint Joseph,
eveneens een dominicanenkerk.
De periode na 1945 was voor de kerken en het
geestelijk leven een tijd van grote veranderingen.
Door de deportatie tijdens de oorlog van het
merendeel der Alkmaarse joden was er geen joodse
gemeente meer. Hun synagoge werd als
kerkgebouw in gebruik genomen door de
Baptistengemeente, die hier werd gesticht.
De felle tegenstellingen tussen de verschillende
geloofsrichtingen verminderden allengs onder
invloed van de oecumenische gedachte, ja hier en
daar kwam het tot een voorzichtige toenadering.
In de jaren zeventig groeide de samenwerking
tussen hervormden en gereformeerden. Dit
resulteerde in de stichting van één Reformatorische
Gemeente.
In het zich snel uitbreidende en groeiende Alkmaar
verrezen verschillende nieuwe kerkgebouwen. Als
laatste in de rij werd in de nieuwe stadswijk
Alkmaar-Noord door rooms-katholieken en
protestanten één kerk gebouwd: de Blije Mare.
Het groeiend aantal islamieten in Alkmaar kreeg in
de jaren tachtig de beschikking over een eigen
moskee.
Praktisch alle kerken kregen in de laatste tientallen
jaren te maken met een toenemende
ontkerkelijking. Verminderd kerkbezoek en
teruglopend ledental noodzaakten hier en daar tot
vermindering van het aantal geestelijken en
predikanten en het afstoten van kerkgebouwen. Zo
verdween de fiere Sint Dominicus in 1985 uit het
stadssilhouet.
De algemeenheid van het geloof is er niet meer, de
veelvormigheid is in groter mate aanwezig, maar
nog altijd zijn Alkmaarders na tien eeuwen op zoek
naar hun 'ziel en zaligheid'.
1987 UitgeverijWaanders b.v., Zwolle
Druk: Waanders b.v., Zwolle
ISBN 90 6630 758 7
Linksboven: De
rooms-katholieke
meisjesschool die gevestigd
was aan de Laat omstreeks
1930. Op de foto poseren
een groep leerlingen met
zusters, alsmede een pater
van de orde der
dominicanen.
Rechtsboven: De
gelijkstelling van het
bijzonder en openbaar
onderwijs leidde er toedat
overal in de stad scholen van
protestantse en
rooms-katholieke signatuur
werden opgericht. Op deze
foto uit 1925 zien we de
eerstesteenlegging voor de
rooms-katholieke school
aan de Koornlaan.
Midden: De
Dominicuskerk gezien
vanuit de Breedstraat in
1892. De kerk werd in de
jaren 1863-1865 gebouwd.
Op deze plaats is nu het Te
Deum vervangen door
profane bedrijvigheid van
winkeliers.
Rechts: In 1931 bezocht de
bisschop van Haarlem,
monseigneur Aengenent de
Sint Laurentiuskerk aan het
Verdronkenoord voor het
toedienen van het Heilig
Vormsel. Hij wordt, staande
voor de pastorie, vergezeld
door deken E. R Rengs.
Op de omslag: De
Amsterdamse kunstenaar
Jan Jacob Schenkel
(1829-1900) vervaardigde
dit schilderij van het
interieur van de Grote Kerk
met gezicht op het koor.
Alle afbeeldingen en
afgebeelde voorwerpen zijn,
tenzij anders vermeld,
afkomstig uit het
Gemeentearchief en het
Stedelijk Museum Alkmaar.