Rijke roomse leven Linksboven: In 1910 werd de Sint Josephkerk in gebruik genomen, nadat de Dominicuskerk overvol was geraakt. De toename der rooms-katholieke gelovigen, onder meer veroorzaakt door stadsuitbreidingen, noopte het kerkbestuur een nieuwe kerk te bouwen. Deze verrees op de hoek van de Nassaulaan en de Kennemersingel. Het Christusbeeld, dat momenteel voor de kerk staat, werd in 1948 onthuld uit dankbaarheid voor het feit dat Alkmaar in de jaren 1940-1945 van oorlogshandelingen bleef gevrijwaard. Rechtsboven: De tweede Cuyperskerk in Alkmaar, de Dominicuskerk aan de Laat in 1901. De kerk kwam in 1866 gereed en het enige dat er nog van over is, is één van de hoektorens. Rechts staat café Du Crocq, dat later bioscoop Novum werd. Midden: In 1895 werd deze foto gemaakt van de Sint Laurentiuskerk ter gelegenheid van het 25-jarig priesterschap van de pastoor. karakter. Haar leraren hadden ook vaak een sterke maatschappelijke betrokkenheid. Omstreeks de eeuwwisseling was ds. P.J. Glasz voorganger en. socialist. Heel wat voor een dominee in die dagen! Hij weigerde op de eerste koninginnedag van Nederland (6 september 1898) de vlag uit te steken. Dat wekte zoveel ergernis dat de ramen van zijn pastorie werden ingegooid. Hij was ook actief geheelonthouder. Op de Alkmaarse kermis schonk hij samen met een collega chocolademelk. Eveneens een sociaal geëngageerd man was ds. Frits Kuiper. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij betrokken bij het verzet. Als medewerker van het illegale Vrij Nederland gaf hij dagelijks de Vrije Alkmaarder uit. In de tweede helft van de negentiende eeuw kwamen de rooms-katholieken eerst recht uit de schaduw van hun schuilkerkenbestaan vandaan. Directe aanleiding hiertoe was in 1853 het herstel door de paus van de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland, waarbij Alkmaar onder het bisdom Haarlem kwam te vallen. Alkmaar werd verdeeld in twee parochies. De één zou verzorgd worden door de dominicanen, de andere door wereldgeeste lijken. De statie van de franciscanen moest tot teleurstelling van velen verdwijnen. In de plaats van de vier bestaande kerkgebouwtjes kwamen er twee grote parochiekerken. Het eerst werd de Sint Laurentiuskerk gebouwd aan het Verdronkenoord, een schepping van de bekende architect P.H.J. Cuypers. Een aantal jaren later begon men met de bouw van de Sint Dominicuskerk aan de Laat, eveneens een Cuyperskerk. Aanvankelijk was het voor de gelovigen wel wennen om te moeten kerken in deze wijdse maar toch ook kille ruimten. Ze misten de beslotenheid van de schuilkerkjes. De organisatie van de parochies werd door de

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Ach Lieve Tijd Alkmaar | 1987 | | pagina 21