Linksboven: In 1923 werd
het feit herdacht, dat
Alkmaar 350 jaar geleden
de Spanjaarden zo dapper
weerstond. Om dit heuglijke
feit te vieren, bracht H. M.
Koningin Wilhelmina een
bezoek aan onze stad. De
nonnen van het Sint
Elizabethsziekenhuis boden
haar bij die gelegenheid
bloemen aan.
Rechtsboven: Tijdens het
koninklijk bezoek in 1920
aan Alkmaar wachtten
vertegenwoordigers van
rooms-katholieke
organisaties onze vorstin op
in de Langestraat.
Het grote vaandel geeft de
Heilige Christoforus weer
die volgens de legende het
Christuskind over een rivier
droeg. Hij werd
aangeroepen bij pest, hagel
en doodsgevaar en was de
schutspatroon van de
reizigers.
Midden: Een overvolle
Grote Kerk tijdens de
herdenkingsdienst van
Alkmaars Ontzet in 1923.
Koningin Wilhelmina en
prins Hendrik woonden
deze dienst bij, vergezeld
door burgemeester
Wendelaar en vele
Alkmaarse ingezetenen.
leden gevoelig bleken voor de moderne gedachten,
lukte het hen niet een moderne predikant beroepen
te krijgen. Niettemin verliet in 1887 een aantal
lidmaten onder invloed van de Doleantiebeweging
van dr. Abraham Kuyper de kerk. Zij kerkten
voortaan als de Nederduits Gereformeerde Kerk in
het gebouw Rehoboth aan de Koningsweg. In 1893
verenigden zij zich met de afgescheidenen tot de
Gereformeerde Kerk van Alkmaar.
In 1913 wisten de modernen, ook wel vrijzinnigen
genaamd, na een jarenlange, felle strijd in de
kerkeraad van de hervormde kerk een meerderheid
te krijgen.Toch zou het nog tot 1921 duren voordat
de eerste vrijzinnige predikant, ds. H. Baar, zijn
intrede deed. Voortaan bestreden beide richtingen
elkaar binnen de kerk. Een strijd die met name bij
kerkelijke verkiezingen een grimmig karakter had.
Pas na deTweede Wereldoorlog werden de
tegenstellingen binnen de gemeente wat verzacht.
De doopsgezinde gemeente behield haar vrijzinnig
beweging die onder invloed van de moderne
wetenschap kritisch stond tegenover het
traditionele geloof. Vooral de opvatting dat de
bijbel een rechtstreeks door God gegeven woord
bevatte, kwam onder zware kritiek te staan. Ook in
Alkmaar kwamen predikanten die bij hun studie
aan de universiteit beïnvloed waren door deze
beweging. Het waren hier met name de kleine
kerken, vooral de doopsgezinde en de
remonstrantse gemeente, waar deze invloed
merkbaar werd. Bij de doopsgezinden diende
ds. P. de Bruyn in 1862 zijn ontslag in. Als reden
hiervoor gaf hij op gemerkt te hebben dat zijn
gemeente in merendeel zich niet kon verenigen met
zijn gevoelens ten opzichte van de nieuwe
bijbelbeschouwing. Zijn opvolger ds. H. de Boer
ging echter in dezelfde geest verder en maakte
langzamerhand de gemeente ontvankelijk voor de
moderne richting.
Hoewel er binnen de hervormde gemeente ook vele