'Doeet CHRIStiiadibjue. dhrcipulis Jbrtrvxm Otxmdi JÉMÉk 1/ r Orantesantem.nolite mulhi, loqu 'yicutoethnici pi itantr IJjentin cfuoJin multi/oquio r.tuo cxauAianhirnolite e'jffp assimilan eis.Seit r gn'nnpater vester.quid opusjit vobu, anteejuam petahs eum Sic eoao J vos oi-abitisc Jjr\ PATER 2ÏOSTKR ftcl ja ^.rtatth e-. versterken. Kerkelijk veranderde er voor rooms- katholiek Alkmaar voorlopig niet zo veel. De rooms-katholieken bleven kerken in hun oude schuilkerken. De knusse, paternalistische sfeer daar beviel hen best. De gezeten burgerij gaf daar met de pastoor de toon aan. Ook in de andere kerken kwamen de leidinggevenden uit het aanzienlijk milieu. De predikanten van de hervormde gemeente waren van een gematigd orthodoxe instelling. Grote opgang maakte daar enige tijd de jonge predikant J.J. van Oosterzee. Later werd hij hoogleraar in Utrecht. Door zijn redenaarstalent was de toeloop zo groot dat in de Grote Kerk voorzieningen getroffen moesten worden betreffende de zitplaatsen en de verlichting. Een andere voorganger die jarenlang zijn stempel drukte op het hervormde gemeenteleven was ds. A.J.P. Oort, een man met een grote maatschappelijke en culturele 70 belangstelling. Armenzorg en volksopvoeding hadden zijn bijzondere interesse, evenals muziek. Jarenlang was hij voorzitter van de Maatschappij tot Bevordering van deToonkunst. Hij woonde in het huis aan de Oudegracht dat tot vandaag de naam Huize Oort draagt en waarin nu het gemeentearchief is gevestigd. Een andere kleurrijke figuur onder de kerkelijke voorgangers in die tijd was pater Sparmakering van de Sint Franciscusstatie. Doorzijn pastorale kwaliteiten en spreektalent werd zijn parochie de populairste van de stad. Het aantal vaste kerkklanten steeg onder zijn pastoorschap tot negenhonderd. Pastoor Gerving van de Sint Laiirentiusstatie genoot ook grote achting. Toen hij stierf en begraven werd, luidde men de klokken van de klokketoren naast de Grote Kerk. Een eerbetoon dat anders alleen overleden leden van het koninklijk huis ten deel viel. De joodse gemeenschap had een bijzonder voorganger in de persoon van Hyman Levi Elte, Linksboven: Christus met zijn discipelen afgebeeld op een opwekking tot het bidden van het Onze Vader. De in het Latijn gestelde tekst bevat een gedeelte uit Mattheiis 6. Dit soort stichtelijke plaatjes werden in de vorige eeuw veelvuldig verspreid onder de rooms-katholieke gelovigen. Rechtsboven: In 1757 werd de rooms-katholieke Banekerk gebouwd aan de Baangrachtop de plaats waar nu een dansschool is gevestigd. Officieel was het een schuilkerk, maar iedere Alkmaarder wist wat zich daar afspeelde. De kerk verdween toen in 1866 de Dominicuskerk aan de Laat gereedkwam. De tekening gunt ons een blik op het interieur met preekstoel, doopvont en beelden. Midden: Een gezicht op de Baangracht vanaf de Oudegracht op een prent vanJ.A. Crescent uit 1790. Links zien we de lutherse kerk, rechts de Banekerk met op de voorgrond de Hofstraatbrug. In het midden ligt de Baanbrug en op de achtergrond de Baansluis. Onder op de rechterpagina: De predikant J.Jvan Oosterzee vertoefde slechts twee jaren in Alkmaar, maar die waren voldoende om furore te maken. Doorzijn redenaarstalent moesten er in de Grote Kerk voorzieningen worden getroffen om het aantal zitplaatsen uit te breiden. In 1844 vertrok hij naar Rotterdam. Over Alkmaar schreef hij: 'Ik vind er minder godsdienstig leven en meer armoede dan mij lief is'.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Ach Lieve Tijd Alkmaar | 1987 | | pagina 18