Religieuze conflicten Rechtsboven op de linkerpagina: Detail van een aan het eind van de 16de eeuw vervaardigd schilderij over het beleg van Alkmaar. Een priester met monstrans verlaat, voorafgegaan door misdienaars en vergezeld van andere geestelijken, de kerk van Oudorp. Sloegen zij op de vlucht? Orgelklanken Een ramp trof de hervormde gemeente toen in 1760 de Kapelkerk tijdens reparatiewerkzaamheden afbrandde. Twee jaar later was de kerk al weer hersteld en verrijkt met twee kostbare geschenken. Het ene was een fraai gebeeldhouwde preekstoel geschonken door Guurtje de Voller, het andere een door Christiaan Muller gebouwd orgel. Dit was een geschenk van jonkvrouwe Le Chastelain. De Grote Kerk had sinds het midden van de zestiende eeuw aan de westmuur een fraai orgel. De bekende bouwmeester Jacob van Campen maakte er later een mooie kast omheen. De grote deuren van de orgelkast werden in opdracht van de stadsbestuur beschilderd door de in Alkmaar geboren schilder Caesar van Everdingen. Het werd een bijbelse voorstelling, waarop de triomfantelijke intocht van koning Saul na zijn overwinning op David te is zien. In 1723 werd het orgel gerestaureerd en uitgebreid door de wereldberoemde orgelbou wei- Frans Caspar Schnitger. Nu, na een grondige restauratie, is het orgel weer in de glorieuze staat van 1723. In de achttiende eeuw hechtte men grote waarde aan het orgelspel. De organist Adrianus Winkel moest in 1753 van de kerkmeesters het orgel in de Grote Kerk 's zondagmorgens en -middags bespelen. En in de wintermaanden ook in de avond. Verder zat hij elke vrijdag- en zaterdagmorgen van elf tot twaalf uur achter het klavier. Op dinsdag en donderdag luisterde hij de dienst in de Kapelkerk met orgelspel op. Daarnaast was hij ook nog beiaardier en ontlokte hij op vaste tijden aan het carillon van de Grote Kerk en van de Waag allerlei psalmen en vrolijke wijsjes. Links: De echtgenoot van de befaamde Alkmaarse schrijfster Geertruida Toussaint, Joltannes Bosboom (1817-1891), legde een voorliefde aan de dag voor kerkinterieurs. Hier zien we een aquarel van het interieur van één van Alkmaars schilderachtigste kerkjes: de remonstrantse kerk aan het Fnidsen. Rechts: Het interieur van de remonstrantse kerk omstreeks 1925. Wie met deze foto in de hand nu deze kerk binnenstapt, zal het opvallen dat er nauwelijks iets is veranderd. Deze 17de-eeuwse schuilkerk straalt een sfeer uit van rust en ingetogenheid. Leendertsz., zoon van de organist van de kerk, gevangen genomen. Na het beleg werden zij onder invloed van een tegen hen ontketende hetze ter dood veroordeeld. In de vroege morgen van 10 december 1573 werden zij opgehangen op de Platte Stenenbrug. Weinigen waren er getuige van toen pastoor Eylard voor zijn terechtstelling uitriep: 'Landgenoten, staat mij bij en helpt een ellendige! Wordt een herder dusdanig van zijn schapen verlaten. Is het betamelijk of meer gehoord dat iemand geenszins schuldig aan een misdrijf, in 't midden der stad dus wreedeiijk wordt vermoord?' Nu de hervormde religie de officiële was geworden, werden de Grote Kerk en de Kapelkerk, zoals de Onze Lieve Vrouwekapel voortaan genoemd werd, ontdaan van beelden en altaren. In de plaats van de kleur- en klankrijke roomse eredienst, kwamen sobere erediensten waarbij de preek van soms anderhalf uur centraal stond. De kansel werd geplaatst aan de zijkant van de kerk. Daaromheen zat of stond de verzamelde gemeente. Het fraaie altaar-drieluik uit de Grote Kerk, ontkomen aan de beeldenstorm, werd door het stadsbestuur verkocht aan een Russische stad. Het schip dat de drie panelen vervoerde, leed echter schipbreuk voor de Zweedse kust. Het drieluik werd gered en kwam in het bezit van de Zweedse koning, die het schonk aan de Dom van Linköping. Een ander kunstwerk, dat de 'Zeven Werken van Barmhartigheid' afbeeldt, liet men hangen, maar niet met ieders instemming. Op 24 juni 1582 gaf een pas benoemde kerkmeester aan de koster de opdracht de deur van de kerk niet af te sluiten. In die nacht werd het schilderij met een 'kwast van zwarte verwe deerlijk bedorven'. Maar op de dag erna werd het zwart op bevel van de andere

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Ach Lieve Tijd Alkmaar | 1987 | | pagina 13