Hen eeuwen Alkmaar,
de Alkmaarders en
hun gezondheid
Pestlijders
Redactie en samenstelling: drs. Menno van der Laan, prof. dr. Leo Noordegraaf,
drs. Gerrit Valk en Els van Vliet-Mak.
Tekst: Gerrit Valk.
Op de omslag: Detail van
het in 1504 vervaardigde
schilderij 'De Zeven Werken
van Barmhartigheid'. De
kunstenaar is onbekend en
daarom wordt hij 'Meester
van Alkmaar' genoemd. De
zeven werken van
barmhartigheid zijn: het
spijzigen van hongerigen,
het laven van dorstigen, het
kleden van naakten, het
begraven van doden, het
herbergen van reizigers, het
verplegen van zieken en het
verlossen van gevangenen.
Op dit tafereel is het
verzorgen van zieken
afgebeeld. Het schilderij
geeft een goede indruk van
een gasthuiszaal omstreeks
1500. Het betreft hier
waarschijnlijk zelfs één van
de gasthuizen van Alkmaar
(Rijksmuseum,
Amsterdam).
Links: In 1930 werd het
Centraal Ziekenhuis in de
Wilhelminalaan geopend.
Vóór die tijd heette het
Centraal Ziekenhuis
Stadsziekenhuis en was het
gevestigd in de
Paternosterstraat. Op deze
foto wordt ons een blik
gegund in de ziekenzaal
rond 1900. De bedden zagen
er wel wat anders uit dan
tegenwoordig, maar rollen
konden ze ook toen al.
Rechts: De Waag en het
Waagplein in 1932.
Oorspronkelijk was het
Waaggebouw een gasthuis,
waar zieke en
onvermogende reizigers
enkele dagen onderdak en
verzorging konden vinden.
Het heette toen Heilige
Geest Gasthuis en er was
bovendien een kapel aan
verbonden.
vele eeuwen zo vaak in ons waterrijk gebied
voorkwam dat zij de naam 'gesel van Noord-
Holland' kreeg. Veel erger nog was de pest, die tot
aan het midden van de zeventiende eeuw regelmatig
in Alkmaar huishield. In die eeuw bezocht de
'zwarte dood' onze stad liefst negen maal. Het ergst
werd Alkmaar getroffen in 1656. Alleen al in de
maanden juli tot oktober stierven bijna 900
mensen. Dat was bijna een tiende deel van de totale
bevolking!
Hoe groot de angst was om door pest besmet te
raken, kunnen we ons nauwelijks voorstellen. Een
aanwijzing daarvoor is dat in die maanden bijna 200
mensen naar de notaris stapten om een testament
op te maken.
Het stadsbestuur stond machteloos. In de
overtuiging dat de pest een straf van God was,
werden extra kerkdiensten ingelast. Op die dagen
was de Grote Kerk tjokvol mensen, terwijl alle
winkels werden gesloten en al het handwerk werd
'Als je maar gezond bent', is in onze taal een
gevleugelde uitdrukking. Voor een groot deel van
onze bevolking is gezondheid een bijna
vanzelfsprekende zaak. In een nog niet zo ver
verleden lag dat toch heel anders. De geringe
kennis over de oorzaken en genezing van ziekten,
de matige verzorging van zieken, de armoede en
vaak een ontstellend gebrek aan hygiëne zorgden
ervoor dat ziekte en dood op grote schaal hun slag
konden slaan. Allerlei ziekten hadden vrij spel;
men stond er vaak machteloos tegenover. Dat gold
vooral voor degenen met de minste tegenweer,
zoals ouden van dagen, armen, kinderen en
vrouwen.
Onze voorouders hadden vooral geen antwoord op
de vele epidemieën die regelmatig op grote schaal
heersten. Malaria waszo'n epidemie, die gedurende