Geneeskundig onderwijs
Linksboven: Op deze foto
uit 1925 poseren de
bestuursleden van
woningbouwvereniging
'Volkshuisvesting'Zittend
van links naar rechts:
K.A. Cohen, P.A. de Lange
en VS. Ohmstede. Staande
van links naar rechts: F.H.
Ringers, H. Holsmuller,
RJ.C. van Toornenburgh en
J. van Reyendam.
Rechtsboven: Aanleg en
onderhoud van rioleringen
was voor een gezonde stad
van groot belang. Afgebeeld
zijn werkzaamheden tussen
de wereldoorlogen op de
Baansingel, richting
Uitenboschstraat.
Hiernaast: De Tuinstraat in
1895. Vóór de woningen,
gebouwd in opdracht van de
Coöperatieve Alkmaarsche
Bouwvereniging
'Kennemerland', hebben
zich de bestuursleden
Landman, Van den Idsert,
Bek, Uitenbosch
voorzitter) en Van der Sand
in hun zondagse pak
opgesteld. Ook betere
huizen hadden alles te
maken met een betere
volksgezondheid.
Hieronder: De
'dienstregeling' van het
Badhuis omstreeks 1900.
Badhui; van „Hst Witte Krul;"
Zomerdienst
15 April15 September
Van '5 morgens 7 tot 's middags 1". uur
i's middags 3 's avonds S uur
Op Zaterdag tot 's avonds II uur
Winterdienst
In September, Octobcr, Februari, Maart en April
Van 's morgens 8 tot 's middags 1 uur
's middags 2 5
In November, December en Januari
Van '5 morgens 9 lot 's middags I uur
's middags 2 5
Op Zaterdag tot avonds II uur
Tarief
Fainlllckaart voor 52 kuipbaden10.-
52 regenbadeii t« klasse 6 -
Abonnement 20 kuipbaden4.50
20 regenbnden 1' klasse 2.75
l'rljs van een kuipbad0,25
regenbnd l« klasse0.15
2<0.05
geraakt, besloten de burgemeesters om een hek te
plaatsen voor de grote deur, zodat deze open kon
ter verdrijving van de stank die werd veroorzaakt
door de uitwaseming van de lijkenWellicht heeft de
onappetijtelijke geur in de Grote Kerk geleid tot
een afname van het kerkbezoek.
In 1830 werd de begraafplaats aan de Westerweg
geopend. Dit was nodig omdat het bestaande
kerkhof te klein was geworden. Bovendien was er
inmiddels een verbod afgekondigd tegen het
begraven in de kerk. De begraafplaats werd
gebouwd ver buiten de toenmalige stad. Hierin lijkt
zich een verdringing van de dood en de uitbanning
daarvan uit het leven van alledag te weerspiegelen.
Voor de hygiëne betekende de aanleg van deze
begraafplaats wel een stap voorwaarts.
Een begrafenis was net als nu een kostbare zaak en
veel mensen vonden het vooruitzicht om 'van de
armen' begraven te worden verschrikkelijk. Voor
hen werden vanaf het einde van de achttiende eeuw
begrafenisfondsen opgericht, waarvan men door
een wekelijkse contributie lid kon worden. Aan het
lidmaatschap werden soms wel voorwaarden
verbondenzo konden mensen die ouder waren dan
40 jaar, militairen, zeevarenden, zieken of mensen
met een zedeloos gedrag hun lidmaatschap wel
vergeten. De uitkering werd verminderd wanneer
men om het leven kwam door zelfmoord, een duel
of in geval van doodstraf. De begrafenisfondsen
hadden vaak prachtige namen, zoals 'Het einde
bekroont ons doel' en 'Tot een goed einde'.
Ook de verbetering van de geneeskundige
opleiding droeg bij tot een betere gezondheidszorg.
Weliswaar werden in de achttiende eeuw chirurgijns
en vroedvrouwen getest door de doctoren en
hielden deze toezicht in het zogenoemde Collegium
medico-farmaceuticum. Toch was de oprichting in 47