Het bestuur
(firrenfitra iwH/ZÜt&Kf
Linksboven: De
waterstaatkundige toestand
in 1288. Zonder de, reeds
vóór de 13de eeuw, door de
Westfriezen aangelegde
omringdijk zou ons gebied
wellicht een waddengebied
zijn geworden.
Rechtsboven: In het midden
van de 13de eeuw werd
kasteel Torenburg door
graaf Willem II gebouwd.
Het kasteel moest als
bescherming dienen tegen
de Westfriezen met wie de
graaf meer dan eens in
conflict was. Aan het einde
van de 14de eeuw werd het
afgebroken. Bij de aanleg
van het Noordhollands
Kanaal, nog in de vorige
eeuw, werden de
fundamenten
teruggevonden. In 1725
stelde A. Rademaker zich
het kasteel op deze wijze
voor.
Midden: De abdij van
Egmond in 1681,
geschilderd door
J. van Croos. De abdij
dateert uit de 10de eeuw en
speelde een grote rol in de
geschiedenis van Alkmaar.
Het werd een centrum van
cultuur waar veel geleerden
studeerden. De 16de eeuw
bracht ramp op ramp voor
dit klooster. Na in 1517
geplunderd te zijn door
troepen uit Gelre, ging het
klooster een rol spelen in de
opstand tegen Spanje. Door
rondtrekkende geuzen werd
de abdij in 1567 nogmaals
geplunderd. Toen de
Spanjaarden in 1573 het
beleg om Alkmaar sloegen,
liet de geuzen-commandant
Sonoy de abdij in brand
steken om te voorkomen dat
de Spanjaarden haar
zouden gebruiken als
legerplaats.
zware harnas was hij een gemakkelijke prooi voor
de Westfriezen, die hem doodsloegen.
De Westfriezen zouden echter niet lang meer van
hun vrijheid genieten. De zoon van Willem II was de
bekende Floris V. Als vurig jong ridder had hij maar
één doel voor ogen: de dood van zijn vader wreken
en diens lijk, dat de Westfriezen heimelijk hadden
begraven, terugvinden. Hij bouwde in het
Westfriese land een aantal dwangburchten,
waarvan alleen al twee bij Alkmaar (de
Nieuwenburg en de Middelburg), en vandaar uit
trok hij zijn vijanden tegemoet. Hij slaagde erin de
Westfriezen te onderwerpen en zijn vaders lijk op te
sporen. Maar in plaats van een slachting aan te
richten, schonk hij de Westfriezen dezelfde rechten
als zijn overige onderdanen, waarmee hij bewees
een wijs man te zijn. Toen graaf Floris dan ook in
1296 door een aantal adellijke tegenstanders werd
vermoord, trok een woeste bende Kennemers en
Westfriezen eendrachtig op om de edelen een kopje
kleiner te maken. Door hun optreden werd
voorkomen dat het graafschap Holland uit elkaar
viel en een prooi werd van heersers van elders.
Alkmaar had nu stadsrecht, waardoor er nogal wat
veranderde. Werd oudtijds recht gesproken volgens
eeuwenoude gebruiken, thans waren de rechten en
plichten van de burgers, poorters geheten, alsook
de wijze van besturen en rechtspreken nauwkeurig
omschreven en officieel vastgelegd in een
'privilege'. Aanvankelijk werd de stad bestuurd
door de schout en de door of namens de graaf
benoemde schepenen. De schout, als de
vertegenwoordiger van de graaf van Holland, had
dus aanvankelijk veel te vertellen. Maar
langzamerhand kwamen er functionarissen uit de
bevolking zelf, namelijk de burgemeesters en raden
(de vroedschap). Men ziet dan gebeuren dat