Een
waardevol initiatief!
C.M.L. Roozemond,
burgemeester van Alkmaar.
Op de omslag: Gezicht op
de stad Alkmaar vanuit het
Zeglis omstreeks 1700. Wie
dit schilderij maakte, is
onbekend.
Links: Karakteristieke foto
van het Luttik Oudorp
omstreeks 1890. Het huis ter
rechterzijde is helaas
afgebroken. Het huis links
staat er nog altijd in volle
glorie.
Onder: Alkmaar omstreeks
1650, op een gravure v,an
Pieter Goos. We zien onder
meer de molens aan het
Zeglis, de Accijnstoren, de
Kapelkerk, de Friesepoort,
de Waag, het stadhuis en de
Grote Kerk.
Zoals bij veel wetenschappers het geval is,
publiceren historici vaak uitsluitend voor
vakbroeders in gespecialiseerde vaktijdschriften,
waarbij zij vaak een eigen vaktaal hanteren. Hoe
noodzakelijk deze vorm van geschiedschrijving ook
is, zij gaat dikwijls voorbij aan het grote publiek. En
dat is jammer, want er zijn weinig wetenschappen
die zich in zo'n grote belangstelling kunnen
verheugen als de geschiedenis. De grote interesse
voor musea, documentaires, historische romans,
films met een historisch thema en vlot geschreven
geschiedenisboeken wijst daarop. Ik denk daarbij
aan de populariteit van boeken als 'Montaillou' en
'De naam van de roos', welke laatste zelfs is
verfilmd.
Ik ben bijzonder verheugd dat nu ook in Alkmaar
een geschiedwerk tot stand wordt gebracht dat voor
iedere geïnteresseerde Alkmaarder of
buitenpoorter toegankelijk is. Sterker nog: 'Ach
Lieve Tijd' nodigt uit om gelezen en bekeken te
worden. In vijftien rijk geïllustreerde afleveringen
zal een scala aan onderwerpen worden behandeld:
ziekte, armenzorg, reizen, handel, nijverheid,
cultuur, geloof, dagelijks leven en ga zo maar door.
De serie 'Ach Lieve Tijd, tien eeuwen Alkmaar en
de Alkmaarders' stelt de lezer in staat daadwerkelijk
contact te krijgen met het verleden. De reeks slaat
als het ware een brug van het verleden naar onze
tijd; de gebeurtenissen van toen spelen zich ook nu
af, evenals omgekeerd het geval is.
Geschiedenis is vaak een geschiedenis van
koningen, stadhouders en veldslagen. In 'Ach Lieve
Tijd' wordt duidelijk dat er ook meer was. Het gunt
ons niet alleen een blik in de achterbuurten van
toen, in bedompte schoollokalen, stinkende
ziekenzalen, stampvolle kerken, maar ook in de
huiskamers en sociëteiten van de rijken.
Wie onze tijd wil leren begrijpen, zal eerst te rade
moeten gaan in het verleden. Wie de prachtige stad
Alkmaar wil leren begrijpen, kan en mag niet om
Ach Lieve Tijd' heen. Wie de hele serie heeft
doorgebladerd en doorgelezen, zal met heel andere
ogen door onze stad lopen. De straten, vesten,
huizen en gebouwen zullen meer leven dan ooit
tevoren. De lezer zal ontegenzeggelijk tot de
conclusie komen: 'Hoewel er veel is verdwenen en
veranderd, blijft Alkmaar een stad met een rijk
verleden'.
3