Links: De Alkmaarse fotograaf Van derAa maakte in 1903 deze foto van de margarinefabriek Kinheim aan de Helderseweg. Deze fabriek was eigendom van het rooms-katholieke raadslid G. T. M. van de Boscheen sociaal bewogen man die alles wist van kunstboter en kunsthistorie. zwakte van het bestuursstelsel bloot. In alle steden en stadjes waren er de groepjes regenten die onder elkaar de functies verdeelden - zelfs zuigelingen werden benoemd terwijl het volk politiek rechteloos was. De natuurlijke tegenstander van de regenten was de stadhouder; een functie, die door prinsen uit het huis van Oranje werd bezet. Deze opvolgers van Willem van Oranje waren echter niet in staat het tij te doen keren, met als gevolg dat een deel van het volk zich van hen afwendde. In de tweede helft van de achttiende eeuw ontstond onder invloed van ideeën uit het buitenland de patriottenbeweging. Het waren vooral de beter gesitueerden en de aanhangers van de verboden maar oogluikend toegestane godsdiensten die patriot werden. Zij sloten een soort monsterverbond met de regënten en de woede richtte zich op de stadhouder. Deze moest in 1785 de vlucht nemen, maar in 1787 werd hij door Pruisische troepen in zijn gezag hersteld. Ook in Alkmaar waren de patriotten zeer actief. Er werden patriottische verenigingen opgericht en ook kwam er een exercitiegenootschap, dat zich oefende in het gebruik van wapens. De strijd werd echter volledig op papier gevoerd, met stukken in de kranten, schotschriften en scheldkanonnades, al dan niet op rijm. Opmerkelijk is de smakeloosheid waarmee men in eikaars persoonlijk leven wroette, alsook het ontbreken van enig politiek benul. Regenten die generaties lang hun zakken hadden gevuld, werden tot 'volksvriend' verklaard, alleen omdat ze beweerden de patriottische beginselen te zijn toegedaan. Overigens is er nauwelijks een schot gelost toen de Pruisen ons land binnentrokken. De 'vrijheidszonen', die in proza en op rijm gezworen hadden goed en bloed te offeren voor de geheiligde beginselen, zaten achter de kachel toen de gelegenheid zich aandiende, ook in Alkmaar. De leden van de stadsregering die het meest op de voorgrond waren getreden, werden vervangen door Boven: De Bierkade in 1840 gezien vanuit het Noordhollands Kanaal. De aanleg van het kanaal gaf de stad niet waarop zij had gehoopt: een aanleghaven te worden voor allerlei schepen die op doorvaart zijn. In plaats daarvan werd linea recta doorgevaren naar Amsterdam of Den Helder. De twee paarden rechtsvoor trekken vermoedelijk een schip voort.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Ach Lieve Tijd Alkmaar | 1987 | | pagina 22