Vrijheidsboom in de Langestraat Linksboven: In 1795 dansten Alkmaarse burgers en Franse soldaten gebroederlijk rond de voor het stadhuis geplante vrijheidsboom. De verhouding tussen bezetters en burgerij was toen nog goed, ofschoon er klachten waren dat de Fransen zich tegenover meisjes en vrouwen 'niet zeer zeedenlijk' gedroegen. Rechtsboven: In 1799 landden Engelse en Russische troepen in Noord-Holland om oorlog te voeren tegen de Fransen. Op deze Engelse gravure is een beeld van de acties tijdens de 'Slag bij Bergen weergegeven. Op de voorgrond lopen kozakken rond met oorlogsbuit die ze geplunderd hebben uit woningen van gevluchte burgers. Rechts: Ons land herkreeg zijn onafhankelijkheid in 1813. Met een erepoort over het Ritsevoort werd dit feit in 1913 herdacht en gevierd. vijand eenmaal verjaagd was, verzetten de Noordhollandse steden zich hardnekkig tegen de opheffing van dit strikt genomen nogal overbodige college. Het gelukte Alkmaar echter niet Hoorn de zetel ervan te ontnemen, wat niet bijdroeg tot een prettige verstandhouding in deze contreien. Ten tijde van de Vrede van Munster (1648), die een einde maakte aan deTachtigjarige Oorlog, stond de Republiek op het hoogtepunt van haar bloei. Ook daarna bleef de welvaart nog aanhouden, doch langzaam maar zeker zouden wij door onze machtige buren Engeland en Frankrijk worden overvleugeld. Het Rampjaar (1672), waarin wij oorlog voerden tegen Frankrijk, Engeland, Munster en Keulen, kwamen wij nog wel te boven, maar de herhaalde oorlogen met Engeland bleken op de duur teveel van onze krachten te vergen. Alkmaar, als het marktcentrum voor een wijde omgeving, had er minder van te lijden dan de steden die het voornamelijk van handel of nijverheid moesten hebben. Als de havens geblokkeerd, de scheepvaartroutes onveilig en de koloniën door de vijand bezet waren, ging het leven in Alkmaar gewoon door. Zolang de koeien melk gaven en de landbouwgronden hun oogsten afstonden, zou er bedrijvigheid zijn op de wekelijkse markt. De moeilijkheden voor Alkmaar begonnen toen in de achttiende eeuw enige malen de beruchte runderpest uitbrak en duizenden koeien de dood vonden. De weekcijfers van de aangevoerde kaas zakten drastisch, terwijl de prijzen voor 'gebeterde' koeien tot fantastische hoogte stegen. Er waren boeren die niet eens de moeite namen hun hooilanden te maaien, want ze hadden immers toch geen koeien meer. Doch daarmee zijn wij in de tijd vooruitgesneld. Het Rampjaar 1672 legde duidelijk de innerlijke 21

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Ach Lieve Tijd Alkmaar | 1987 | | pagina 21