Zolang de koeien melk gaven
komende eeuwen in schuilkerken bijeenkomen.
In de bestuurlijke verhoudingen veranderde echter
niets. Indien de contra-remonstranten gedacht
mochten hebben dat thans Gods Rijk in de
Nederlanden was aangebroken en dat de
predikanten en kerkeraden de dienst zouden
uitmaken, dan vergisten zij zich zeer. De regenten
wisten hen al spoedig - en soms met gebruikmaking
van de grofste machtsmiddelen - ervan te
doordringen, dat niemand anders dan zij het beleid
bepaalden en dat bij voorbeeld het houden van
onwelgevallige preken uitgesloten was. Ook
stelden zij de predikanten aan en niet de
kerkeraden.
De stadsregeringen in de Republiek ontwikkelden
zich steeds meer tot gesloten colleges die zichzelf
aanvulden en de winstgevende baantjes onder
elkaar verdeelden. Op de duur zou dit ergerlijke
20 vormen aannemen en leiden tot veel verzet.
De tijd van de opstand tegen Spanje - de
Tachtigjarige Oorlog - was een tijdperk van grote
bloei. Toen na 1580 in Holland niet meer werd
gevochten en handel en scheepvaart zich
ontplooiden, kon men met recht spreken van de
Gouden Eeuw. Veel vreemdelingen kwamen door
geloofsvervolgingen of uit armoede naar de
Republiek en brachten hun vakkennis mee. De
handel op Oost- en West-Indië verschafte brood aan
velen. Alkmaar was een zogenaamde
stemhebbende stad en was daarom lid van de Staten
van Holland en dus ook van de diverse
bestuurscolleges en -commissies. Voorts speelde
Alkmaar een belangrijke rol in het College van
Gecommitteerde Raden voor het Noorderkwartier.
Dit college was ontstaan in het begin van de
opstand, toen het noordelijk en zuidelijk deel van
Holland van elkaar gescheiden waren. Toen de
Linksboven: De
Geesterpoort gezien aan de
binnenzijde vanuit het
Zevenhuizen. Cornelis
Pronk maakte deze tekening
omstreeks 1730.
Rechtsboven: Eén van de
grootste rampen die de 18de
eeuw troffen, was de
veepest, die hele veestapels
uitroeide. Na al in de jaren
na 1713 flink huisgehouden
te hebben, begon in 1744 een
nieuwe epidemie. In
Alkmaar werd in 1745 deze
gravure gedrukt, die de
volgende titel meekreeg:
'Gods slaande hand over
Nederland door de
pestsiekte onder het
rundvee'.
Midden: Het Luttik Oudorp
in diepe rust. Links rijst het
Waaggebouw op, rechts het
17de-eeuwse 'Huis met de
Schopjes', genoemd naar de
gevelsteen met de drie
schopjes die boven de pui is
aangebracht.
Onder op de rechterpagina:
Afbeelding van de
Alkmaarse rechter Jan
Nuhout van der Veen
(1756-1833). Hij was een
actief patriot en werd in 1796
representant van het volk
van Holland (nu zou dat
kamerlid heten)Daarnaast
was hij vrijmetselaar en
pleiter tegen de doodstraf.
Het silhouet toont hem nog
met een typische
18de-eeuwse staartpruik.