Warmenhuizen in de 19e eeuw
Door: Tineke Koenis
Onderstaande tekst is afkomstig uit het 'Aardrijkskundig
Woordenboek der Nederlanden', geschreven door A.J. van
der Aa (foto rechts), en uitgebracht in 1848. Het geeft een
goed beeld van het reilen en zeilen van deze gemeente in
die tijd en met een beetje fantasie kun je je aan de hand van
de beschrijvingen voorstellen hoe het dorp er toen uitzag.
WARMENHUIZEN, gemeente in Geestmeram-
bacht, provincie Noord-Holland, arrondissement Alk
maar, kanton Schagen (2e kanton district, 12e militie
kanton, 3e schooldistrict); palende Noord West voor
een klein gedeelte aan de gemeente Zijpe, Noord aan
Sint Maarten - Eenigenburg -en- Valkoog en aan Ha-
ringcarspel, Oost en Zuid aan Oudcarspel, West aan
Bergen en Schoorl.
Deze gemeente bevat het dorp Warmenhuizen, de
buurt Krabbendam en het grootste gedeelte van het
gehucht Schoorldam; beslaat eene oppervlakte, vol
gens het kadaster, van 1313 bunder 34 vierkante roe
den 46 vierkante ellen, waaronder 1302 bunder 73
vierkante roeden 84 vierkante ellen belastbaar land;
telt 176 huizen, bewoond door 210 huisgezinnen, uit
makende eene bevolking van 900 inwoners, die meest
in landbouw en veeteelt hun bestaan vinden. Ook
heeft men er ééne schuitenmakerij en eenen koren
molen. Vroeger waren er nog 1 zaagmolen, 1 bier
brouwerij en 1 linnenweverij.
De Hervormden, die er 480 in getal zijn, onder welke
200 Ledematen, maken eene gemeente uit die tot de
klassis van Alkmaar, ring van Scharwoude, behoort.
De eerste, die in deze gemeente het leerambt heeft
waargenomen, is geweest Hieronymus Hortensius, die
in het jaar 1575 herwaarts kwam en in het jaar 1580
overleed. Het beroep geschiedt door den kerkeraad,
onder agreatie van den Ambachtsheer.
De Roomsch Katholijken, die er 450 in getal zijn,
onder welke 360 Communikanten, maken eene statie
uit, welke tot het aartspriesterdom van Holland -en-
Zeeland, dekenaat van Noord-Holland, behoort, en
door eenen Pastoor bediend wordt. De Pastoor, die
het leerambt alhier waarnam toen de reformatie zich
tot deeze streken uitstrekt, was Petrus Boukhorst, een
vermaard Godgeleerde en Kanunnik van het kapittel
van Haarlem; hij werd in de nabijheid van Brielle om
zijne standvastigheid in het geloof zijner voorvaderen
met den strop om het leven gebragt, in het jaar 1574.
Van dien tijd af waren de Katholijken te Warmenhui-
zen en omstreken zonder Pastoor, tot dat in het jaar
1622 Jacobus van Roosendaal de pastorale bediening
aanvaarde, die in 1666 wederom werd opgevolgd door
Henricus Hulshorst.
Men heeft in deze gemeente twee scholen, als: ééne
te Warmenhuizen en ééne te Schoorldam, welke ge
zamenlijk gemiddeld door 150 leerlingen bezocht
worden.
Deze gemeente is eene heerlijkehid, welke vroeger
behoord heeft tot de nalatenschap van den beroem
den Lamoraal, Graaf van Egmond, waaruit zij in het
jaar 1605 door schuldeischers van zijnen zoon, mede
Lamoraal geheeten, verkocht is; doch door de Staten
weder genaast zijnde, werd gezegde Lamoraal van
Egmond daarmede verleid. Toen deze echter deze
heerlijkheid later weder verkocht, schijnt zij gekomen
te zijn aan Mr. Willem Bardesius, zoon van den Am-
sterdamschen Burgemeester Mr. Willem Bardesius;
althans deze komt in 1612 als Heer daarvan voor. In
het midden der vorige eeuw werd zij in eigendom
bezeten door Hendrik van Hoorn, wegens Zeeland
Afgevaardigde ter Algemeene Staten, uit kracht van
zijn huwelijk met Vrouwe Antonia de la Porte. La
ter behoorde zij aan Jonkheer Jacob Adriaan Baron
du Tour. Thans is Heer van Warmenhuizen de Heer
Edzard Hobbe Baron Rengers van Warmenhuizen,
woonachtig te 's Gravenhage.
Zicht op Haringcarspel
december 2017