Burger wielen SIST MAARTES Ook niet uit weelde. Dinsdag 1.1. wekte het bevreemding, bij den heer S. K. van Dijkstaal, gem. SI. Maarten, dat het huis van zijn buurman, den heer D. Bakker, gesloten bleet en de kleedjes voor de ramen ter afstuiting bleven hangen. Toen hij met den heer K„ uit Zijpe, op onder zoek uittoog, bleek het huis verlaten. Toen do heer K. van zijn bevinding ter secretarie kennis gaf, bleek dat genoemde Bakker aldaar een pas voor Z,-Amerika had aangevraagd en ontvangen, zoodat het vermoe den bestond dat zij de groote reis naar den vreemde hadden ondernomen en z.g.n. met do noorderzon wa ren vertrokken. Nader bleek, dat ook de broeder J., van den heer Bakker in stilte den aftocht had geblazen en even eens voor zich en zijn vrouw een Z.-Amcrikaanschc pas hadden verkregen. Een nader onderzoek van de familie heeft uitge maakt dat de reis was naar genoemd land en zij den zelfden dag nun. 1 uur met de boot vanaf Antwerpen de reis aanvaard hebben. Dat deze reis niet uit weelde gaat. blijkt wel uit het feit, dat no. 1 (vader van C kinderen) een belang rijk bedrag aan schulden achterlaat on door deze daad zijn oude vader, welke voor een aardig bedrag borgstelling voor hem droeg, in een roddeloozen toe stand achterlaat en bij anderen de hoop op schuld voldoening geheel heeft benomen. Dit op zichzelf ia een treurig feit, nog treuriger wordt het dat deze luldjes zelfs hun vaders en moe ders onkundig van hun voornemen hebben gelaten, zoodat zij dit vertrek uit vreemden mond moesten vernemen. 14 november 1931 BEEN GEBROKEN. Dezer dagen was mei. N. S. Z. uit Waar land hij* haar zuster te Dijkstal bij Eenigen - burg voor een nachtje te logeeren geweest. Na den volgenden morgen elkander het bes te toegcwenscht te hehhen cn het gebruike lijke „thuis de groeten" zou mej. Z, op de fiets stappen, doch zij kwam echter te val len, met het noodlottig gevolg dat zij haar been brak. Van op de fiets naar Waarland gaan kwam niets, de dokter achtte opname in een zie kenhuis noodzakelijk. 23 januari 1941 Economische dijkbenutting De dijk zelf wordt nu door schapen begraasd, maar tot ongeveer 1950 werd de dijk gemaaid voor hooi. Men kon daar een park (stuk) dijk voor huren. Wie deden dat zoals? Niet de grote boeren. Nee, het waren men sen die een of twee koetjes hadden of voor hun beroep een paard gebruikten. Eind 1800 waren dat bijvoor beeld de veldwachter, rietdekker, slachter, muzikant, watermolenaar of schipper. Louf as 'n maaier Mijn opa, die een gemengd bedrijf had, huurde ook een park voor wat extra hooi voor zijn koeien. Het eerste jaar dat hij dit deed was 1928. Mijn vader was 19 jaar en zijn broer - ome Krinus - twee jaar ouder. Die zeiden met veel bravoure "We maaien het park van 400 meter lang er in één dag af!". Dus zij voor dag en dauw met de zeis naar de dijk, en het lukte ze zowaar. Maar eenmaal thuis konden ze bijna niet eten van ver moeidheid. Toen ging voor hun het gezegde op dat ze "zo louf as 'n maaier" waren. Dit was eenmalig, later hadden we zelfs twee parken en de laatste jaren werd er met de maaimachine gemaaid. De kant van de Zijpe is niet zo steil, dus dat was goed te doen. Maar met twee paarden en een maaimachine aan de steile oostkant was dat heel anders. De paarden maakten geen problemen op de steile dijk, maar de maaimachine schoof af en toe naar beneden. Dit werd verholpen door met een touw op de dijk de maaimachine tegen te houden. Dit heeft ons vele jaren lekker kruidig hooi opgeleverd, als je het in de winter aan de koeien voerde rook het zo lekker in de stal. Als huurder had je ook de verplichting stekels te prikken en toeters er uit te trek ken. Maar tot zover het economisch nut van de dijk. We moeten nog even verder. De Westfriese zeedijk is na zoveel eeuwen een dromer, die goed bewaakt wordt door de Honds Bossche zeewering. Op het laatste stukje komen we bij de Burger wielen, die als een tweeling onder aan de dijk ligt. Staande bij de wielen zien we het kerkje van Eenigenburg al, we zijn de route dus bijna rond. Burger wielen. Waddengebied Al wandelend op de dijk heeft u zich vast wel eens afgevraagd hoe het er hier uitzag voordat de dijk er lag. De tweede helft van de twaalfde eeuw waren er veel zware stormen. De eens zo solide duinenrij werd daar door steeds smaller, en bij een zware storm in 1170 brak de zee ten noorden van Petten door de duinen. Het ontstane stroomgat was genaamd Sipe. In 1196 werd een gat geslagen ten noorden van Callantsoog, het Heersdiep. Ook verder noordelijk bleef er niet veel van de duinen over. Dit had tot gevolg dat de hele Noordkop veranderde in een waddengebied. mei 2017

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2017 | | pagina 29