Ook was er een keer 'de missie', voor een week kwa men er drie paters op bezoek. De hele week waren er zowel overdag als 's avonds bijeenkomsten met deze en gene. De pastoor ging dan een week weg, als kapelaan moest ik eigenlijk ook weg, maar ik kwam na een halve dag terug. Op slotavond goot het van de lucht maar desondanks zat de hele kerk toch vol. Er werden maar liefst 400 kaarsjes aangestoken door de vaders en de moeders. Dat gaf wel eens geluid, de jeugd had er dan een 'klappertje' aan vastgemaakt. In die tijd was veel te doen voor de jongens, maar niet voor de meisjes. In de jaren 50 had je toen de opkomst van de Mater Amabilis school. Dat was een school voor rooms-katholieke meisjes van 17 jaar en ouder van elke stand of beroep. Een levensschool, waar de meisjes werden voorbereid op hun taken in het huwe lijk of als ongehuwde vrouwen in de wereld. Jaap Beemsterboer en Kees Rokebrand wilden dat ook in Tuitjenhorn. Maar pastoor Meijnders was daar tegen, ook ik als kapelaan kreeg het niet voor elkaar. Nou kwam waar ze een 'mooie kamer' hadden, moest je daar natuurlijk zitten. Dat was dan met de winter niet altijd een pretje, men leefde vooral in de keuken, daar brandde dan ook de kachel, in de mooie kamer was het koud. Men wist meestal wel dat je kost en inwoning had, maar met een laag loontje. Je kreeg dan ook vaak een fooitje na een huisbezoek. Later dacht men steeds meer dat je om het geld kwam. Gelukkig werd het loon toen een stuk beter waardoor je niet meer van fooitjes afhankelijk was. Ook kwam ik op vergaderingen van diverse (rooms- katholieke) verenigingen, vaak niet langer dan een halfuurtje om vragen te beantwoorden en adviezen te geven. Soms bij drie vergaderingen op een avond. De laatste vergadering was dan wel eens bij de voetbal. Daar eindigde de vergadering met een gebed met daarbij nog even tussendoor: "o ja, en wie haalt er deze keer de stront van het veld af?".Toen liepen er name lijk nog paarden op het voetbalveld. Bij mijn vertrek uit Tuitjenhorn werd ik nog door vele verenigingen bedankt voor de adviezen en ondersteuning, maar of ik ook bij alle verenigingen geweest ben betwijfel ik. Twee keer ben ik Sinterklaas geweest, een keer was bij de families van Brederode en Rokebrand gezamenlijk. De kinderen herkenden mij niet. Alles was echter op de band opgenomen, de volgende dag werd de band afgespeeld. Zonder beeld herkenden ze toen gelijk de stem.... Zicht op Haringcarspel Als Sinterklaas bij de families Kees Rokebrand en van Brederode. Boven met Jules Rokebrand, onder met de kinderen van Brederode. Scouting. Een groep gidsen met de jonggidsen kabouters op pad. mei 2014

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2014 | | pagina 25