wijspersoneel krijgt een afvloeiingsregeling. De rijks inspectie maakt zich zorgen over het niveau van het nieuwe onderwijspersoneel aan deze katholieke scho len. De gemeente dient de schoolgebouwen te onder houden en te vergroten zodra het kindertal per klas de rijksnorm overschrijdt: bv. in Kerkbuurt vindt een haakse uitbreiding plaats: de rijksinspecteur maakt zich - terecht - zorgen om de afvoer van de school, gelet op het cholera-gevaar. Hoofd van het lager onderwijs De burgemeester bezoekt in zijn functie van school bestuurder de school te Kerkbuurt. Tot haar veront waardiging moet mijn moeder - net als alle andere kinderen - voor hem opstaan; als burgemeestersdoch ter droeg ze schoenen, terwijl de andere kinderen op klompen naar school gingen. De gemeente moest de onderwijzerssalarissen en hun pensioenvoorziening betalen, wat een grote last op de gemeentebegroting bedroeg. Tot 1920 betaalden de gemeenten vrijwel alle onderwijskosten: gebouwen en hun inrichting, salarissen enz. Incidenteel ontvangt de gemeente een doelsubsidie(tje). Deze situatie veran derde met de onderwijspacificatie: het rijk neemt de kosten over (salariëring en inrichting): de gemeente dient wel de gebouwen te betalen (nieuwbouw en onderhoud), een situatie die sindsdien niet wezenlijk gewijzigd is. Vanaf ongeveer 1914 geeft de gemeente een kleine schoolbijdrage aan het regionaal voortgezet onderwijs: o.a. voor twee zonen van de familie Slot. Uit het gezin van de burgemeester gaat de oudste zoon in Alkmaar leren. De gemeente betaalt aan de gemeente Alkmaar hiertoe een bijdrage per leerling afkomstig uit Harenkarspel. Er komt geen gemeentesubsidie voor de schoolkosten van getalenteerde, armlastige leerlin gen t.b.v. hun voortgezet onderwijs (voorbeeld: Gerard Kuiper, de sterrenkundige). Afbraak Christina-Kerk te Harenkarspel In 1923 wordt de Christina-kerk te Harenkarspel (nu Kerkbuurt) afgebroken door de Nederlands- hervormde gemeente: de gemeente had geen bemoeienis meer met deze kerk (de gemeentelijke toren was al overgegaan naar de n-h gemeente, onder het beding dat de gemeente deze kon blij ven gebruiken voor klokgelui bij rampen). De burgemeester verhindert niet dat deze historische kerk afgebroken werd: het huidige, lege gat ver toont nog altijd de toenmalige cultuurhistorische verminking aan dit kerkdorp. Woningwet Als gevolg van de woningwet 1901 ontstaan er in elk dorp kleine volkswoningverenigingen: deze krijgen vanwege het Rijk gegarandeerde leningen voor kleine bouwprojecten in elk dorp, vanaf 1919: kleine volkswoningen ontstaan: een woonkamer, een aparte keuken, een apart toilet, en boven ruimte om te slapen (met vermoedelijk een afgeschotte 'slaap'- kamer voor de ouders). Met tegenzin werkt de Gemeente mee aan de onbe woonbaarverklaringen van woningen die volgens de Rijksnorm niet meer geschikt zijn voor bewoning: immers, indirect via het Burgerlijk Armbestuur krijgt de gemeente de rekening gepresenteerd van de hogere huren. Bedeling Bij de bedeling van armen lijken er zich geen grote veranderingen voor te doen in de periode 1900- 1909/1914. Het aantal armen blijft stabiel en de armen profiteren van de regionale economische groei (in de land- en tuinbouw), 's Zomers kunnen de mannen in de landbouw te werk, terwijl deze 's winters ingezet worden voor het ruimen van sneeuw enz. van de gemeentelijke wegen. De arme vrouwen kunnen dienstjes doen. De armen moeten eerst naar hun ker kelijke armenfondsen toe. De n-h diaconiefonds kent jaarlijks grote tekorten; de katholieken krijgen van hun armenfonds (dat nauwelijks uitkomt) terwijl de Stichting Bogtman de armen van Zijbelhuizen (noor delijk deelTuitjenhorn) eens per jaar van een uitkering voorziet - aangevuld door de gemeente. Het laatste opvangnet wordt door het Burgerlijk Armbestuur gevormd, waarvan de Burgemeester uit hoofde van zijn functie de voorzitter is. Hoofd van de politie: 1909-1928 In de hele periode 1909-1928 kent de gemeente Harenkarspel geen zware criminaliteit: de burgemees ter is wakend (met een pistool in zijn zak) aanwezig met zijn 'rakkers' tijdens de jaarlijkse kermissen (toen in Dirkshorn, Waarland, Kalverdijk, Tuitjenhorn, en dan ook nog te Kerkbuurt). Hij heeft te maken met openbare dronkenschap, onderlinge ruzies van beschonken kermisbezoekers, en overlast voor omwo nenden bij deze eens per jaar toegelaten uitspatting. Zicht op Haringcarspel mei 2014

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2014 | | pagina 17