augustus een voorraad in. In het gemeentelijk lager onderwijs worden de mannelijke (hoofd-) onderwij zers opgeroepen voor het leger: de burgemeester moet alle zeilen bijzetten om (toen) kwalitatief mindere (vrouwelijke) vervanging te vinden: in 1915 krijgen de opgeroepenen (tijdelijk) groot verlof, waardoor dit probleem kleiner wordt. T.g.v. het beleg van Antwerpen, komen er vele Belgische vluchtelingen de Nederlandse grens over: de regering verdeelt deze aanvankelijk over alle gemeenten: Burger stelt t.b.v. de inkwartiering en de medische zorg een namenlijst samen. In 1915 verlaten deze vluchtelingen de gemeente, omdat de regering hen concentreert in vluchtelingenkampen. De voedselproductie wordt zo ingericht dat enerzijds Nederland voor eigen behoefte genoeg voedsel kan verzorgen (bij een uitval van de voedselimport), en anderzijds kan voldoen aan de eisen van Duitsland, en in mindere mate Engeland. De boeren profiteren van de gestegen voedselprijzen, wat voor de armen pro blematisch worden. In 1915/16 wordt de voedseldis tributie door het Rijk ingevoerd: de gemeente zet een distributiebedrijf op, waarvoor ze aan het einde van de Eerste Wereldoorlog grote bedragen diende uit te geven (gegarandeerd door het Rijk). De Gemeente koopt in voor marktprijzen en verkoopt o.b.v. lagere vastgestelde prijzen aan de burgers: er ontstaat aldus een fiks tekort. Er is geen sprake van hongersnood in deze agrarische plattelandsgemeente. In 1917 ontstaat het revolutiegevaar: in reactie hierop gaat de Nederlandse regering over tot de oprichting van een vrijwilligerscorps ter bewaking van belangrijke gemeenteobjecten, de zgn. Landstorm: de 'wapens' worden op de zolder van het gemeente huis opgeslagen. De Gemeente Harenkarspel stelde ook een Landstorm in maar had geen last van revolutiegevaar. Het Rijk ziet in dat men tegemoet moet komen aan gerechtvaardigd sociale wensen: zij gaat over tot de garantstelling van gemeentekosten t.b.v. volkswonin gen (i.p.v. armenhuis), en tot tewerkstellingsprojecten (wegenaanleg). Het algemeen kiesrecht voor mannen, en later voor vrouwen wordt ingevoerd; het bijzonder onderwijs krijgt rijkssubsidiering per 1920. De jaren daarna Op 11-11-1918 wordt de wapenstilstand tussen Duitsland en de Geallieerden gesloten: Nederland is onbeschadigd de oorlog doorgekomen. In Oostenrijk ontstaat er nadien hongersnood: een groep kinderen uit dit land wordt in de gemeente Harenkarspel opge vangen (Burger zelf neemt er geen op). Het gemeentelijk lager onderwijs te Harenkarspel: 1909-1928 De gemeente kende in de 19e eeuw en tot ong. 1920 alleen openbaar onderwijs dat vooral na 1878 qua behuizing, qua inhoud en qua personeelskwaliteit kwalitatief toenam, terwijl de ongeletterdheid afnam. In Dirkshorn bevond zich sinds 1867 de school aan de Voorpolderweg. Het schoolhoofd woonde vooraan in dit schoolgebouw (het vroegere schoolgebouw bevond zich sinds 1659 op de plek waar in 1871 het nieuwe gemeentehuis gerealiseerd werd). In 1909 was het NH schoolhoofd dhr. Meijer Drees. In Kerkbuurt - waar zich eeuwenlang school gehou den werd - bevond zich het schoolgebouw aan de oostzijde van het dorpje: dit betrof het derde school gebouw in de 19e eeuw, gebouwd in 1881. Deze school kende 2 lokalen, voor de le-3e en de 4e-6e klas. In 1909 werd de school geleid door meester Blad, ook van n-h huize. In het Waarland werd er een schoolgebouw pas gerea liseerd in 1862/63 nadat de gemeente Oude Niedorp kinderen uit dit dorp weigerde in haar overvolle lagere school te Zijdewind. Deze gemeente had nl. tabak van de uiterst zuinige opstelling van burgemeester Francis en de Harenkarspelse Raad die het liefst niets dan iets uitgaf: de gemeente Harenkarspel wilde onder zijn leiding niets uitgeven aan de plaatsing van kinderen uit Waarland. In 1909 werd deze nieuwe school geleid door het schoolhoofd Dirk Plaatsman, ook van n-h huize, die na zijn in 1909 mislukte sollicitatie naar het burgemeesterschap naar elders vertrok. In alle drie scholen werden sinds het laatste kwart der 19e eeuw juffrouwen voor de jongere kinderen benoemd: de eerste was mej. Henriette Francoise Steinbach die vele jaren (1885-1907) te Dirkshorn het onderwijs aan het jongere kind verzorgde, totdat haar gezondheid haar in de steek liet. Pleidooi voor r-k onderwijzers Vooraf aan de gelijkstelling zou Burger in de raad pleiten voor een benoeming van vakbekwame leer krachten van rooms-katholieke huize: echter, deze waren in Noord-Holland schaars waardoor er weinig terechtkwam van zijn wens. In het algemeen kwamen de onderwijzers van buiten de gemeente uit plaatsen waar men kweekschoolonderwijs had gevolgd. Maar door het lage salaris dat de gemeente bood, kon men moeilijk aan gekwalificeerd personeel komen. Als gevolg van de gelijkstelling van het bijzonder met het openbaar onderwijs krijgt de burgemeester het druk met de overheveling van twee openbare lagere scholen naar het katholiek onderwijs, nl. de school te Waarland en die te Kerkbuurt: het openbaar onder- 2014 Zicht op Haringcarspel mei

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2014 | | pagina 16