De officier van Justitie te Alkmaar aan de gemeente Warmenhuizen. 6 januari 1845. "Op uw antwoord van 3 januari doe ik u twee processen verbaal tegen de Afgescheidenen te Krabbendam toekomen. Maar dat ze niet kunnen worden opgenomen omdat de naam en het huisgezin van de bewoner niet in een woning heeft plaats gevonden, maar in een bepaalde daartoe gebouwde kerk. Dat de veldwachter als onder geschikt persoon daar niet mag handelen, omtrent welk punt ik echter in het vervolg wijziging en instructie van u zal verwachten." De officier van Justitie te Alkmaar aan de gemeente Warmenhuizen. 15 januari 1845. "Op het door u in handen gestelde verbaal aan de heren Jan Ton en Gerrit Jonker, kan ik u berichten dat het aldaar voorgestelde wegens het ophouden der onwet tige diensten hun de waarheid overeenkomen, thans niet meer openbaar en zonder bepaalde voorganger werden gehouden, en verder dat uitgezonderde Jan Jansz. Paarlberg allen zover mij bekend in behoeftige omstandigheden verkeren." Van de gemeente Warmenhuizen aan de officier van Justitie te Alkmaar. 3 februari 1845. De gemeente meldt dat deze zaak geen veranderingen heeft ondergaan, en de burgemeester inlichtingen daar omtrent volgens verzoek in eerder genoemde brief, was inwachtende totdat ik als burgemeester op aanschrijving van de officier, hun andermaals heb vermaand en voorgelicht om aan het besluit van de Koning van 9 januari 1841 te voldoen, doch bij volharding in hun weigering een proces verbaal heb moeten inzenden, en deze zaak alsnog bij de rechtbank te Alkmaar in behandeling. 11 februari 1845. Dominee Wust en alle kerkeraadsleden worden veroordeeld tot een boete van ieder 8 gulden, en het betalen van de proceskosten. De officier van justitie blijft aan dringen op nieuwe procesverbalen, om de voortdurende onwil van de Afgescheidenen aan te tonen. Maar daar is onder druk van de omstandigheden het nodige veranderd. De officier van Justitie te Alkmaar aan de gemeente Warmenhuizen. 30 maart 1845. In antwoord op uw brief van 25 december 1844 heb ik de eer uw te berichten, dat de Afgescheidenen te Krabbendam na het eerste vonnis van de rechtbank, niet meer kerkelijk zijn bijeengekomen, maar door veranderingen sedert nu op minder dan 20 personen zijn te tellen. 29 mei 1845. Pieter Glas en Guurtje Bas als separatisten hebben berouw en worden weer als leden aangenomen in de Hervormde kerk te Warmenhuizen. 20 augustus 1845. Albert Stam en Wijntje Zwart als separatisten hebben berouw en worden ook weer als Hervormde leden aangenomen in Warmenhuizen. Zo ook Thomas Smit en Pietertje Aarsen, Pieter Oudendijk en Jannetje Nieuwenhuizen, Lourens Palenstein, en Grietje Speelman. Anderen emi greren naar Amerika zoals dominee Wust in 1847, maar in 1886 komt hij terug en overlijdt in Nederland. 1846. Het huis van Engel Bakker op het Kerkpad is gekocht door Jan Jansz. Paarlberg en die liet er gotische ramen in aanbrengen, het werd een zogenaamde 'schuurkerk'. Later werd het de Christelijk Gereformeerde kerk aan het Kerkpad in 1869. In de kerk waren ook gezinsbanken. Elk half jaar ging de ene kant een bank naar voren en de andere kant een bank naar achteren. 25 oktober 1867. A. Breedt c.s. hadden een brief geschreven aan de regering met de kennisgeving dat zij zich hebben verenigd tot een Christelijke Afgescheiden Gemeente, en een verzoek om erkenning door de regering. De minister van financiën antwoordt met "dat het door hen gegeven bericht als kennisgeving wordt aangenomen". Goed gezegd een goedkeuring. 1874. Jacob Olthoff benoemd als onderwijzer voor het Christelijk Gereformeerd schoolonder wijs te Krabbendam, het werd een bijzondere lagere school genoemd. En er wordt voor Jacob door de gemeente een huis gebouwd vaststaande aan de kerk op het Kerkpad. Dit huis was later voor de koster, de consis toriekamer van de kerk wordt dan gebruikt als schoollokaal. 1875. De school in de kerk is in die tijd op het hedendaagse toneel en de eerste dominee Mol krijgt een jaarlijkse vergoeding van 225.- 1878. Klaas Paarlberg, getrouwd met Grietje Knibbe, woonde op de eerste 'Paarlhoeve' te Krabbendam. -17-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2011 | | pagina 19