7 december 1844. Op die dag krijgt de burge
meester het vonnis toegestuurd door de officier
van justitie. Klaas Blom krijgt opdracht dat hij of
een plaatsvervanger, voortaan iedere zondag
naar Krabbendam moet gaan en een nauw
keurig verbaal moet opmaken "om zoo deze
mogelijk is aan de vorderingen des regters te
voldoen, en ons niet andermaal bloot te stellen,
dit zoude den overmoed dier lieden voedsel
geven, en uwe en mijne achtbaarheid en
bovenal het gezag der wetten te na komen,
welke wij geroepen zijn naar eed en pligt te
handhaven".
Het procesverbaal opgemaakt door de
gemeente Warmenhuizen.
29 december 1844. Burgemeester Klaas Blom
met veldwachter Jacob Tromp zich hebben
begeven naar Krabbendam, in het gebouw
behorende aan Jan Jansz. Paarlberg staande
aan en tegen de woning van Jan Ton. Ingericht
tot het houden van godsdienstoefeningen en
door de Afgescheidenen verklaard wordt hun
kerk te zijn. Bij mijn aankomst bevonden zich
veel personen zonder daartoe vergunning te
hebben waarvan echter 38 met naam bekend.
Op de preekstoel bevond zich dominee Wust, in
de banken der ouderlingen waren gezeten
Willem Ton, Willem Esselman, de diaconen Jan
Jansz. Paarlberg, Jan Lourensz. Palenstein,
kerkmeester Jan Jonker en voorzanger Pieter
de Jongh.
Verder op stoelen en banken Ab. Ham,
P. Stam, P. Ondendijk, G. Jonker, A. Kuiper, A.
Dalenberg, Jc. de Jong, G. Eenigenburg,
Jb. Dekker, J. van Lienen, P. Dalenberg,
KI. Pool, P. Akkerman, L. Smit, D.de Jong,
P. Glas, C. Stam, J. Ton jr., H. Eriks,
W. Eenigenburg, C. Ton, A. Guijking, W. Meijlis,
T. Smit, P. Eersen, T. Dalenberg.
En de vrouwen Grietje Akkerman, Maartje
Akkerman, Klaasje Speelman, Trijntje Smit,
Antje Smit en Hiltje Hopman. Van welke aanwe
zigen er tenminste 32 bekend staan als leden
van het kerkgenootschap.
Nadat deze personen onder voorganger
dominee Wust hadden gebeden en onder
leiding van Pieter de Jongh hadden gezongen,
deed de dominee in zijn rede opmerken dat in
deze dienst de aanneming van ledematen zou
plaats vinden, en las ter voortzetting hunner
werkzaamheden een tekst af. Daarop trad
burgemeester Blom tot de predikantenstoel en
gaf te kennen dat deze bijeenkomst onwettig
was, en verzocht de spreker op te houden en
de plaats te verlaten. Hierop gaf de dominee mij
te kennen dat hij aan mijn verzoek niet kon en
wilde voldoen. Daarop vroeg de burgemeester
bepaaldelijk aan de kerkenraad of zij de dienst
wilden doen ophouden en hun plaats nu te
verlaten, maar van hun geen antwoord
bekomende gaf de dominee ten antwoord: "zo
voor zich zelf als uit naam van de kerkenraad
niet te kunnen of willen ophouden met het
houden van diensten" waarop de dominee
dadelijk met zijn werkzaamheden voortging en
wij het gebouw hebben verlaten.
Van de gemeente Warmenhuizen aan de
officier van Justitie te Alkmaar.
30 december 1844. Burgemeester Klaas Blom
maakte een lijst van de leden van het
kerkgenootschap, en zond het naar Alkmaar.
J. Ton, J. Paalberg, L. Palenstein, J.G. Jonker,
A. Stam, F. Smit, L. Smit, P. Oudendijk,
H. Eeselman, P.A. Stam, G.J. Jonker,
A. Kuijper, K.G. Delenberg, Jc. de Jong,
G. Eenigenburg, Jc. Dekker, J. van de Teen,
N. Schoen, Pr. de Jongh, J. van Lienen,
K. van Lienen, P.C. Dalenberg, KI. Pool,
Pr. Akkerman, K. Blom, Pr. Overkerk,
A. Keijser, D. de Jong, Adr. Guijking, W. Meijlis,
P. Glas, H. Groot, P. Aarsen, G. Speelman,
J. Nieuwenhuizen, C. Ton, J. Maas,
C. Morgenstond, Fr. Dalenberg, M. Akkerman,
KI. Speelman, P. Hoen, Br. Oderkerk,
Gr. Jonker.
En de vrouwen Pietertje Stam, Wijntje Zwart,
Grietje Akkerman, Trijntje Smit, Guurtje
Palenstein, Grietje Eenigenburg, Johanna
Havik, Teetje Veldbris, Jannetje van Lienen,
Hilgonde Hopman, Aafje Stam, Jeltje Smit,
Fokje Meijselaar, Guurtje Goverts, Sara van
Buren, Mietje van Aanderen, Antje Dalenberg,
Guurtje Bas, Antje Lek, Jannetje Ton en Aagje
Kater.
Het proces verbaal opgemaakt door de
gemeente Warmenhuizen.
3 januari 1845. Jacob Tromp, veldwachter en
Cornelis Blom. secretaris van Warmenhuizen
verklaarden, dat zij op verzoek van burgemees
ter Klaas Blom zich op 21 december 1844 naar
de kerk van Krabbendam hebben begeven, en
aldaar 45 personen welke zij niet kennen
hebben aanwezig gezien, waaronder de
kerkenraad, welke personen geheel handelden
zoals bij Gereformeerden in hun diensten
gebruikelijk.
-16-