m,
Waar nodig zijn de dakleien vervangen en
klimhaken aangebracht volgens de laatste
veiligheidseisen. Ook zijn de goten voor de
regenafvoer vervangen. Niet alle goten waren
slecht maar het zink was van matige kwaliteit
en er waren veel soldeernaden los zodat de
kerkrentmeesters besloten hebben om ze te
vervangen nu de stelling er nog staat.
Ook zijn er gedeelten van de houten ramen ver
vangen en alle ruitjes zijn nu weer heel.
Binnen is de elektrische installatie aangepast
aan de huidige eisen. En waar nodig is er ge
schilderd waarbij steeds rekening is gehouden
met de historische kleuren.
Tijdens de gehele restauratie is de luchtvoch
tigheid gemeten en wanneer nodig gecorri
geerd. Dat is nodig omdat de houten gewelven
niet te vochtig mogen worden want dan ontstaat
er schade.
Hopelijk hebt u zo een idee wat er zoal komt
kijken bij een restauratie van een dergelijke
omvang. Op 21 juli 2010 was de laatste bouw-
vergadering. De Oude Ursulakerk is in oude
glorie verrezen en is prachtig geworden, maar
dat kunt u zelf ook beoordelen. Wij hopen dat
deze 'oude dame' nog jaren in gebruik zal zijn
en ons mooie dorp zal sieren.
Kobus Schippers, Kerkrentmeester
Hervormde Gemeente Warmenhuizen-
Harenkarspel
DE DORSVLEGEL
In de Zicht en Nieuwsbrief treft u de
laatste tijd lijstjes aan van binnenge
komen artikelen die aanvaard zijn
door de acquisitiegroep, en als het
past en er ruimte voor is (nu of later)
in ons museum geplaatst worden. Zo
staat de in de Zicht nr. 36 vermeldde
dorsvlegel met palingvel netjes in ons
museum. Wat een dorsvlegel is roept
geen vragen op, maar dat palingvel!
Het is mij al eens gevraagd wat dat
is. Sinds de tijd dat de mensen
granen, erwten en bonen zijn gaan
verbouwen, dat verschilt per plaats in
ons land, hebben ze gereedschap
gemaakt om te dorsen. In en rond
Harenkarspel was de grond en het
klimaat zeer geschikt voor het ver
bouwen van peulvruchten (erwten en
bonen zijn uit het Midden-Oosten
naar onze streken gekomen). In de
vorige eeuw, zo rond 1920, werden er veel erwten en bonen verbouwd, en moest er dus gedorst
worden. Nadat de erwten goed droog waren werden ze uitgespreid op een groot kleed. Dan begon
het dorsen met de dorsvlegel, dit werd vaak met twee of drie man gedaan. Men sloeg niet tegelijk
maar de een na de ander, dit gaf een mooi ritmisch gezicht. Met een goede zwaai kwam de
knuppel plat op de erwten of bonen terecht die dan uit de peulen 'sprongen'.
Maar nu de vraag over het palingvel. Op de foto van de in het museum aanwezige dorsvlegel ziet
u een stok en de knuppel die met een soort leertje aan elkaar zitten. In plaats van een leertje werd
daar de palingvel voor gebruikt, dat was sterk en alles draaide soepel.
Rinus Jonker
TjJS
V ja p:
'L <&- i
-10-