stienen treden van de stoep van de kerk neer.
Bertus noefde niet meer terug te komme.
In de winter was domenee jarig, de joons lapte
den un dubbeltje weer een doös segare voor
kocht wier. De jaruge trakteerde den altoid op
gebakjes, dat ware den negerzoene of
moorkoppe, dat was een tractasie want
gebakjes, dat kwam niet zo veul voor.
Maar ut hoogtepunt was wel ut Kerstfeist. Dat
wier altoid jaar om jaar houwen in Sunt
Maarten en Valkoog. In de kerk stond den un
groöte Kerstboom. Wai moste den enkele
verhale uit de boibel uit ons hoofd lere. Wai
wiere tracteert op sukkelamelk en we krege
allemaal un kedo'tje. In de konsestorie van de
kerk in Valkoog was un bibleteek weer wai alle
weke een boek liene mochte. Vrouw Kos was
deer de kosteres en die hielp den mit de
boeke. Soms was Tinholt er ok welders bai en
ok ginge we welders mee in de pasterie weer
we van de huishouster van domenee, juffrouw
Dientje Bood un koppie thee krege, dat was
den bar gezellug.
Jare later is domenee Tinholt beroepen in
Ouweschild op Tessel weer hai zoin leste jare
deur brocht heb.
Jan Jonker.
EVACUEE IN KALVERDIJK
Een verhaal van mevrouw S. Snijders-Groenewoud, met daarin haar herinneringen over de
tijd dat zij tijdens de tweede wereldoorlog met haar ouders en broers en zussen geëvacueerd
was van Bergen naar Kalverdijk (nu huisnummer 49).
Met ons gezin van vader en moeder en elf
kinderen woonden we in Bergen. In de oorlog
moesten er uit Bergen veel mensen evacueren
en ons gezin ook. Onze bestemming was
Ommen, wat natuurlijk heel erg vreemd was en
ook heel ver. Maar oom Arie Spaansen in
Kalverdijk, die getrouwd was met juffrouw
Groenewoud, bracht uitkomst. We mochten op
de zolder van zijn koolschuur wonen. In de
winter zijn we verhuisd, gelukkig lag er geen
sneeuw. Achter in de schuur was een houten
trap naar boven. Omdat mijn twee jongste
zusjes nog klein waren moet het toch wel
gevaarlijk geweest zijn. Waarschijnlijk hadden
ze goede engelbewaarders.
Aan de voorkant van de koolschuur waren twee
hoge raampjes. Alleen als je ging staan kon je
naar buiten kijken. Later is er een groter raam
ingezet. Er was op de zolder een houten
afscheiding voor een woonkamer en ook aan de
achterkant was een afscheiding voor de keuken.
In de ruimte daartussen waren 3 slaapkamers.
Vader en moeder sliepen in de eerste kamer, de
jongens in de tweede en de meisjes in de
laatste slaapkamer. Als afscheiding hingen er
overgordijnen. Later werden die vervangen door
latwerk met karton ertussen.
Er was geen waterleiding. We kregen water van
buurman Boerdijk. Met een tuinslang werd een
melkbus gevuld met kraanwater. Of waren het
twee melkbussen? Met zo'n groot gezin was er
toch heel wat water nodig. Hoe het in de strenge
winters ging weet ik niet. Voor de WC was het
water in ieder geval niet nodig, want die was
buiten. Meerdere mensen op de buurt hadden
de 'plee' buiten boven de sloot. Het was heel
lastig als je daar in het donker naar toe moest,
want er was natuurlijk geen straatverlichting. En
ook als het regende of sneeuwde was het
onplezierig. Als toiletpapier werden bladen van
de 'Vliegende Hollander' gebruikt. Dat waren
informatieblaadjes van het verzet die door
vliegtuigen uitgestrooid werden. Niet ideaal,
maar beter iets dan niets. Wat hebben we het
nu toch comfortabel en gemakkelijk.
Er was overal heel veel water in de directe
omgeving. Ook achter het huis waar wij
woonden was een sloot. Mijn jongste zusje is er
een keer in gevallen. Ze had een gebreid jurkje
aan met wijde rok. Moeder zag haar drijven en
sprong zo in de sloot en heeft haar gered. Maar
in de periode dat wij daar woonden zijn er ook
een paar kinderen verdronken. Met zoveel water
rondom de woonerven was dat bijna niet te
vermijden.
Met oom Arie mochten we soms met zijn schuit
mee naar zijn land. Was dat varen op de motor
of kloeten? Er staat mij iets bij van varen met de
kloet, maar omdat het vijfenzestig jaar geleden
is weet ik het niet meer precies. Ook ben ik
eens met Truus Boekei mee geweest in een
kano. Dat was de eerste keer in mijn leven en
ook de laatste keer. Jo Boerdijk die naast ons
woonde was eens met een emmertje water aan
-12-