Om 3 uur des namiddags van diezelfde dag wordt de burgemeester op het raadhuis van Harenkarspel geïnstalleerd. De "toonzetting" was hier een geheel andere dan te Warmenhuizen. Ik zou bijna zeggen veel milder en meer tegemoetkomend. Er viel daarbij zelfs geen kritische ondertoon te beluisteren. Na enige gedachtenisvolle woorden aan de plotseling overleden burgemeester Burger zei de waarnemend voorzitter van de Raad: "zoo zijn wij nu 9 weken verder en thans heeft Harenkarspel wederom een anderen burgemeester in haar midden; mogen wij verwachten een goed Burgervader in den heer Nolet". Het moet gezegd, dat de nieuwe burgemeester met vol vertrouwen tegemoet werd getreden en - zoals dat heet - de voorkeur van de twijfel genoot! Dat hij dat vertrouwen waard was zou in de toekomst ondubbelzinnig blijken. De installatie verliep rustig en waardig! Er was geen uiterlijk vertoon, zoals een luisterrijke intocht of serenade. En dat kon ook niet, want de installatie in beide gemeenten duurde tot in de avond. Mede daardoor werd er te Warmenhuizen op de avond na de installatiedag een feestavond gehouden in het Patronaatsgebouw. Deze avond, waarop alle notabelen, waaronder pastoor Lasance, notaris Pinxter, dokter van Hesteren, onderwijzend personeel, wethouders en raadsleden, aanwezig waren, moet de burge meester en zijn verloofde - getuige zijn dankwoord heel erg goed hebben gedaan. "Hij was zeer getroffen door de wijze, waarop hem deze avond de gelegenheid was geboden tot een nadere kennismaking". begon zijn werk onder een goed "gesternte", maar of dat toentertijd ook gezegd kon worden van de economische omstandighedenzeer twijfelachtig. We stonden aan de vooravond van een hevige wereldcrisis, terwijl de vraag naar de overwegend agrarische teelten, waar van de meeste gezinnen in Warmenhuizen als ook in Harenkarspel moesten leven, niet altijd groot was en de prijs daarvan navenant. De dertiger jaren waren zeker niet gemakkelijk; er heerste armoe en het beleid van de gemeente moest daarop worden afgestemd. Plannen mocht je maken, maar kon je niet uitvoeren. Daarbij was er - zeker na 1933 - de dreiging van onze "oosterburen", waarvan de gedragin gen en uitspraken van hun "grote leider" onheilspellend en zeer oorlogszuchtig waren! Zeker ook als burgemeester voelde je je betrokken bij meest het wel en wee van de gemeentenaren, zeker toen Nederland in 1939 mobiliseerde. In die tijd vertrouwde men "het goede" en wilde men niet denken aan oorlog. Maar 10 mei 1940Vanaf die datum moeten de vijf volgende jaren voor burge meester Nolet en zijn gezin één grote nachtmerrie zijn geweest. Er werd heel veel van hem verwacht! Ja, de nieuwe burge meester, Henricus Nolet, Gemeentehuis van Warmenhuizen rond 1940. Het bordje verwijst naar het station. -6-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2009 | | pagina 8