Ach, de Nolets waren bepaald integer, verwachtten behandeld te worden op een wijze zoals zij hun medemensen tegemoet traden en hadden daarin - zo veronderstel ik - een onbeperkt vertrouwen. Is het dan zo vreemd, dat zij die "onderwereldfiguur" Lages op zijn woord geloofden? Als de burgemeester zich vrijwillig aanmeldde dan werd hij na 3 maanden ontslagen! Lees goed: na 3 maanden Mevrouw Nolet werd op Witte Donderdag, 6 april tijdens het appèl "bij haar nummer uitgeroepen zich te vervoegen aan de Schreibstube". Werd zij in vrijheid gesteld? Zij had het al eerder gezegd - voor de grap - met Pasen laten ze een gevangene vrij, gelijk Bar-Abbas, en dat zal ik dan zijn?! Ze had bepaald een voorgevoel en die werd werkelijkheid. Maar de reden daartoe bleek na een moeilijke reis vanuit het kamp Vught, in Amsterdam. Daar hoopte zij haar man, de burgemeester, te ontmoeten. Dat dit niet kon, omdat hij zich voor haar - dus op advies van zijn broers - vrijwillig had gemeld bij de Sicherheitsdienst, was niet slechts een teleurstelling voor haar maar vooral een ontgoocheling. Een ontgooche ling, die haar naast begrijpelijke woede heel veel tranenleed heeft berokkend. Voor alle volledigheid moet daarbij worden opgemerkt, dat zij de beide broers van haar man later hun "grote stommiteit, gevolg van naïviteit" heeft vergeven! De burgemeester heeft geen 3 maanden, maar ongeveer 9 maanden gevangen gezeten. Hij was opgesloten in "das Polizeiliches Durchgangslager" te Amersfoort. Kamp Amersfoort was in verhouding met andere concentratie kampen een klein en provisorisch kamp, dat in de periode 1941-1945 onder toezicht stond van de Duitse politie. Verwaarlozing, honger, mishandeling en moord drukten een stempel op het verblijf van de gevangenen van de Sicherheitsdienst! Berucht is dat kamp vooral geworden door een zwaar psychisch gestoord mens, kampbeul Kotalla (*zie de 4 van Breda). Waarom hij zonder nadere "bijzonderhe den" uit dit kamp op 21 december 1944 is ontslagen mag best een Godswonder worden genoemd. Wellicht hebben bepaalde omstandigheden met daarbij gevoegd het schriftelijke verzoek de dato 11 december 1944 van mevrouw en haar kinderen een doorslaggevende rol gespeeld. Hij mocht zich toen - naar ik vermoed met "littekens op zijn ziel" - weer voegen bij zijn gezin. Dat had inmiddels een eigen huisje, dat meer leek op een woonwagen dan op een woning, betrokken te Heiloo. De laatste oorlogsmaanden in een "barre" winter waren aangebroken. Er was van alles te weinig, zeg maar gerust bijna niets. En dan te moeten wonen in een woning, die ruimtelijk alles te wensen overliet en dat dan met onrust in je lijf door alles wat je hebt meegemaakt, wat is gebeurd. Een echtgenote grijs geworden van angst, zorgen en verdriet! Het is voorstelbaar, datje dan niet komt tot een positieve gemoedsinstelling, een levenshouding die je moet helpen het onrecht, datje is aangedaan, te kunnen verwerken. Vooral dan heb je mensen "om je heen" nodig, die veel zo niet alles voor jou en je gezin willen doen om te helpen. Helpen, en nog eens helpen In de eerder vermelde kroniek van mevrouw Nolet lees ik de namen van vrienden te Heiloo. Verknochte inwoners. Mensen uit zowel Harenkarspel als ook uit Warmenhuizen, die - soms voor de familie in Heiloo bedelend - zorgden voor warmte, voedsel en "kookgenot". Een moeilijke, zware tijd moest worden overbrugd en dat is gelukt dank zij velen, die zich "verant woordelijk" voelden voor het wel en wee van hun burgemeester en zijn gezin! Tot 9 mei 1945 - zo lees ik - de datum dat het gezin Nolet terugkeerde naar hun vertrouwde woning: Dorpsstraat 94 te Warmenhuizen. In die tijd - de overgave van de Duitsers in bezet Nederland was op 5 mei te Wageningen getekend - was het een eensgezind feest. -10-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2009 | | pagina 12