UITVINDING ELEKTRICITEIT Na dit artikel volgt een artikel van Jan Jonker over de invoering van elektriciteit en radio in Dirkshorn. Dit artikel gaat over de uitvinding van de elektriciteit en is een deels overgeno men artikel uit het blad Traditie, een tijdschrift over alledaagse dingen, tradities en rituelen, uitgegeven door het Nederlands Centrum van Volkscultuur. Tekst: Connie Harkema en Piet de Boer, met dank aan het Nederlands Elektriciteits Museum in Hoenderloo. De uitvinding van elektriciteit heeft heel wat in ons dagelijks leven teweeggebracht. Eerst kwam de straatverlichting, waarvoor men de benodigde elektriciteit in centrales opwekte. Later verschenen er apparaten op de markt om het werken in het huishouden aangenamer te maken. Tegenwoordig kunnen wij ons geen leven zonder elektrische apparatuur meer voorstellen. Het begin van elektriciteit ligt in de middeleeuwen. Toen gebruikten reizigers magnetische stenen om te bepalen waar het noorden lag. Later, tussen 1740 en 1750, experimenteerde de Amerikaanse geleerde Benjamin Franklin met elektriciteit. Zo toonde hij met behulp van een vlieger aan, dat bliksem elektrisch is geladen. En aan het einde van de achttiende eeuw ontwikkelde de Italiaan Alessandro Volta de eerste batterij en wekte daarmee een elektrische stroom op. Stroomversnelling Maar de grootste doorbraak kwam in 1831, toen Michael Faraday ontdekte dat met een draaiende magneet in een spoel van metaaldraad elektriciteit kon worden opgewekt. Hiermee was de eerste elektrische motor geboren. Zijn ideeen werden al snel in de praktijk gebracht. Er kwamen grote generatoren en elektromotors. Veertig jaar later ontwikkelde de Belg Zenobe een dynamo, waarmee een betrouwbare en regelmatige elektrische stroom kon worden opgewekt. Men ontdekte dat deze nieuwe energiebron ook licht kon produceren. De eerste geslaagde gloeilamp werd in Engeland rond 1860 ontwikkeld door Joseph Swan en in Amerika door de beroemde uitvinder Thomas Edison. Al snel daarna werden fabrieken, en ook huizen, met elektriciteit verlicht. Met elektriciteit konden ook boodschappen over lange afstanden worden over gebracht. De telegraaf werd ontwikkeld, waarbij Guglielmo Marconi de ontwerper is van de eerste draadloze telegraaf. In 1876 kwam Alexander Graham Bell met de eerste telefoon en ontwikkelde Ernst Siemens de eerste elektrische locomotief. Spoorbrug De introductie van de elektriciteit in het dagelijks leven startte in de tweede helft van de negentiende eeuw. Al op de Eerste Internatio nale Elektriciteits Tentoonstelling in Parijs in 1881 wilde men belangstelling wekken voor deze nieuwe energiebron. Aanvankelijk ging het vooral om verlichting. Arbeiders kregen in hun fabriek te maken met elektrisch licht. Maar ook in de gevangenissen van Arnhem, Breda en Scheveningen kwam elektriciteit. De eerste keer dat bedrijven elektriciteit toepasten, was bij de aanleg van een spoorbrug op het traject Rotterdam-Antwerpen in december 1854. De brug over de rivier De Mark bij Zevenbergen moest op tijd klaar zijn. Dit dreigde te mislukken, omdat de winterdagen te kort waren, ingenieur J.J. van Kerkwijk liet een experimentele koolstoflamp met batterijen komen uit De Koninklijke Militaire Academie in Breda. Na wat aanpassingen kon de lamp twee uur branden voordat de koolstofstaven vervangen moesten worden. Door deze verlichting kon ook 's avonds en 's nachts gewerkt worden en kwam de brug op tijd klaar. -16-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2009 | | pagina 18