UITKOMST VAN ONDERZOEKINGEN IN HET REKERMOND PROJECT DEEL 4.
Wanneer werd er begonnen met de bouw van 'tHuys ten Nuwendoorn.
In de herfst van 2008 en in de winter van 2009 heeft het bureau Hollandia Archeologen uit
Zaandijk onder leiding van wetenschapper Guus van den Berg uit Callantsoog, een onderzoek
gedaan op het kasteelterrein "Huys ten Nuewendoren". Eigenaar en opdrachtgever was de
provincie Noord-Holland die dit bekostigde met 500.000 euro's. Doel was om te kijken hoe er meer
uit te halen was uit de opgravingen bij en in de omgeving van het kasteel in het kader van een
historische route.
1 - het verwijderen van de begroeiing in de omgeving zodat de contouren van het voormalige
kasteel beter zichtbaar zijn.
2 - het is de bedoeling dat het terrein voor het publiek toegankelijk wordt en de aanwezige
cultuurresten van het terrein ook zichtbaar blijven.
3 - het verbreden en uitdiepen van dichtbegroeide delen van de in de jaren '60 van de vorige eeuw
al uitgegraven slotgrachten.
4 - de modder uit de slotgrachten wordt gestort op het oude dijktracé dat nog voor het kasteel
langs loopt (zie kaartje, midden in de cirkel), dus de voorganger van de huidige Westfriesedijk. Op
deze verhoging komt een wandel- en fietspad om het kasteelterrein te bereiken. Dit pad gaat lopen
vanaf de Westfriesedijk.
Melis Stoke hofdichter en klerk van graaf Floris V
(1254-1296), schrijft in 1296 "ende braken 'tHuys
ten Nyewendueren, dat al niet en was volmaect".
Dus in die tijd werd het kasteel dat nog niet klaar
was, zodanig verwoest door de West-Friezen dat
men het opnieuw moest opbouwen. Stoke verhaalt
in zijn geschriften dat Floris V in 1282 begonnen
was met een begin te maken van kasteel
Nuwendoren tussen Krabbendam en Eenigenburg.
Hi had begonnen te Nyewendoren
Sider daer na een veste
Die nu wel naer es die beste
Die in alden lande staet
Aangezien het land "Nyewendoren" al vrij hoog lag
in deze omgeving, is het misschien mogelijk
geweest dat Floris V begonnen was op een al
bestaande vluchtburcht. Deze vluchtburcht was
een verhoging in het landschap om zich veilig te stellen met het vee en gezin ten opzichte van het
omringende water. Echter er zijn in de archieven nergens aanwijzingen die een vluchtburcht
aannemelijk maken, maar er moet waarschijnlijk toch aan zoiets gedacht worden.
Floris V maakte wel aanspraken op West-Friesland maar had het daar oorspronkelijk
niet voor het zeggen. Pas in 1289 werden de West-Friezen onderworpen. Maar welk belang had
Floris V bij een kasteel zover in het noordwesten van West-Friesland. Als men de plaats bekijkt
waar het kasteel op staat, dan denk je eerder aan een defensieve burcht. Een burcht is een andefe
benaming voor versterkt kasteel. Een burcht om aan te vallen was niet nodig na de onderwerping
van 1289. Er was tolheffing bij de Rekerdam die gemaakt werd vanaf 1264 en landbelasting (cijns
genaamd).
Bron.
Melis Stoke Rijmkroniek van Holland vers 5109-5112.
Buro Hollandia te Zaandijk.
Sam Schipper.
-15-