weer een paard en een wagen. Daarmee reden vader en zoon de ene dag naar Alkmaar, dan fietsten ze 's avonds naar huis en de dag erop kwamen ze met hun gerij weer in Sint Maarten terug. Hun vervoerspapieren moesten dan wel in orde zijn, want de controle was grondig. De laatste oorlogsmaanden hebben ze nog samen gewerkt met schipper Kant uit Dirkshorn. Zijn boot werd dan getrokken door drie mannen die als trekpaarden fungeerden, met een echt paard kon je niet overal komen. Zo bereikten ze na twee zware dagen met hun 20-tons boot Alkmaar. Daar werd een hele dag besteed aan uitladen, boodschappen doen en inladen. Dan volgden twee dagen voor de terugreis, waarna in het weekeind de nieuwe reis naar Alkmaar werd voorbereid. Daar werd niet met enthousiasme naar uitgekeken. Direct na de oorlog werd de auto weer onder het stro vandaan gehaald. De Goede sloopte de gasgenerator er uit, die was nog jarenlang een bezienswaardigheid op het erf. Toen de motor was teruggeplaatst, kon de bodedienst worden hervat. Het vervoeren van groente nam al vrij snel een grote vlucht. Uiteindelijk kwam het er op neer dat Jan elke dag naar de veiling in Warmenhuizen reed en er tot het einde moest blijven. In Sint Maarten en omgeving waren destijds veel evacués vanuit Den Helder ondergebracht, niet alleen in woonhuizen, maar ook in schuren en zelfs in kippenschuren. De toekomstige vrouw van Jan jr, Jo Wisse heeft ook nog in zo'n schuur gewoond. Deze evacués wilden na de oorlog weer terug. Daardoor ontwikkelde zich het verhuisgebeuren. Het werd dermate groot dat De Kraker een "erkend verhuisbedrijf" mocht worden genoemd. Grote verhuizingen, zoals die van bejaardenhuizen en gemeentehuizen konden mettertijd worden geklaard. Inmiddels had zoon Giel zijn broer Jan vervangen. Hij trouwde op 2 juni 1953 met Marie Dekker uit Broek op Langedijk. Omstreeks die tijd werd een derde auto aangeschaft, met een open laadbak en losse zij- en achterschotten. Met deze wagen werden bloembollen in manden, aardappelen in zakken en kool en groente - voornamelijk slabonen - vervoerd. Zoon Wim, die al een aantal jaren in het bedrijf werkzaam was, kreeg in 1955 een eigen auto die vrijwel uitsluitend voor groentevervoer werd gebruikt. De grote bollentelers en bollenhandelaren uit de Stroet en omgeving lieten weten dat ze met De Kraker meer zaken wilden doen. Het bedrijf voldeed aan hun vraag en had vanaf 1958 altijd vier auto's op de weg. De garage was daar niet op ingesteld, bijgevolg verhuisde De Kraker in 1967 naar de Groenveldsdijk waar een nieuwe garage en een nieuw woonhuis was gebouwd. Op de Groenveldsedijk. Vader Jan had het bedrijf groot zien worden. Hij had ook zijn gezin met 11 kinderen een goede boterham kunnen bezorgen en werkgelegenheid voor zijn zonen geschapen. Toen hij 65 jaar werd koos hij voor zichzelf en zijn vrouw Kneeltje. Er werd officieel afscheid van hem genomen, maar de nieuwe directie - gevormd door Giel en Piet - kwam hem nog bijna dagelijks ergens in het bedrijf tegen. Hun broer Wim had zich in 1963 terug getrokken. Piet exploiteerde de bodedienst en Giel regelde het losse vervoer. Toen Jan zich terugtrok, betekende dat ook het afscheid van de zaak voor moeder Kneeltje. Na haar ongeregeld leven braken nu rustiger tijden aan. Ze had nu geen kommernis meer over man en zonen in een steeds groeiend bedrijf. Geen enkele dag had ze dezelfde tijden van opstaan en slapen gaan gekend. Bijna nooit zaten haar 11 kinderen gezamenlijk aan tafel. Nu waren er geen klanten meer die aan de deur of via de telefoon afgehandeld moesten worden. De omschakeling was groot. Haar levensavond was goed, maar te kort. Al in 1971 werd ze door een hersenbloeding getroffen en toen ze tijdens haar herstel in Verpleeghuis Oudtburg -6-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2006 | | pagina 8