Holland. Hij kon plaatsen langs de kust van Den Helder tot IJmuiden opnoemen. Het bleek later dat hij zeer vaak met een torpedoboot in het donker veel onder onze kust had gevaren. Toch een bewijs dat de dat de schepen van de Engelse vloot wel dikwijls dicht onder de Nederlandse kust opereerden. De Duitsers vorderen de paarden. Bekend is dat het Duitse leger voor het transport van goederen van allerlei aard, in grote mate gebruik maakte van paarden. Door de verliezen in de oorlog, vooral in het oosten, begonnen de Duitsers in heel Europa de paarden te vorderen. Wij hadden drie paarden welke wij ook bitter hard nodig hadden voor allerlei werkzaamheden. Zo kwam voor ons ook het moment dat we de paarden moesten inleveren; de paarden werden gewoon gestolen. De dominee van Heerhugowaard heeft namens de betrokken boeren nog een dringend verzoek geschreven naar de Duitse commandant in Alkmaar, de opdracht in te trekken, en wel omdat de boeren noodzakelijkerwijs toch voedsel moesten produceren. Maar aan dit verzoek werd geen gehoor gegeven. In tegendeel, een week of zes later hebben ze deze groep boeren daarvoor nog zwaar gestraft, zie verder in het deel brandstichting. Vader Wagenaar wilde zich echter nog niet laten dwingen en besloot met zijn zoons, de paarden te laten "onderduiken". Deze tegenactie was echter wel een groot probleem. Een paard valt niet onder de categorie "klein vee" dat je tijdelijk in een kippenhok kan onderbrengen. Gelukkig hadden we die schuur ver in de polder nog beschikbaar. De paarden konden daar in een vlet na toe worden gebracht; voedsel kon worden aangevoerd. Dat was op te lossen. Maar nu hebben werkpaarden een vervelende eigenschap. Wanneer ze een dag hebben gewerkt, zijn ze rustig op de stal, maar zodra ze bijv. op zondag een dag rust hebben gehad, zijn ze werkelijk "stom vervelend". Zondagavond in de stal was het altijd al trekken en trappen tegen de achterschotten, opzij duwen etc. Eenmaal in de "onderduikschuur" bleek dit een euvel, de houten schotten werden stukgetrapt. Steeds repareren, het was na enkele dagen al een plaag. De Duitsers lieten het er ook niet bij zitten. Enkele dagen daarna werd onze boerderij heel vroeg in de morgen omsingeld. Ik was heel vroeg opgestaan om tomaten te gaan plukken. Terwijl ik in de gang naar de buitendeur liep zag ik door het gordijn een schaduw, alsof er iemand stond. Toen ik voorzichtig door een kiertje keek zag ik de rug van een Duitse soldaat, op een afstand van een paar decimeter. Duidelijk was voor mij dat ik zo snel mogelijk, en geruisloos, naar de schuilplaats moest verdwijnen. Vader Wagenaar werd even later gearresteerd en meegenomen naar Alkmaar. De familie werd daarop voorgelegd, de paarden in te leveren of anders gaat vader Wagenaar op transport naar Duitsland. De keuze was daarop niet moeilijk. Het werd spoedig wel duidelijk dat door het verlies van de paarden de "bedrijfsvoering" er niet gemakkelijker werd; tractoren hadden we niet en een wagen vol aardappelen kon je ook niet trekken. Het werd rond die tijd duidelijk dat de geallieerden in de lucht oppermachtig waren, overdag zowel als 's nachts. Bij goed weer kwamen de Amerikanen in de morgen over, waarbij wij er steeds tussen 1000 en 1200 telden. Die legden dan zg. ein Bombenteppich boven een stad. Een tapijt van bommen betekende dat de leider van de hele vloot een signaal gaf aan alle piloten, die dan tegelijk op een knop drukten, waarna alles beneden in een klap ontplofte. Een gruwelijke gedachte voor de mensen die er nog woonden. Wij hebben daar overigens weinig hinder van gehad, wij merkten hoogstens op "kijk daar zijn ze weer, zij zijn vandaag niet vroeg". Een kwartiertje gedreun hoog in de lucht, en wat achter bleef waren de witte strepen van de condens. Tot zover deel vier -29-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2006 | | pagina 31