De fresco's zijn bij de verwoesting van het slot in 1573 verloren gegaan. Dirickz Woutersz. had er in 1562 echter al aftekeningen van laten maken voor zijn te Brussel bewaard gebleven adelskroniek. De bekende Lamoraal van Egmont, kleinzoon van Jan in, woonde te Brussel op het Hof van Egmont (nu Egmontpaleis). Hij liet de fresco's kopiëren voor de grote zaal, later aangevuld met de opvolgers tot en met Procope Francois die in 1707 overleed. Helaas zijn deze schilderijen niet meer terug te vinden, wel zijn er aftekeningen van bewaard gebleven. In dit naslagwerk worden beide series aftekeningen voor het eerst naast elkaar gepubliceerd. De adelskroniek tekst en die van veel andere kronieken zijn letterlijk overgenomen. Bij alle heren is aangegeven wat (en waar) er over hen in betrouwbare bronnen gegevens te vinden zijn. Dit naslagwerk bevat een groot aantal algemene hoofdstukken waarin verschillende onderwerpen die met de heren van Egmont te maken hebben, uitvoerig worden belicht. De heren van Egmont waren na de graven van Holland de aanzienlijkste edelen in Holland. Veel is er over bepaalde heren in de loop der tijd in handschriften, deelstudies en boeken gepubliceerd. Deze publicaties zijn veelal moeilijk leesbaar en doorgaans niet meer te verkrijgen. Dit naslagwerk bespaart de geïnteresseerde veel zoekwerk. De intekenprijs is 66,50 euro. Meer informatie bij Sam Schipper, Schierigeven 24, Warmenhuizen, 0226-394845. DE BUSONDERNEMING VAN J. SPAANS, LATER WED. J. SPAANS KALVERDIJK Een stukje geschiedenis van de familie Spaans, ter gelegenheid van de reünie van de kleinkinderen van Johannes Spaans en Anna Dekker. Door Jan J. Spaans, Kerklaan 5, Oudorp. Jan Spaans, geboren te Kalverdijk in 1869, op 11 nov. dus 133 jaar geleden! En Anna Dekker, geboren te Burgerbrug op 29 januari 1875. Omstreeks 1900 traden zij in het huwelijk. Zij kregen samen 8 kinderen van wie er 5 in leven bleven; te weten: Trien, Jaap, Griet, Jans en Jan. De eerstgeborene was dochter Trien, daarna zoon Jaap, als derde zoon Jan, die na 335 dagen overleed, toen een dochter Griet, die slechts 19 dagen het levenslicht mocht zien, dan weer een zoon Jan, die maar 9 dagen in leven bleef, als nummer 6 dochter Griet, nummer 7 was dochter Jans en de laatste was weer een Jan. Van de niet jong gestorvenen zijn bovengenoemde vijf dus de nazaten. Opa Spaans was een sterke kerel en een harde werker, die alles aanpakte waar geld mee te verdienen was. Zo maaide hij in de zomer gras met de zeis en zoon Jaap moest hem daarbij als 12- jarige al helpen (die was dus toen al van school af). Hij vervoerde ook vee, eerst met paard en wagen. En toen de eerste auto's op de weg kwamen met een vrachtautootje, 's Maandags naar Alkmaar en op de donderdagen naar Schagen. De auto was dan al gauw vol, en als het vee aanbod te groot was werd het teveel aangebodene te voet begeleid door o.a. de oudste zoon Jaap. Onder weg werd het vee door de terugkerende auto opgepikt en zo naar de markt gebracht. Naast het vee nam hij ook pakjes mee, die baalde hij op of bezorgde ze bij mensen onderweg die dit kenbaar maakten d.m.v. een kaart in de ramen. Hij was de pionier van de tegenwoordige snelkoerier. Jaap en Trien hielpen hem daarbij, ondanks hun zeer jonge leeftijd; mee naar Alkmaar of Schagen, door weer en wind. Hard werken en zuinig leven. Toch hadden ze ook hun pleziertjes, zoals de kermis en het jagen. Zo waren ze een keer op jacht geweest en hadden wat hazen geschoten. Deze werden op vrijdag, vastendag, opgegeten. Dit moest "natuurlijk" worden opgebiecht bij de pastoor. Of Jaap er spijt van had weet ik niet, wel dat hij als penitentie geen 3 weesgegroetjes hoefde te bidden, maar op een volgende jacht een haas voor de pastoor mee moest nemen... En zo ging het leven verder. Langzaamaan ontstond er, naast de vraag om goederenvervoer een behoefte aan vervoer van mensen van huis naar huis. Het trammetje van Warmenhuizen deed dit immers niet. Een gat in de markt! Op 4 juni 1922 werd de sprong gewaagd: voor f 2000,- werd een autobus gekocht met wat geleend f 1200,-) en gespaard geld. Jaap was ondertussen 19 jaar en moest een rijbewijs hebben, wat hij kon halen in Alkmaar. Daar reed hij een paar rondjes in de Hout, een paar keer vooruit en achteruit, een paar keer remmen en: hij was geslaagd! Dat was het begin van een welvarend tijd voor de familie Spaans. Na een moeizame start in het eerste jaar begon het lekker te lopen. Steeds meer mensen

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2003 | | pagina 31