was er één op het nachthok van Maartje gevallen. De volgende dag hebben de boer en zijn zoon Jaap alles afgezocht, maar zelfs nog geen stukje oor van hun karbonade-wroeter kunnen terugvinden. In een kleine dorpsgemeenschap is meestal wel een café aanwezig en De Cocksdorp maakte hierop geen uitzondering. Wegens het feit dat er nog zeven mensen hier een kosthuis hadden gevonden, werd 's avonds vaak een biertje gedronken. Het was er meestal druk door de aanwezigheid van een flink aantal Duitse soldaten, die hier waren gelegerd, om te wachtlopen op de duinenrij om een eventuele landing te kunnen doorseinen, het zwaailicht onderhouden enz. Bij een van de gesprekken met de andere werknemers van het vliegveld vertelden enkelen dat ze hadden geprobeerd een ander kosthuis te zoeken, maar dat was niet gelukt. Met z'n drieën in hetzelfde kosthuis moesten ze op een open zolder slapen. Zonder W.C., in plaats hiervan stond een grote emmer en deze moest om de beurt geleegd worden door de deur boven het kleine grasveldje eronder. Dit was in ieder geval gemakkelijker dan met de emmer naar beneden te gaan naar het toilet in de hal. Cees Zeeuw uit Breezand had een geheel ander probleem, wel een heel goed kosthuis, 's avonds na thuiskomst van het vliegveld altijd een prima warme hap en een ruime slaapkamer beneden, met schone witte lakens en dekens en op het nachtkastje een wekker niets op aan te merken. De eerste nacht zo begon Cees zijn verhaal, werd ik 's nachts wakker met overal jeuk, ik dacht wat zullen we nu beleven, de dekens opengeslagen en uit bed gestapt. En wat dacht je, op het onderlaken overal vlooien, niet een stuk of vijf, zes, nee het barstte ervan. Dus ben ik in onderbroek en hemd naar een leunstoel in de keuken gegaan en omdat ik nogal mafferig was, vermoedelijk kort daarna in slaap gevallen en pas later wakker geworden door veel lawaai. Het echtpaar had hun slaapkamer evenals Cees ook beneden en de vrouw kwam even een glas water in de keuken halen om een pilletje te slikken. In het schemerdonker heeft ze hem in zijn witte onderbroek en lichtgekleurde hemd, onderuitgezakt met zijn hoofd een beetje naar beneden in slapende toestand zien zitten. Dat laatste heeft de vrouw natuurlijk niet kunnen constateren en het zal je maar gebeuren om totaal onverwacht naar je eigen gedachten, een dode man in een leunstoel te zien hangen. Ze heeft nog wel een angstige gil gegeven en is daarna flauwgevallen. Door dit ongewone geluid was haar man wakker geworden en ontdekte meteen, dat zijn vrouw het bed had verlaten, broek aangetrokken en met enkele grote stappen in de keuken te gaan kijken. Daar zag hij in zijn ogen zijn vrouw dood op de grond liggen met even verder een onbekende man dood in de leunstoel voorover hangen. Doordat hij in paniek de deur uitrende om bij de buren op de ramen te bonzen was ook de bouvier, de waakhond die altijd in de achterkeuken aanwezig was, luid beginnen te blaffen. Waardoor Cees wakker is geworden. Opeens ontdekte hij, ook voor hem, een dode vrouw op de grond en ging direct op zijn knieën naast haar zitten, om te kijken en te luisteren of ze misschien nog zou leven. Op dat moment kwam ook haar man met twee van de naaste buren in de keuken plus de nu snuffelende bouvier, die direct aan Cees begon, te ruiken, maar gelukkig had hij geen angst voor honden, hoewel deze er met zijn forse afmetingen en ruige vacht dreigend genoeg uitzag. Bijna was er nog een ongeluk gebeurd, toen de man, die Cees in zijn nachtkleding gehurkt naast zijn vrouw op de grond zag zitten hem in deze situatie beslist niet heeft herkend. Hij had meteen een keukenstoel gepakt om Cees daarmee in elkaar te slaan, maar gelukkig heeft hij op het laatste moment gezien wie de man was die mogelijk zijn vrouw wilde aanranden. Dit alles te samen zou een scène geweest kunnen zijn uit een spannende film, maar hier waren de hoofdrolspelers na deze nachtelijke gebeurtenissen toch blij dat er koffie kon worden geschonken en hoopten ze hun door deze bizarre omstandigheden verstoorde nachtrust nog even terug te kunnen vinden. De vier kippen, die in de tuin achter mijn kosthuis liepen te schrapen zorgden ervoor dat 's avonds bij de warme maaltijd meestal een ei naast ons bord was te zien. Hieraan is echter een ongewoon einde gekomen. Op een zondagmorgen waren alle vier Barnevelders verdwenen. Alles afgezocht, ook in de nabije omgeving, maar zelfs geen veertje gevonden. In zo'n geval wordt er dan meestal aan één mogelijke dader of daders gedacht, bij ons gingen deze naar een bepaalde richting waar mogelijk een grote pan met kippensoep zou staan te pruttelen. Voorlopig dus geen eieren op tafel. Van kopen in de winkel werd afgezien omdat eerder een paar bedorven exemplaren werden aangetroffen en waarna de Barnevelders zijn gekocht. Mijn kostbaas wist echter een tijdelijke oplossing, kort bij huis bevond zich in de duinen een meeuwenkolonie en de tijd was aangebroken voor deze bekende vogelsoort om straks te gaan broeden. Het zou een kleine moeite zijn om dan even een aantal eieren te rapen. Er 18

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2003 | | pagina 20