werd een gedenksteen inzake de eerste steenlegging geplaatst. De brede houten gootlijst met daarachter de dakgoot waarin het hemelwater bestemd voor het huishouden zijn weg vond, was ook voorzien van ornamenten. De zijkanten en de achterkant van de "boerenplaats" vertoonden degelijkheid, maar geen luxe. Voor het pand werden lei-lindebomen geplant, naast het grote pad aan de zuidkant en achter de boerderij kwamen iepen. Het echte bedrijfsgebeuren geschiedde aan de achterkant van de boerderij. Daar keek Strooper uit over zijn aanmerkelijk lager gelegen weilanden, over talloze akkers en sloten met als afsluiting, in de verte de duinen van Groet. De luxe werd ook aan de binnenkant doorgezet. Aan de straatkant kwamen een slaapkamer en daarnaast nog twee kamers, alle met hoge plafonds en bewerkte balken. De voorkamer grenzend aan de koegang was de eigenlijke woonkamer. Daarin bevond zich een grote schouw met er naast aan elke kant een alkoof die als kleedkamertje diende voor de erachter liggende bedstedes. De twee grote ramen in de voorkamer konden van binnen uit met schuifdeuren die over de brede vensterbanken werden geleid worden afgedekt. Grote, hoge schuifdeuren met glas-in-loodpanelen gaven toegang tot de ernaast liggende achterkamer die maar één raam had en rijker gestoffeerd en duurder gemeubileerd was. Daar weer naast, op de zuid-oosthoek bevond zich de slaapkamer met één groot raam aan de voorkant en een wat kleiner raam aan de padkant. De aan de zuidkant gelegen keuken grensde aan deze slaapkamer en daarnaast waren de darsdeuren. Overal rond de dorsch en de er achter gelegen hooiberg bevonden zich stevige open zolders. Die werden gebruikt voor het opslaan van veevoer, voorraden graan en wol en van kleine gebruiksvoorwerpen voor het bedrijf en de huishouding. In de boerderij was geen toilet. In de winter benutte je daarvoor de "groep" achter de koeien en in andere tijden het huisje boven de sloot. Pas in de dertiger jaren, toen er een gierkelder op het achtererf werd gebouwd kwam er een w.c. op de mestplaat te staan. Weer later, rond 1960, werd in het achterste deel van de boerderij een toilet gevestigd. Dorus Stadegaard ging met zijn Maria in het voorste deel van het pand wonen, op de zuid-oosthoek. Zijn broer Willem woonde een paar jaar aan de achterkant en in de voorkamer. In het "staltje" de plek waar 's zomers werd geleefd en waar in de winter jongvee stond, bevond zich een diepe schouw met daarin kookgelegenheid. Daar hingen ook de hammen. Toen Willem er niet meer woonde werd zijn woonruimte verhuurd aan Arie Mekken. Het voorste woonverblijf werd ook nog enkele jaren bewoond door het gezin van Piet Nannes. Dat was nadat Dorus Stadegaard was gaan rentenieren in het huis aan de Dorpsstraat dat ook nog door meester Nelissen bewoond was en nadien door Cor Beemsterboer werd gekocht. Beemsterboer legde in die door hem betrokken woning de basis voor de multinational "BEJO Zaden B.V." Stadegaard kreeg drie kinderen, een zoon die al op jonge leeftijd stierf en twee dochters. Dochter Truus trouwde met Meester Nelissen van de Openbare Lagere School. Zij vestigden zich na de benoeming tot hoofd van de Landbouwschool aldaar in Beltrum, dat vlak bij Groenlo ligt. Truus 7 Noord Holland, waterland. Met de hele familie Nannes in een schuit. In 't midden Klaas de Geus met de kloet in de hand in zijn schuit.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2003 | | pagina 9