café "De Ooievaar" eer het verbouwd werd. 's Zomers kwamen de poepen om bij de boeren te
maaien en 's avonds liepen ze door het dorp, met hun zwart zijden petjes en blauw gestreepte
overhemden. Ook vond ik het zo leuk als grote meisjes gelijk wandelden en breiden. Een
breimandje, waarin de kluwen was, hing aan hun arm. Tegen St. Nicolaas ventten de
koekvrouwen, meestal arme weduwvrouwen, met twee trommels, soms aan een juk gedragen,
voorzien van heerlijke speculaas, taai-taai en koekharten. Was er één en kwam je dan onverwacht
binnen, dan werd er vaak handig zoiets heerlijks weggemoffeld, dat voor 6 December was
bestemd.
Januari kwamen een man en een vrouw met de driekoningenster langs de deuren en zongen "hier
komen wij met onze ster, met onze ster van Betlehem" steeds de ster ronddraaiende. Ook het
Kerstfeest vond ik prachtig. Meester De Geus leerde ons kerstliedjes en dan kwam in de kerk die
prachtige kerstboom, toen dubbel gewaardeerd, omdat in huis nog niemand er één had. Ik hoor
nog de grote jongens zingen van 'Wij ploegen en wij eggen, wij zaaien op het land, maar wasdom
en gedijen staat in des Heren hand". Ik werd er koud van. Dan het prachtige "Eere zij God" op het
orgel, 't was echt prachtig. Toen ik het kerstfeest eens bij mijn nichtjes in Burgerbrug vierde en ze
daar jodenkoeken om de kerstboom aten en chocolademelk dronken, vond ik dat maar raar. Wij
kregen een cadeautje en een zakje snoep mee naar huis en dat vond ik veel mooier. Soms
kwamen er muzikanten, die op enkele plaatsen van ons dorp hun vouwstoeltjes neerplanten en
dan schetterde hun "O, Susanna" vrolijk door de straat. Ook orgels brachten vrolijkheid. Op één
was een beweegbare plaat, de oorlog in Transvaal voorstellende. Een ander was versierd met
poppen, die de maat sloegen en hun kop ronddraaiden. En dan niet te vergeten de
openluchtvoorstellingen door Petsold en andere artiesten. Acrobatiek, goochelen, krachttoeren en
clowns, alles werd op de buurt of op 't Stalplein prachtig uitgevoerd. Ook de eerste grammofoon
hoorde ik bij zo'n gelegenheid. Uit de grote hoorn klonk heel duidelijk "Maandag bonen, Dinsdag
bonen, Woensdag bonen, Altijd bonen". De voorstelling begon pas als er genoeg geld was
geworpen op het kleed, dat op de straat lag uitgespreid. Een andere keer kwamen liedjeszangers,
die op hartroerende wijze de (meestal tragische) gebeurtenissen aan den volke bekend maakten,
op een wijze van hun voorvaderen, de troubadours, waardig. Ik herinner me Het verdwenen
knaapje te Zeist".
Geboortehuis mevr. Mink-de Groot, Fabrieksstraat te Warmenhuizen
22