DE RIETGREB
Op de vraag van voorzitter Beemsterboer tijdens de jaarvergadering of iemand van de Coog nog
iets te melden had, vertelde dhr. M. Dekker op onnavolgbare wijze dat men bezig was om de
laatste eigenaren van de grond van vlak voor de verkaveling te achterhalen en vast te leggen. Hij
vertelt zelf verder: "Daarbij kom je op verschillende interessante zaken terecht, omdat b.v. de
datum van het begin van de ruilverkavelingen zeer verschillend is. De verkaveling ten NW van
Warmenhuizen sloot aan op de Ringpolder 1959 en de ruilverkaveling tussen de Trambaan in
1968. Maar de ruilverkaveling van de Greb had reeds in 1955 plaatsgevonden en werd bij
toedeling van het Geestmerambacht weer meegenomen.
Bij het proberen om te achterhalen hoe de situatie was voor die tijd kwamen mij een paar
gezegdes van mijn vader (Jacob Dekker Hzn) naar voren, o.a. "als je goed kan Greppen dan is je
kossie kocht". Dat hield in dat je goed kon riet maaien of zigten en dat je goed kon afplaggen of
steken. Het was n.l. zo dat je na een aantal jaren het rietveld moest afsteken, omdat anders de
bovenlaag teveel gras ging bevatten. Iets wat de kwaliteit van het riet zeer benadeelde.
Een tweede opmerking kwam van dhr. J. Kraakman die zei, "dat als zijn hooivoorraad in het
vierkant op z'n end liep, hij op de Grebzoden terechtkwam".
Dat hield dus in dat voor het hooi in huis kwam er eerst een laag rietzoden uit de Greb op de
bodem van de schuur gelegd werd om het hooi droog te houden. Daarnaast kwamen we tijdens
het zoeken naar de geschiedenis over de landeigenaren in de Greb zeer bijzondere dingen tegen,
vooral uit het onderzoek dat door dhr. G. Boekei gedaan wordt. Zo blijkt dat het aantal
landeigenaren in de z.g. rietgreb zeer bijzonder was ten opzichte van het land erom heen. Tussen
1730 en 1830 is daar veel veranderd en land versnippert. In de akten staan 10-tallen perceeltjes
en eigenaren met b.v. 4 of 5 snees Grebland. Een snees land was toen 238 m2dus erg weinig.
Als men de lijst van eigenaren leest komt men veel, nu nog bekende, familienamen tegen uit
Warmenhuizen, Schoorldam en Koedijk. Zij hadden hun eigen riet en plaggenvoorziening en wat
men over had verkocht men weer. Het was ook van economisch belang.
Toen men in 1955 tot ruilverkaveling besloot, was de situatie zoals hierboven beschreven dus
1830 praktisch weer verdwenen. De grondpercelen hadden toen weer meer normaal aanzien
gekregen. De Rietgreb was omgezet in bouwland en zeer geschikt voor de teelt van
tuinbouwgewassen".
De heren Boekei, Dekker en Kraakman zijn van mening dat de z.g. Rietgreb van belang is geweest
voor onze hele omgeving. Dat blijkt uit hun onderzoeken en ook uit de gesprekken die ze voerden
met 80- en 90-jarigen, eigenaren of bewerkers van deze Grebpolder. Het onderzoek is nog niet
afgesloten en zal nog wel even voortduren. Als het zover is komt het in boekvorm uit. De
geschiedenis van land en grond ten westen van Warmenhuizen.
M. Dekker
***-*-
Wij ontvingen
Genealogie Berkhout, prachtig en goed overzichtelijk geschreven;
Oude platen en een rol schoolplaat van dhr. Bert Grandiek;
Grote foto's, schilderijen, platen, koperwerk, wandborden en een geborduurd schilderij van
Warmenhuizen van mevr. Van Hesteren-Terpstra;
Boeken en erwtenschaar van fam. Jaap de Graaf;
24-delige Oosthof Encyclopedie+jaarboeken van fam. Joop Karsten;
Bollenzeven, gladiolenzeef enz. van fam. Nannes, Krankhoorn 14;
Bascule en bollenmand van fam. Klaas Ligthart;
Een 40-tal foto's van Warmenhuizen allerlei aard van dhr. P. Mooij, fotograaf te Bergen
10