KAART VAN HET GEESTMERAMBACHT
Hoge waterstand, lage waterstand, water wat niet tijdig afgevoerd wordt met als gevolg wateroverlast
(1996), het zijn perikelen die niet alleen nu, maar ook in vroegere jaren al speelden. Mooi is dat men in
die tijd al naar de rechtspraak kon gaan, in dit geval het Hof van Holland. Op de kaart ziet u de kerk van
Harenkarspel staan op Kerkebuurt. "Sybelhuysen" is de buurtschap tussen Eenigenburg en Tuitjenhorn.
Uit het artikel wordt duidelijk dat een "verlaat" een doorlaat is voor water. Het Hof wilde dat men er een
sluis van zou maken, een voor die tijd zeer kostbare onderneming.
Op 10 december 1641 werd door het Hof van Holland uitspraak gedaan in een proces tussen
enerzijds "de Waerschappen van Geestmerambacht" en anderzijds "de respectieve Schouten en Regenten
van Haringcarspel, Ste. Maerten ende Einigenburch". De laatsten, dan wel hun voorgangers - dit maakt
het bewaarde procesverslag niet duidelijk - hadden in de sloten waarlangs het Geestmerambacht zijn
overtollige water kwijt moest raken, drie verlaten gebouwd. Deze staan op de kaart ingetekend en
worden in de legenda genoemd als het "Burgerverlaat" (onder letter B), het "Sybelhuyser Verlaat (letter
C) en het "Calverdyckverlaat" (letter E). Ze stonden onder beheer van de genoemde "Schouten en
Regenten van Einigenburch, de Banne van Ste. Maerten en Haringkarspel". De bewoners van
Geestmerambacht konden door de aanleg van deze verlaten hun teveel aan water nu niet meer vrijelijk
laten wegstromen in de richting van de sluis nabij Aartswoud.
In de uitspraak stelde het Hof de beheerders van de drie verlaten voor de volgende keus. Zij
dienden de verlaten of geheel weg te halen, "ofte daerin te doen hangen vier deuren, met een schutdeur,
twee aen de noortzyde en twee aen de zuidzyde", om zo het water uit Geestmerambacht een vrije
doortocht te kunnen verlenen indien dat nodig was. Indien zij voor het tweede alternatief kozen, zo werd
toegevoegd, moesten zij "de voorschreven deuren en schutdeur ten eeuwigen dage onderhouden tot
haarlieder kosten en (mochten zij) dezelve (de vier deuren en de schutdeur, alleen dan) digt houden,
(zolang) de landen, boezemen en waterlozingen van Geestmerambacht mogen blyven ontlast van het
water, komende door het voorschreven verlaat".
De eisers kregen bovendien toestemming om, indien de schouten en regenten in gebreke bleven ten
aanzien van de uitvoering van het vonnis, opnieuw hun beklag te doen bij het Hof.
Het is niet met zekerheid vast te stellen of deze kaart ook oorspronkelijk getekend werd als
illustratie voor dit proces. Het woord (Copie) boven de leganda doet vermoeden, dat er een (oudere,
vergelijkbare) kaart aan vooraf gegaan is. De oostelijke begrenzing doet vermoeden dat zowel de
Heerhugowaard als het Woudmeer op het moment van tekenen nog niet waren drooggemalen. Deze
inpolderingen hadden plaats in 1631 respectievelijk 1634, een aantal jaren voor het proces. De niet
ingekleurde oppervlakten buiten de noord-zuid lopende oostgrens van Geestmerambacht vormden de
oever van de nog niet bedijkte Heerhugowaard. Ze zijn nog niet terug te vinden op de gedrukte kaart van
deze droogmakerij en in het kaartboekje van Baert Claess. Indien de kaart in 1641 getekend werd,
gebeurde dit op basis van enigszins verouderde gegevens. Dit zal men ook niet bezwaarlijk gevonden
hebben omdat de aanleiding tot vervaardiging niets met de Heerhugowaard en het Woudmeer van doen
had. Het proces van 1641 werd gevoerd met als inzet de drie verlaten. Deze en andere waterstaatkundige
werken die voor de afvoer van het water uit Geestmerambacht van belang waren, staan op de kaart
duidelijk ingetekend. Een tweede mogelijkheid is dat de kaart van een veel oudere datum is. Hij is dan
vermoedelijk gecopieerd en de waterstaatkundige werken zijn dan waarschijnlijk ten behoeve van het
proces bijgetekend.
Literatuur: Avis (1967); Schilstra (1981);
Donkersloot-de Vrij (1981)