Wc hakten met houten zwaarden op elkaar in en zo werden hele veldslagen geleverd. Ook later toen die
kinderen volwassen werden leidde de scheiding tot regelrechte drama's. Liefde laat zich nu eenmaal niet
programmeren.
Toen kwam het gedenkwaardige jaar
1429 Na een kwakkelend begin van
de winter in januari zakte op 9 februa
ri de temperatuur tot bijna 30 graden
onder nul. Al snel lag het IJsselmeer
dicht en reden ze met vrachtauto's
over het ijs. o.a. de auto van Delver.
de kolenboer.
Op het "Waardje" bij Oudkarspel werden nationale wedstrijden gehouden. De favoriet was Dolf van der Scheer,
een Wageningse student. Eén van de deelnemers was Ane Ligthart uit Warmenhuizen. die opviel door een
prachtige soepele stijl (zo beoordeelde ik dat tenminste).
Volgens de tegenwoordige maatstaven leefde men toen onder wel zeer barre omstandigheden in de niet van
spouwmuren voorziene huizen. Alleen in de woonkamer stond een kachel, die meestal s nachts uitging tenzij
men zich antraciet kon veroorloven. De slaapkamers waren niet verwarmd, zodat men 's morgens het ijs in de
lampetkan moest stukstoten en voortdurend zat te modderen met bevroren waterleidingen. Als deze ontdooiden
begonnen ze meteen te spuiten, zodat een ijsvloer in de keuken een bekend ongemak was.
Maar 1929 had een nog onvergelijkelijk veel ernstiger ramp in petto, een ramp die tot in de oorlog doorwerkte
en de gehele wereldbevolking trof. Dat was de beruchte beurskrach van New York op 24 oktober. Het gehele
econonomische leven zakte mondiaal als een pudding in elkaar.
De gevolgen waren verschikkelijk. ook voor Warmenhuizen. Grote werkloosheid en grote armoede, onvol
doende kleding en dekking en leven op de rand van de ondervoeding. Dit was weer de oorzaak van veel ziekten
cn aangezien antibiotica toen nog onbekend was. stond de medische wereld vrijwel machteloos tegenover de
talloze besmettelijke aandoeningen. Volksziekte nummer 1 was de tuberculose die vele slachtoffers maakte.
Overal zag men de tenten van de Kruisverenigingen, waarin de patiënten soms jarenlang lagen te kuren.
De hardwerkende kleine zelfstandigen verdienden geen rooie cent. moesten zelfs jaarlijks geld toeleggen op hun
bedrijfjes en verkeerden daardoor als spoedig eveneens in grote moeilijkheden.
Sociale voorzieningen waren er nauwelijks en voorzover ze er waren, grotendeels onvoldoende.
De benarde sociale omstandigheden waaronder de mensen toen leefden en die met een zeker fatalisme werd
aanvaard zijn wel door de officiële instanties onderkend, maar leidden niet tot doelmatige hulpprogramma's De
leuze van Minister-President Colijn hield alleen maar in dat men zich diende aan te passen.
In '36 cn '37 is door het Staatstoezicht op de Volksgezondheid plaatselijk een onderzoek ingesteld onder leiding
van dhr. Eijkel Dit werd door mej. Daniels uitgevoerd aan de hand van huishoudboekjes. Het door haar in '37
uitgebrachte rapport bevestigde tot in details het boven beschreven beeld
Iemand die deze droeve omstandigheden niet heeft gekend, zal zich heel moeilijk een voorstelling kunnen
maken van het toenmalige leven.
Blijkbaar geldt dat ook voor dhr. Diekstra. die overigens zeer interessante columns weet te schrijven. Hij gaf in
het Noordhollands Dagblad van 28-2-1994 voor het verdwijnen van infectieziekten en met name van tuberculo
se de volgende verklaring:
Het terugdringen van ondervoeding en slechte hygiënische omstandigheden, hetgeen voor 1940 al tot stand zou
zijn gekomen, vormde volgens hem de feitelijke oorzaak voor het verdwijnen van infectieziekten inclusief
tuberculose. De kostbare medische interventies zouden van weinig of geen betekenis zijn geweest.
Toevallig heb ik in '39. op verzoek van prof. van Loghem. voor mijn doctoraal scriptie een onderzoek in
Warmenhuizen verricht naar de voedingstoestand, het melkverbruik en het voorkomen van tuberculose.
Ik heb toen o.a. gebruik mogen maken van de onderzoekresultaten van het Staatstoezicht op de Volksgezond
heid. Zelf enquêteerde ik in overleg met de huisarts van Hesteren 100 gezinnen en vond daarbi j in 18% van die
gezinnen tuberculose bij één of meer huisgenoten.
Tijdens mijn assistentschap van '42 tot medio '45 heb ik veel t.b.c. gevallen gezien en teveel jonge mensen
daaraan zien sterven. De definitieve daling kwam pas na '50 toen we de beschikking kregen over de juiste
geneesmiddelen.
18