het er vol met landmijnen en zou het
levensgevaarlijk zijn, daar te vertoeven".338
In de loop van 1944 werden de Harger- en
Pettemerpolder door de bezetter geïnundeerd. Na
de Duitse nederlaag haalde het polderbestuur in
december 1945 de Dienst Landbouwherstel erbij
om de polder weer in goede staat te brengen. De
sloten waren volgelopen met modder en slik. De
kosten van het baggeren werden begroot op 24.000
gulden waarvan de helft voor rekening van de
polder zou komen. Dat achtte het polderbestuur
een koopje en het sloot snel een lening van 12.000
gulden af.39
De bemaling van de putten bleef na de oorlog
nog lang een teer punt. Het gemaaltje van NHNK
was zoals gezegd vaak niet in staat het
overeengekomen peil van 2,20 m - NAP te
handhaven. Dit terwijl de eigenaren van de
aangelegen landerijen een extra heffing voor de
bemaling betaalden. In 1948 werd er hierover weer
geklaagd, er was sprake van schade door golfslag
en de betrokkenen wilden van de heffing af.
Voorzitter Kroon kaartte de kwestie bij NHNK aan
en constateerde dat 't Hoogheemraad [NHNK]
begint te bekennen, dat hun gemaaltje te klein
is 40 Vier jaar later zegde NHNK de oude
overeenkomst inzake de bemaling van het bewuste
deel van de Pettemerpolder op en wel per 1 januari
1954. Eerder al was van de kant van het
hoogheemraadschap op verdubbeling van de
bijdrage naar 600 gulden aangedrongen. Het
polderbestuur stelde toen voor de bemaling in
eigen regie te nemen met een 'Bosman'
weidemolentje. De kosten hiervan wilde men
dekken uit een lening. Rente en aflossing kwamen
bij een looptijd van tien jaar op 550 gulden per jaar
en men was dus dan ook nog goedkoper uit dan
bij NHNK. De ingelanden stemden met dit plan in.
Desondanks bleef een gedeelte ten westen van de
nog niet opgeruimde tankgracht onder de bemaling
door NHNK.41
'Het is voor de vogels in de Put
niet mogelijk te broeden'
De polder, De Putten en
Natuurmonumenten
In verband met de uitvoering van het plan van
dijkgraaf Cornelis Van Foreest in de jaren-70 van de
negentiende eeuw werden achter de Zeewering
nieuwe kleiputten uitgegraven. Zo werd de basis
gelegd voor de huidige Putten, die het belangrijkste
en meest interessante deel van het natuurgebied in
de Harger- en Pettemerpolder vormen. Tijdens de
zware economische crisis van de jaren-30 van de
vorige eeuw hing het voortbestaan van deze putten
overigens even aan een zijden draadje. De
Vereenigde Harger- en Pettemerpolder liet toen
wegwerkzaamheden uitvoeren in het kader van de
werkverschaffing voor werklozen. Dit bracht
bestuurslid D. Duin Jz. in juni 1932 op het idee De
Putten ook in werkverschaffing te laten dempen.
Dat zou nuttig zijn voor de Zeewering, de polder
en de landeigenaren aldaar. Er werd besloten een
onderzoek in te stellen en daar bleef het bij.42
In de jaren-50 kreeg de Vereenigde Harger- en
Pettemerpolder te maken met Natuurmonumenten.
Dat was ondertussen eigenaar van De Putten
geworden. In de loop van de jaren-60 breidde
Natuurmonumenten zijn bezit verder uit. Het
overtollige water uit De Putten werd via een duiker
geloosd in de zoutwatersloot en dan door de
Hargermolen in de Pettemervaart uitgemalen. In
1956 werd het polderbestuur geconfronteerd met
klachten tot Gedeputeerde Staten aan toe over de
bemaling van genoemde sloot. Het in 1954
geplaatste kleine weidemolentje kon hier niet veel
38 Ibidem, 5-3-1943, 29-5-1947. Zie over Jansma: Messchaert (2007),
29-33, en over Petten in de jaren 1940-1945: Bremer (1989).
39 Ibidem, 18-12-1945 tm. 20-12-1946.
40 Ibidem, 18-5-1949.
41 Ibidem, 21-3-1953, 23-12-1955, 4-5-1956, 13-3-1957; inv.nr. 36.
HST*
De Vereenigde Harger- en Pettemerpolder en De Putten aan
het begin van de vorige eeuw. Regionaal Archief Alkmaar.
42 Ibidem, 7-6-1932.
Rots in de branding?
25