2. Henk Schoorl en de geschiedenis van de Hondsbossche Zeewering De eeuwige wisselwerking tussen 'Water en Land' aan de Noord-Hollandse kusten loopt als een rode draad door de werken van Henk Schoorl, zo schreef de toenmalige dijkgraaf G. Rjs van het hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier in het voorwoord op 'Kust en Kaart', het boek waarin Schoorls belangrijkste verspreide artikelen waren opgenomen (1990)Een wisselwerking die gepaard ging met veel menselijk leed en slechts nu en dan enige winst bracht. Voor de geboren speurder die Schoorl was, een boeiend onderzoeks-terrein. Welke Europese regio kent een kaartbeeld dat meer, langer en ingrijpender aan wijzigingen onderhevig is geweest dan uitgerekend Noord-Holland? Schoorls blikveld was niet beperkt, hoe graag hij ook afdaalde in details. Wat men ook van hem wil beweren, het fijne detailwerk was bij hem niet doel op zich, maar had een functie binnen een visie. Als geboren en getogen Nieuwedieper was hij van jongsaf gevangen door de bemoeiingen van de mens met de zee. En dan vooral - uiteraard zou men haast zeggen - de Noordzee. Dat blijkt ook uit het merendeel van zijn publicaties. Zeker in de latere jaren richtte hij zich bijna uitsluitend op datgene wat zich in en aan de Noordzee afspeelde tussen Egmond en Terschelling. En zelfs waar het accent in vroegere jaren op de genealogie lag, kwam hij toch vaak terecht bij de waterstaat. Zie zijn artikelen over Rutger Paludanus, Jacob Westenberg, de bedijking van de Bergermeer, over de dijken van het eiland Wieringen en de kustdoorbraak van 1675 bij Scharwoude. Feitelijk is het grote artikel over de Langedijker korenmolen uit 1981 een van de weinige uitzonderingen op deze regel. Reeds een oppervlakkige rondgang langs Schoorls bibliografie maakt duidelijk hoe intrigerend voor hem de dramatiek moet zijn geweest die uitging van de Noordzee. De bewogen geschiedenis van Egmond 'op' Zee distilleerde hij uit een notitieboekje dat landmeter Gerrit Hengeveld in zijn leertijd aanlegde. De permanente kustafslag bij het oude vissersdorp werd geïllustreerd aan de hand van een heldere reconstructie. De langdurige en gecompliceerde geschiedenis van de Hondsbossche-annex-Pettemer Zeewering met daaraan gekoppeld het drama-Petten komt bij herhaling in Schoorls werken terug. Zijdelings geldt dat ook voor de Zijpe en het Heersdiep. Het kustonderhoud van Callantsoog staat centraal in "t Oge', een van zijn grotere publicaties. En dat Huisduinen, Marsdiep en Texel hem tot het laatst van zijn leven bezig hielden is niet alleen te verklaren uit verbondenheid met zijn geboortegrond. Als vormende elementen van 'De Convexe Kustboog' zijn het tevens belangrijke onderdelen van het grote onderzoeksgebied die een eenheid vormen met Eierland, Vlieland, Terschelling en tussenliggende zeegaten. Binnenkort zal Schoorls al vaker aangekondigde boekwerk met deze titel postuum verschijnen. Schoorl was niet alleen op het verleden gericht. Hij was praktisch genoeg om in te zien hoe de gedragingen van de zee ook in het huidige waterstaatswerk een rol spelen. Vandaar zijn 'bondgenootschap' met de in genoemd voorwoord vermelde dijkgraaf. Schreef deze niet: 'naast een visie op de toekomst is een grondige kennis van het verleden bittere noodzaak. Sterker nog: toekomstvisie zonder historisch bewustzijn is onvoor stelbaar'. Schoorls wetenschappelijke bestudering van het verleden weerhield hem er evenmin van om voor en na een blik in de toekomst te werpen. Zijn befaamde opstel 'Kustgenese: Kust genezen?', dat als zevende uitgave van de Kring van Vrienden van de Hondsbossche in 1988 het licht zag is daar een mooi voorbeeld van. Schoorls originaliteit Naast de situatie bij Huisduinen vormt de kuststrook tussen Camperduin en Petten ongetwijfeld het meest kwetsbare onderdeel van de Hollandse Noordzeekust. De huidige majestueuze zeewering is een voorlopig eindpunt in een lange geschiedenis. Eeuwenlang heeft daar een wirwar van dijken en dijkjes achter een smalle duinenrij de kracht van de zee moeten weerstaan. Slechts dank zij moderne technische mogelijkheden bleef Noord-Holland voor wateroverlast gespaard ook toen de laatste duinen door de zee waren opgeruimd. Men kan niet zeggen dat de wetenschap geen oog heeft gehad voor de bewogen geschiedenis van de Hondsbossche en Pettemer. Geleerden van formaat hebben er hun naam aan verbonden. Schrijvers als mr. G. de Vries Azn, dr. A.A. Beekman en dr. J. Westenberg leverden werk waar nog steeds met vrucht op wordt teruggegrepen. Ook Henk Schoorl maakte er geen geheim van schatplichtig te zijn aan deze auteurs. Westenberg noemde hij in diens benadering van de historische cartografie meer dan eens zijn 'leermeester'. En wie kan het in het Noord- Hollandse stellen zonder Beekman, om van De Vries maar te zwijgen? De originaliteit van Henk Schoorl bestond echter hierin, dat hij niet alleen zeer vele gegevens aan de bestaande toevoegde, maar tevens dat hij het werk van zijn voorgangers van nieuwe dimensies voorzag. Het was de wijze waarop Schoorl met zijn bronnen omging, waardoor geldende 7 De Hondsbossche Zeewering, circa 1950.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 1998 | | pagina 7