Ondanks - en mede dankzij - de perikelen bij de kustverde
diging was de toename van het aantal inwoners van het dorp
groot. Terwijl er in 1514 sprake was van 60 a 70 "haertsteden"
met een geschat aantal inwoners van ca 300, zijn er in 1622
1280 inwoners.13 Dit lijkt wel erg hoog als we weten dat
Dirk Burger van Schoorl voor de verponding van 1632
171 huizen noemt. Zelfs als we daar een 30-tal huizen in de
Hazepolder bijtellen en de gemiddelde woningbezetting op 5
stellen, dan nog komen we niet hoger dan een inwonertal van
ca. 1000. Maar onmogelijk is het niet. Bij de storm van 1625
zouden er 100 (van de ca. 250?) huizen verdwenen zijn.
Misschien had in 1632 de "wederopbouw" nog slechts gedeel
telijk plaatsgevonden. Wellicht is men de stormramp van 1625
nooit geheel te boven gekomen.
In dat geval is de bevolkingsachteruitgang, die in het hele
Noorderkwartier sedert ca. 1650 optrad, in Petten wel heel
vroeg begonnen.
In hoeverre er sprake geweest is van een geleidelijke groei in
de 16de eeuw en wat daar dan de oorzaken van waren is niet
helemaal duidelijk. Waarschijnlijk was het vooral de grote
economische opbloei van de kustprovincies sedert de laatste
decennia van de 16de eeuw, die een krachtige stimulans was
voor de pilotage (beloodsing) en de visserij vanuit het zeedorp
Petten.
Nog in 1571 kon het dorp verwoesting door de Watergeuzen
afkopen voor een bedrag van f 80,-, terwijl Huisduinen f 150,-
moest betalen en Schoorl en Bergen elk f 1500,-.'4 En dat
warempel niet omdat de Pettemers zo vurig protestant waren.
Zeker, de schout was de opstandelingen en de nieuwe religie
goed gezind en men was zeker anti-Spaans, maar het duurde
nog tot 1577 voordat er een (eerste) predikant werd beroepen!
In 1613 schrijven de "gemeene inwoonderen van het arme
zeedorp Petten" in een brief aan prins Maurits onder meer:
En dat was omstreeks 1600 toch duidelijk anders. Uit verschil
lende notariële akten blijkt dat in die tijd diverse haringsche
pen van en aan Pettemers zijn verkocht. Om hoeveel schepen
't ging is echter niet bekend. Pas Dirck Burger van Schoorl
noemt 23 "zeeschuyten", maar dan zijn we een eeuw later
(1708). Omdat in 1708 het aantal inwoners (ca. 750) veel lager
ligt dan in 1622 (ca. 1280), mag het aantal schepen omstreeks
1600 wel op 30 a 35 geschat worden.
De haring die de kustvissers met hun vletten vingen werd niet
tot kaakharing verwerkt, maar tot steurharing, dat wil zeggen
lichtgezouten haring, bestemd voorde bokkingrokerij.
De vooral in de herfst dicht onder de kust gevangen zoge
naamde slabharing, werd óók vers verkocht of gedroogd
verhandeld. De zogenaamde zoutharingvisserij, die sedert 1588
pas met Sintjan (24 juni) mocht beginnen, werd uitgeoefend
door haringbuizen, grotere kielschepen die - althans in het
Noorderkwartier - vooral vanuit Enkhuizen werden uit
gereed. Uit de Enkhuizer buizenboekjes, gedrukte jaarover
zichten waarin rederijen én stuurlieden zijn opgenomen, blijkt
dat daar traditioneel óók Pettemer stuurlieden (gezagvoerders)
in voorkomen. In 1688 zijn dat er bijvoorbeeld 12 (van de
217). Geen groot aantal, maar ervan uitgaande dat iedere
stuurman wel enkele van de 14 manschappen uit de eigen
omgeving meenam, zeker niet te verwaarlozen."'
"Soo ten aansien van de pilotage en 't inbrengen van groote
schepen van westen comende daertoe 't dorp seer bequam
leggende is, als mede van de groote menichte visch die daer meer
als in eenig dorp werdt gevangen, daermede niet alleen
d'omleggende steden enplattelanden gespijst en vervult werden,
maer werdt deselve soo gesouten en gestoken als ook gedrooght
zijnde in groote quantiteit buyten lants gescheept en vervoert...
(R.A.H. Losse aanwinsten. Inv.no. 1244,blz.257)5
Visserij
Petten mag, vindt men, niet ten ondergaan, want het dorp is
belangrijk voor de pilotage van koopvaardij- en oorlogssche
pen en de visserij. Om bij het laatste te beginnen: ondanks de
"groote menichte visch" zijn de bewoners van Petten blijkbaar
toch arm gebleven. Althans de meeste, de "gemeene inwoon
deren". Maar toch niet zo arm als een eeuw eerder want toen
heette het dat er "niet één en es die machtig is een pincke te
betalen..."
1. Pettemer Zeewering
2. Hondsbossche Zeewering
3. Zijperzeedijk
4. Spreeuwendijk
5. Hazedwarsdijk
6. Hazedijk
7. Schoorlse Zeedijk
8. Dromer
8
Een overzicht van de dijken rond Petten (Situatie 1994)
kaart van H. van Zijl.)