In 17541755 overwinterden 30 grote schepen in de baai,
in 1756—1757 ruim 70, in 1757—1758 meer dan 100.
In 1762 stelden Gecommitteerde Raden een havenmeester
aan. Hij registreerde onder andere in 1763—1864 150 grote
en 86 kleine schepen, in 1764—1765 idem 201 en 97, in
1765—1766 idem 146 en 139. Na 1774 was de baai nog
slechts geschikt voor kleine schepen, lichters die in het
voorjaar op retourvloten wachtten en enkele loods-
schuiten25 (afb. 16, 1—4)
In de Noorderhaaksgronden kwam na het verlanden
van het Spanjaardsgat, het Nieuwe of Noorder Gat tot
ontwikkeling. Ten zuiden daarvan groeide de bank
Onrust tot een zandplaat, die bij alle getijden boven de
zeespiegel kwam te liggen en met het omzwaaien van het
Nieuwe Gat zich noordoostwaarts verplaatste. Tijdens
deze verplaatsing van bank en gat leed de zuidwestkust
van Texel verlies (afb. 17), zoals uit de Topographische
en Militaire Kaart uit 1859 blijkt. In 1910 was Onrust, als
de Hors, in 1749 met het vasteland van Texel verenigd.
In 1859 lag de Razende Bol nog als een onderzeese bank
in de zuidwesthoek van de Noorderhaaks. De Hydro
grafische Kaart uit 1925 laat zien hoe het Molengat de
plaats en functie van het Nieuwe Gat heeft overgenomen.
Texel
Den Helder
Texel
Den Helder
3 Terwijl de navlocd nog instroomt door
het Molengat trekt de eb over de gehele
breedte van het Marsdiep en door het
Schulpengat zuidwaarts (i uur na hoog
water te Den Helder).
4 De eb stroomt uit door alle
buitendcltageulen (4 uur na hoog water
te Den Helder.
Verklaring van de stroompijlen
St dood tij (stilstaand water)
tot 0,5 knopen
10,6 tot 1,0 knopen
m~> 1,1 tot 1,5 knopen
c*n> 1,6 tot 2,0 knopen
2,1 tot 3,0 knopen
3,1 tot 5,0 knopen
knoop 1 zeemijl per uur (18 $1,8$ m)