Mens en bodem achter Hondsbossche en duinen door A. Schermer Inleiding Het is vanzelfsprekend dat in de eerste plaats de studie en de belangstelling indringend is uitgegaan naar de geschiedenis tot in onze tijd van de zeewering zelve. We kunnen ons gelukkig prijzen dat door vele publicaties, vooral ook die van de laatste tijden, veel gebeurtenissen over het wel en wee van de technische werken beter bekend zijn geworden en vooral veel nauwkeuriger zijn ontdaan van vroegere onduidelijkheden of misvattingen. Zo ligt thans als het ware een bundel over het technisch presteren voor ons vanaf den beginne van eenvoudige werken tot aan het 'grote karwei' van de verhoging in de jaren 1977-1981. Thans is het de bedoeling met de voorliggende beschrijving de blik te richten op de relatie mens-landschap in het direct achter de zeewering gelegen gebied. We willen daarvoor in de tijd ver voor het ontstaan van de kunstmatige zeewering teruggaan. Deze relatie houdt in dat moet worden begonnen met het eerste menselijke optreden dat in dit landschap bekend is. Zelfs voor de streek die ons voor ogen staat kan dan een paar duizend jaar vanaf heden teruggegaan worden. Dat brengt mede dat pas voor de late middeleeuwen kan worden gesteund op historische gegevens. Voor de daarvoor liggende periode moet een lange tijd van ruim duizend jaren worden overbrugd waarvoor alleen de archeologie cn de bodemkunde ten dienste staan. Voor zulk een verhaal kan in het kort het volgende overzicht worden gegeven. 1 De beschrijving van oud-Friese activiteiten uit de iste tot en met de 3de eeuw na Christus in de Hargerpolder.* 2 De samenhang van deze oudheidkundige vondsten met die in nabij gelegen oorden.* 3 Het kweldergebied in het einde van de 3 de eeuw na Christus. Karakteristiek verschil met de streek ten oosten daarvan.* 4 De volgende verheviging van hoge vloeden en de daarbij optredende sedimentatie van jonge kleien op het veen vooral in Groeter- cn Grootdammcrpolder. Afneming van overstromingen in de 6de en 7de eeuw na Christus. 5 Het begin van het optreden van de volgende over stromingsfase in de 10de eeuw na Christus. Sedimentatie van de tweede en laatste kleilaag in de gebieden van de toekomstige polders in de gemeente Schoorl. 6 De oude landen bij het inbraakgebied opnieuw weer rijp voor menselijk bedrijf. 7 Historische tijden vooral met betrekking tot het groot grondbezit van de abdij van Egmond. a Algemeen b De Abtskoog c 't Coochhuys d 't Abtshuys e Abdij-bezit 14de eeuw f De Schoorlsc Zeedijk en wat daarmee samenhangt. Noot van de redactie Vooral in de datering van de vroege menselijke activiteiten zijn een aantal zaken voor andere interpretatie vatbaar. Gezien het feit dat de auteur is overleden was discussie niet meer mogelijk. Omwerken van de betreffende teksten was op korte termijn niet wel mogelijk, waarom wij menen met deze kritische noot te moeten volstaan. Ongetwijfeld zullen andere auteurs hierop te zijner tijd reageren. Anderzijds bevat deze bijdrage zoveel waardevolle waarnemingen dat wij toch als hommage deze tekst onverkort aan de lezer voorleggen. VIJFDE UITGAVE KRING VAN 'VRIENDEN VAN DE HONDSBOSSCHE', 1985 correspondentieadres: Postbus 22, tSoo aa Alkmaar, telefoon 072-193636

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 1985 | | pagina 1