Een Tesselse trui In ons vorige nummer schreef Stella Ruhe een artikel met als titel nee hoorvisserstruien worden hier helemaal niet gedragen. Beetje provocerend bedoeld misschien, gezien de generaties Texelse visserslui die hun hele leven gebreide en gekochte truien aan hadden. Vaak gekocht, incidenteel door hun moeder, vrouw of dochter gebreid en zonder de voor sommige andere vissersgemeen- schappen kenmerkende eigen combinaties van motieven. koop aan onder de naam 'Eriskay Jersey'. De moe der van mevr. Mc.Ines was een uitstekend lesgeef- ster en heeft vele vrouwen en meisjes het breien van patronen geleerd. Bij haar vinden we een in- zetstukje in de oksel. Dat geeft meer bewegings- vrijheid en voorkomt dat het breisel uitscheurt. Ook geweven linnen hemden waren eeuwen lang overal voorzien van zulke inzetstukjes. De wol van de Tesselse trui komt van de schapen van Toon (Anthonius Johannes) Goeman en Maria (Riet) Pd. Smit van "Condordia". De kwaliteit is 'dubbele nul' en dat is de allerfijnste wol. Floris Jorna kon heel dun spinnen. Van zijn spinsels maakte hij drieslags draden en daarmee is deze trui gebreid. Dat was in het begin van de jaren tachtig; de trui is dus ongeveer vijfendertig jaar oud. De breister van deze trui is Use (Elisabeth Agnes Jo hanna) Ad. Beers, echtgenote van S. Dros. Zij breide de trui voor haar man, kleinzoon van Simon Kuij- per Jz, onvervaard visserman die de bijnaam 'De Admiraal' verdiend had. Als het weer slecht was en de meeste visserlui wilden dan liever weer terug naar huis, dan stak Admiraal Simon meestal van wal en alle anderen moesten dan wel volgen! Als reactie daarop laten wij u kennismaken met een trui die op Texel is gebreid, van Texelse wol, op Texel gespon- nen en waarbij motieven zijn verwerkt die in heel Noord- west Europa dezelfde betekenis hadden. De patronen zijn van mevrouw Mc.Ines van het eilandje Eriskay. Dat is een klein eilandje in de Hebridenarchipel tussen de ei- landen Uist (ten noorden) en Barra (ten zuiden). De naam betekent Eriks Eiland, het heeft de vorm van een aangevreten koffieboon en meet slechts 7 km2. Het inwo- neraantal is nog steeds dalende. Rond 1880 was er met vis goed geld te verdienen en waren er wel 466 inwoners. Bij de telling van 2001 waren dat er nog maar 133. Nog steeds is de visserij belangrijk. De vrouwen van het eiland hebben een bedrijfje op poten gezet. Ze houden zich bezig met het naken en verzame- len van breiwerken en breipatronen en bieden die te De patronen van de trui hebben allemaal een bete kenis: De staande ruiten of diamanten zijn het symbool voor succes en geluk. De gedraaide kabels beteke- nen de viskabels. Tussen de gedraaide kabels zien we, van boven naar beneden een 'mai'sveld' en dia- mant en zeesterren. De schuine lijnen op de buik worden 'bartrap' genoemd De schuine lijnen op de mouwen geven het aantal huwe- lijksjaren aan, in dit geval tien jaar. Het boompje is de le- vensboom en de driehoekjes in ajour worden 'paardenhoeven' genoemd (rechts naast de kabel). En niet te vergeten het slimme, ruitvormige stukje in de oksel. A1 is het dan geen Tesselse visserstrui, dit is een puur Tessels product Simon Dros Foto's: Bas Huisman We maakten gebruik van: DIE MASCHE, Breien in Europa, speciaal nummer. Uitg. S.A. Les Editions de Saxe, Lyon, ca 1980. 14 Historische Vereniging Texel Nummer 110, maart 2014

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2014 | | pagina 16