BORKUm.
ROTTUm.
fln ctron^t Dan ftarfum. CuginaUtiitnuiig eon v. 8trtlli|. N(-
Souvenirplaat uit 1867 van het eiland Borkum met twee gezichten op Borkum en een op Rottum. Rottum werd vanuit Borkum
veel bezocht met dagtochten. Op Borkum nog een houten en op Rottum at een ijzeren zeekaap. Houtgravure naar een tekening van
Carl Bertling Cco/1. Groninger Archieven, Groningen 817-100013)
leven. Zij woei ondanks de tuien al in 1869 om. De ver-
vanging was compacter, korter (18,5 m) en iets bredere
kaap met hetzelfde aantal etages. In 1881 woei ook deze
kaap om. Vooreerst werd een noodkaap opgericht. De
onderhandelingen over de bebakening van de Eems had-
den als uitkomst dat voortaan Nederland beide kapen
zou onderhouden. In 1883 kwamen twee nieuwe giet-
ijzeren kapen van het zelfde model als de vorige, maar
nu met een goede fundering. De Emder kaap was wel
een trans hoger. Beiden werden meermalen verplaatst,
maar deden lang dienst. In 1929 werd vastgesteld dat
voor de navigatie de kapen niet langer noodzakelijk
waren. De Groninger kaap stond aan de rand van het
eiland en stortte in 1931 in zee. In 1940 stond de licht-
opstand van het in 1902 gebouwde licht van Rottum aan
de rand van het water. De Emder kaap werd in het najaar
van 1940 verbouwd tot lichtopstand waarbij de bovenste
etage met het scherm werd weggehaald en het lichthuis
op de kaap werd gezet. Hier brandde, voor zover de oor-
log dat toeliet, tot 1946 een geleidelicht. Het lichthuis
ging in 1956 naar het Licht van Troost op Texel en staat
tegenwoordig in het juttersmuseum "Flora". De Emder
kaap bleef onthoofd achter, maar kreeg, net als de Oost-
kaap, de status van technisch monument.
Succes
Uiteindelijk voldeed de kaap op Rottumeroog en er kwa
men ook vergelijkbare kapen op Vlieland (1884), Stavo-
ren (1884), IJmuiden (1885) en Hollum op Ameland
(1890). In 1919 volgden nog drie grote kapen op de
Noordsvaarder en de Boschplaat van Terschelling, als-
mede op Engelsmanplaat. Een plan voor een vierde
exemplaar, met een cirkelvormig scherm, op de Gronin
ger Boschplaat werd niet uitgevoerd. Op de Boschplaat
van Terschelling werden ook een kleinere noord- en
zuidkaap opgesteld. Deze laatste vijf kapen waren opge-
bouwd uit buisvormige segmenten en lijken hierin op het
eerste model van Jansen.
De ijzeren kapen waren een groot succes geworden,
maar vanaf de jaren dertig begon de neergang. De
snelle ontwikkeling van de moderne navigatie maakte
de oude reuzen overbodig. In de jaren zeventig bleken
er van de 12 gietijzeren kapen nog maar drie over: naast
de kleine ijzeren Noordkaap op Terschelling, de Oost-
kaap op Texel en de Emder kaap op Rottumeroog. De
laatste twee werden gelukkig een rijksmonument en
houden, ietwat geschonden en zonder scherm, het pio-
nierswerk van Jansen en Harder levend. Het zijn veel
gefotografeerde objecten geworden en toonbeelden van
maritiem erfgoed.
Historische Vereniging Texel
Nummer 109, december 2013