Ben speelt het klaar
Zoo heette de klucht in drie bedrijven, welke de R.K.
Toneelclub "Omhoog" donderdag en vrijdag in De
Zwaan voor het voetlicht bracht. Wij woonden de eer-
ste opvoering bij. De zaal was toen flink bezet. We
merkten onder de aanwezigen op de zeereerwaarde
Heeren Brinkman en Van Haastert en kapelaan Grent.
Te ruim 8 uur sprak de voorzitter E Graaf een kort
openingswoord, waarin hij in't bijzonder de heeren
geestelijken verwelkomde, zijn voldoening uitsprak
over de goede opkomst ondanks gladheid en kou en
hartelijk dank bracht aan de heeren Vlessing, die wel-
willend met meubelen ten behoeve van het toneel ten
dienste stonden. En toen begon het stuk, een dolle
klucht, waarin de heer J. Nauta op verdienstelijke
wijze de titelrol speelde.
De zaak zat zo in elkaar: Isidore Godschalk (Martien
Bakker) gaat voor eenige tijd de stad uit en laat huis en
hof aan de zorgen van de huisknecht Karel (Dirk
Witte) over. Karel is een echt Joris Goedbloed, een
lampepit van de onderste plank, zoodat het geen won
der is dat hij er leelijk intippelt, wanneer een neef van
Isidore (J. Nauta) op bezoek komt en die een paar
honderd gulden komt lenen om een vriend uit de put
te helpen. Ben - zoo heet deze neef - stelt voor het
huis tijdelijk als pension te exploiteren om aan de no-
dige contanten te komen. Karel stemt, zij het met te-
genzin, toe en dan heb je al gauw de poppen aan het
dansen. Eerst doet een athleet-kermisreiziger zijn en
tree (Jb Witte), een onbehouwen stuk mensch; dan
een ronde zeeman, die van zijn hart geen moordkuil
maakt (C. Graaf); vervolgens een tooneelschrijver (W
Ran) en een telepaat hypnotiseur (Theo Kager); ten 5e
een malle musicus (Freek Buijsman). Het plan schijnt
Op bladzijde 26 van het maartnummer zijn een aan-
tal fouten geslopen in de namen van de kinderen die
in 1958 met Sinterklaas en Zwarte Pieten poseerden
op het vliegveld.
Nummer 21 Tine Kooij moet zijn Tineke Kooi.
Geld: Het woordje geld/gelt, niet drachtig(onbe-
vrucht), uit de agrarische sector, werd door meer gein-
terviewden gekend dan ik dacht. De woordbekend-
heid bleek 75%. Van Dale: een geld schaap, dieren die
men niet laat bevruchten. Westfriesland en Wieringen:
geld Oost Terschelling: gild Ik kende het Engelse gel
ding. ruin, gecastreerde hengst en ontdekte dat geld/gelt
voorkomt in allerlei dialecten en West-Europese talen.
Toen ik mevrouw Vonk (83) het woord 'geld' voorleg-
aanvankelijk te gelukken, maar hopeloos loopt de boel
in het honderd wanneer een toekomstige zwager van
Ben (E Graaf) verschijnt. Door allerlei toespelingen op
Ben's verloofde brengt hij deze de arme man het hoofd
op hoi, terwijl hij, door omstandigheden gedwongen,
doch als kamermeisje vermomd, zich in een moeilijk
parket bevindt. Wanneer oom Isidore onverwachts
thuis komt, dreigt de bom te barsten, maar zooals ge-
bruikelijk, komt alles weer op zijn pootjes terecht.
Regie: H.C.A. Kievits; hij deed goed werk en bleek ons
zijn 'mannetjes' voortreffelijk te hebben gekozen. Dirk
Witte had een omvangrijke rol en was in dit stuk zeer
goed. Het debuut van Jan Nauta was uitstekend; ook
als 'ju ffrouw Marie' wist hij zich goed te bewegen. Isi
dore werd goed door Martien Bakker gespeeld. Van de
verdere spelers viel in het meest Cor Graaf op, die o.i.
onverbeterlijk de rol van de ronde zeegast speelde.
Ook Theo Kager en Piet Graaf gaven goed spel. Jb
Witte, Wim Ran en Jb Schrama sloten zich bij het spel
der anderen goed aan. Mej. Duwie Witte vulde de
pauze met piano muziek. Een behoorlijk applaus
loonde de toneelclub voor haar goede werk. Pastoor
Brinkman sloot met een woord van hartelijke dank
voor de prettige en spannende avond en verzekerde
trots te zijn op een vereeniging die zo'n avond weet te
bieden.
Vrijdag was het drukker in De Zwaan. Toen volgde bal
ten besluite.
(een verslaguit de Texelsche Cowant van 30januari
1937
Simon Dros
Nummer 48 is niet Jan Bosman, maar Jan Bosma;
zijn vader was gemeenteambtenaar. En nummer 60
is niet Arthur Kemperman, maar Arthur Kempenaar,
van de Emmalaan.
Monica: bedankt!
de, zei die grinnikend tegen mevrouw Plaatsman, ach-
ter in de zeventig: "Net os wee nou!"
Jan de Vries zei: "In de herfst gingen we naar het Bossie
(Doolhof) om beukennootjes te zoeken. Lege nootjes
noemden we 'gelde' nootjes."
Conclusie: Het woord is bekend in dezelfde vorm en
betekenis als in de naburige talen en dialecten. Het is
niet exclusief Tessels.
Theo Backer
Rectificatie vorig nummer
Heintjevaar, een echte Tesselaar
18
Historische Vereniging Texel
Nummer 107, juni 2013