pen. Die waren licht bewapend en niet opgewassen te- gen een aanval van een veel zwaarder bewapend ka- perschip, dat bij voorkeur onverhoeds aanviel. Snelheid en verrassing waren voorwaarden voor een geslaagde kaperactie. Zeker aan het begin van een oorlog waren de slachtof- fers er niet van op de hoogte dat het oorlog was. Van die onwetendheid hebben kapers doorgaans uitstekend ge- bruik gemaakt. Kapers hadden immers geen belang bij geweld. Het was lucratiever een schip ongehavend in handen te krijgen, omdat het zo meer op zou brengen. Was het schip 'eenmaal genomen', dan kwam een offi- cier van het kaperschip aan boord. Hij was de 'prijs- meester', die het commando overnam. De kapers na- men de aanwezige papieren in beslag, inspecteerden de lading en daarna werd verder gekruist of men zette koers naar de thuishaven: Bristol, Liverpool, Plymouth, Cork, Darthmouth of een andere Britse haven. Eenmaal gearriveerd, was het allerminst een zaak van de buit verkopen en de opbrengst verdelen. Eerst moest nog een soms lange, juridische weg worden bewandeld. Soms zo lang dat de bemanning alweer geruime tijd op zee was, voor een uitspraak plaats vond. De Admiralty, die de kaperbrief had uitgegeven, moest namelijk eerst bepalen of het schip terecht genomen was, of het an- ders gezegd, een 'goede prijs' was. De instantie die zorg droeg voor de juridische afwikkeling was het High Court of Admiralty. De High Court of Admiralty De High Court of Admiralty bepaalde of een kaping rechtmatig was en de 'prize' (de lading) rechtmatig was toegeeigend, of dat het een onrechtmatige kaping was. Om tot die uitspraak te komen waren scheepspapieren, kaarten, vrachtbrieven en andere informatie van het schip nodig. Het High Court wilde precies weten door wie, wanneer, waar en onder welke omstandigheden het betreffende schip was buitgemaakt. Voorts moesten alle details van het schip bekend zijn. Wat was het voor een schip, wie was de eigenaar, wie waren de officieren, van waar was het vertrokken en wat was haar bestem- ming? Wat en voor wie was de lading, was het schip in meerdere havens geweest? A1 deze gegevens dienden om vast te stellen of het een goede buit was. Indien dit namelijk niet zo was en de kaper onrechtmatig had ge- handeld, dan kon besloten worden het schip weer vrij te geven. Wanneer de kaper bij het nemen van een vij- andelijk schip onrechtmatig had gehandeld, of wanneer een prive-schip een vijandelijk schip had genomen zonder dat de kapitein (de privateer dus) in het bezit was van een commissiebrief, verviel de opbrengst aan de staat. Om te bepalen of alles rechtmatig was gebeurd, werd de bemanning, meestal alleen de schipper en de andere officieren, verhoord. Dit standaardverhoor bestond uit 32 gedetailleerde vragen. Aan de hand van de antwoor- den werd bij het proces in het eenvoudigste geval vast- gesteld dat een kaper terecht en zonder geweld een schip van een vijandelijke natie had buitgemaakt, vol- gens de in de kaperbrief omschreven regels. Pas dan mochten schip en lading worden geveild en kon de op brengst worden verdeeld. Veel van deze gegevens zijn in dossiers opgeslagen in de archieven in The National Archives (TNA) in Kew. Zo is in het archief een dossier gevonden van de 'Vrouwe Maria Antonia'. Door het daarin aanwezige verhoor van de Texelse bootsman Cornelis Barentz te bestuderen, is een globale indruk gekregen van de ver- moedelijke laatste reis van Michiel Witte met de 'Vrouwe Maria Antonia'. Een verhoor van de kapitein is helaas niet aangetroffen. Reis van Amsterdam naar de Middellandse Zee en vice versa. 27 april 1780 kreeg schipper Michiel Witte van de 'Hooge ende Mogende Heeren' van de Staten Generaal der Vereenigde Provinden de zeebrief voor zijn nieuwe reis. Deze zeebrief (ordonnantie) is een soort paspoort. In deze zeebrief stond vermeld dat de schipper onder so- lemne ede (plechtige ede) uit Amsterdam (vertrek- plaats) komt, dat het schip de Vrouwe Maria Anthonia' ongeveer 90 lasten groot is en in Amsterdam thuis hoort.11 Schippers zorgden in de regel zelf voor hun beman ning, die vaak bestond uit mannen/jongens uit de om- geving van de schipper, zoals de al genoemde oomzeg- ger Riekel Sluisman. Uit de monsterrol, die op 10 mei 11 Archief Kew: High Court of Admiralty: Prize Court: Papers HCA 32/485/2/1-157. 14 Historische Vereniging Texel Nummer 106, maart 2013 Een driemasthoeker, kopergravure door Cerrit Groene- wegen. Verzameling van vier en tachtig stuks Holland- sche schepen, 1 789.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2013 | | pagina 16