Huiterdewuiter!
Dit woord zorgde afgelopen maanden voor nogal wat
beroering onder Texelaars die meer of minder ver-
trouwd zijn met het Tessels.
Hoe zat het ook al weer: Het NCRV radioprogramma
Plein 5 organiseerde eind 2012 de verkiezing Het mooi-
ste dialectwoord van Nederland. Gelein Jansen zond Hui
terdewuiter in, met als vertaling: opvallend groot onprak-
tisch ding en bereikte daarmee de shortlist, de Top 10,
zeg maar de finale.
En toen kwamen de reacties. Die varieerden van men-
sen die dat woord niet kenden (dus is het niet Tessels,
zeiden ze soms), tot mensen die met varianten kwa
men:
Elbe Luyxcks-Bakker kwam met huiterdebuit en gaf
meteen twee voorbeelden hoe dat vroeger rond
Den Hoorn gebruikt werd Een jutter gaat om de huiter
debuit: hoopt op goeie jut, liefst veel.
Bij een verhuizing met paard en wagen: deer gaan ze
met de hele huiterdebuit
Ook Hillie Keijzer-Vlas en Van Liere en Tuitman van de
Oudeschilder klaverjasclub kenden alleen huiterdebuit.
Maar Simon Dros heeft zijn grootouders van moeders
kant en in zijn familie in Oudeschild nooit anders ho-
Op zoek naar verhalen over 'de minister'
Wie waren onze grootouders Comelis Witte, bijge-
naamd 'de minister' en zijn vrouw Engel Mathilda?
Wij zijn de kleinkinderen - de kinderen van Hans,
Frans, Dirk, Duw en Gerard. We realiseren ons dat we
onze ouders, toen ze er nog waren, veel te weinig heb-
ben 'uitgevraagd'. Nu zijn we op zoek naar mensen die
nog verhalen over de minister en zijn kinderen weten -
voor een familiekroniek.
Natuurlijk weten we wel wat.
Om u op weg te helpen:
In 1903 trouwde Cornells Dirkszn Witte met Engel Ma
thilda Witte - beiden, via, via, afstammelingen van
grootschipper Frans Watte die begin 18e eeuw de naam
Witte naar het eiland Texel bracht. De nazaten van deze
zeeman werden generaties lang bijna allemaal veehou-
der en boer. De landbouwcrisis (tot eind 19e eeuw)
dwong jonge mannen om zich heen te kijken naar an-
dere bronnen van inkomsten.
Boerderijen gingen failliet en er waren minder boeren-
knechten nodig door de komst van machines. Zo koos
Cornells, samen met zijn Engel Mathilda, voor het vak
van winkelier.
Hoe hij aan zijn bijnaam kwam
Een verhaal uit zijn nog ongehuwde leven vertelt over
de wijze waarop Cornells zijn bijnaam 'de minister' ver-
ren praten dan over een huiderwuiten dat dan in de
betekenis van 'n onhandig groot ding.
De mensen van de dialectwerkgroep van de Historische
Vereniging kenden zowel de variant met een b als met
een w.
Aaf Brans vertelde aan Gelein Jansen dat ze uit Fries-
land huiterdebuiter kent, in de zin van hoog opgeladen
hooiwagen of bijzonder hoog, raar ding.
S. Keyser noemt in zijn onvolprezen boek zowel Huiter-
dewuit als Huiterdewuiter.
Huiterdewuit is volgens hem een opgedirkt persoon, en
hij vermoedt dat het hetzelfde woord is als huiterdewui
ter. Huiterdewuiter is volgens hem een algemene naam
voor een raar, hoog ding (hoed e.d
Gelein Jansen noemt in zijn Tessels-Nederlands woor-
denboek Huiterdewuit: opzichtig, opgedirkt persoon
Huiterdewuiter: opvallend, hoog ding als hoed e.d.
Literatuur:
G. Jansen, Tessels-Nederlands woordenboek, 2006
S. Keyser, Het Tessels, Leiden 1951
kreeg. Als eerste knecht op Lindehoeve in De Westen
viel hij op door zijn talenten voor lezen, schrijven en
cijferen. Aan hem werd gevraagd om de boekhouding
bij te houden. In combinatie met zijn rechte houding,
het metalen brilletje op zijn haviksneus en zijn voor-
liefde voor het dragen van een hoed, was Comelis ei-
genlijk meer een heertje dan een boerenknecht.
De andere knecht schamperde dan ook dat hij wel 'een
ministertje' leek. De bijnaam sloeg aan op het eiland,
en Cornells had geen bezwaar.
10
Historische Vereniging Texel
Nummer 106, maart 2013
Comelis en Engel Mathilda, bij hun 45-jarig huwelijk op
5 meil 948. (coll. fam. witte)