Kasboeken zijn helaas niet bewaard gebleven, maar wel
een boedelinventaris na het overlijden van Neeltje in
1823. Daaruit bleek dat twee Texelaars geld schuldig
waren aan de boedel. Beiden stonden op de lijst van du
bieuze debiteuren, waarbij het hoogst onzeker was of ze
de familie Blaauboer ooit zouden betalen.32
De ene schuldenaar was Pieter Cornells Kooger, vrijge
zelle zoon (1791 - 1829) van de Oudeschilder bakker
Cornelis Jacobsz Kooger (1749 - 1836). Hij stond voor
100,- in het krijt. De andere dubieuze debiteur, met
een schuld van 150,—, was Klaas Hans.
Klaas Pietersz Hans was kaagschipper en woonde in
De Waal. Hij was getrouwd met Marretje Pieters Bakker.
Haar oudere zuster Elisabeth Pieters Bakker was ge
trouwd met Jan Pietersz List, boer en broodbakker in de
Weverstraat in Den Burg. En deze Jan Pietersz List was
een broer van onze Cornelisje Pieters List, de echtge
note van Gerrit Jacobsz Kooijman.33
We vermoeden dat "onze" Gerrit Kooijman op de grote
vaart gevaren heeft; misschien alleen in zijn jonge jaren.
Dat vermoeden berust op de vermelding van een glad
houten kist met koperen plaat in de boedelinventaris
die opgemaakt werd na het overlijden van Cornelisje
Pieters List.34 Zo'n zeekist werd over het algemeen al
leen in de boedels van kaagschippers aangetroffen als
zij, of hun vader, een verleden op de grote vaart hadden.
Mogelijk voer hij eerst als jongmaatje bij zijn oom van
moeders kant Willem Dalmeijer, van 1777 - 1780 com
mandeur op Straat Davis.35 Misschien dateren de con
tacten met de commandeurs en latere grondbezitters in
de Zijpe zoals Jochem Blaauboer en Willem 't Hart uit
die tijd. Het is ook mogelijk dat eventuele kontakten uit
later tijd dateren, toen Blaauboer graanhandelaar was en
eigenaar van damschuiten die onder andere schapen
transporteerden naar de Alkmaarse markt. In die tijd
was Gerrit Kooiman kaagschipper, eigenaar en schipper
van een klein vrachtvaartuig.
En misschien werd het contact wel gelegd via de broer
van Cornelisje: Jan Pietersz List, broodbakker in de We
verstraat in Den Burg, waar nu gerstenat geschonken
wordt in De Twaalf Balcken.
Tenslotte
De eerste auteur vroeg zich al enkele jaren af of Gerrit
Jansz List, zoon van deze broodbakker in de Wever
straat en een neefje van Cornelisje, mogelijk de schilder
van dit familieportret was. Gerrit (1795 - 1874) was al
jong gemeenteambtenaar en schopte het tot gemeente
ontvanger op Texel.
32Dekker, 207-241
33Dijt
34NHA 185/4982/311 d.d. 16 februari 1829
35Dekker 1995, 131
Hij bleef vrijgezel en kreeg als amateur-kunstschilder
zelfs een vermelding in "De Scheen".36 Maar blijkbaar
kende de familie Kooijman-List het werk van Cornelis
Bok, zo niet met eigen ogen, dan toch van reputatie. Ze
namen dus geen genoegen met de schilderkunsten van
neef Gerrit List.
Het lijkt er dus op dat de bekendheid met het werk van
Cornelis Bok via het normale, maatschappelijke verkeer
op Texel gekomen is en dat onttrekt zich grotendeels
aan akten in notariële en overheidsarchieven. Alleen een
enkele handelstransactie kwam daar immers in terecht,
bijvoorbeeld bij de aankoop van onroerend goed en als
er iets grondig mis ging, zoals met de zilveren oorijzers
en de dubieuze debiteuren. Voor informatie over ge
spreksonderwerpen in het normale, maatschappelijke
verkeer zoals tijdens markt- en familiebezoek, bruilof
ten, feesten, kermissen of andere uitjes zijn we op an
dere bronnen aangewezen, zoals dagboeken en reke
ningboekjes. En die zijn schaars. Maar wie weet, door
welk toeval we nog ontdekken hoe de Schager Cornelis
Bok opdracht kreeg om een Texels familieportret te
schilderen.
Wilma Eelman en Fred Timmer
Met onze hartelijke dank aan Rutger Jan Bredewold.
Literatuur
Cees Bakker, John R. Brozius, Ruud van de Pol en Jan
Plekker, Cornelis Bok (1777-1836) Een opmerkelijke
West-Friese kunstschilder en romanschrijver, Midwoud
2005
Piet Dekker, De Alkmaarse geschiedenis achter een
Texelse walvisbokaal, Schoorl 1995
Piet Dekker, Een 'gulden snede' door het Zijper geslacht
Blaauboer, deel 1, Schoorl 2004
A.Th. van Deursen, Een dorp in de polder, Graft in de ze
ventiende eeuw, Amsterdam 1994
M.D. Dijt en J.S.M. Dijt, Texelse geslachten, Haarlem
1970
Wilma Eelman, Boerenbouwkunst op Texel, Norg 2010
Karei van Empel, Schepenen enzo, 400jaar Texelse be
stuurders, typoscript, Texel
J. Immerzeel, De levens en werken der Elollandsche en
Vlaamsche kunstschilders, Beeldhouwers, Graveurs en
Bouwmeester, 1842
P.A. Scheen, Lexicon der Nederlandse beeldende kunste
naars, 1750-1880, 's Gravenhage 1981
Afkortingen
NHA Noord-Hollands Archief in Haarlem
RAA Regionaal Archief Alkmaar
36Scheen, 318
Nummer 102, maart 2012
Historische Vereniging Texel
11