Verder blijkt dat de loodsen Jan Pietersz Krijnen
(Nommer 284) en Jan Pietersz Jager (Nommer
42H) volgens het kerckboeck van de Hoornder ge
reformeerde gemeente tekenden bij het afsluiten
van de jaarlijkse rekening in 1798.
In 1799 was dat Jan Duijnker de Oude (Nommer
321). Intussen is het aantal loodsen wat mogelijk
uitlandig kan zijn geweest, gereduceerd tot 65.
In die patriottentijd was alles wat Frans was een
hype, dus ook de Bataafse Republiek. Dat men daar
anders over kon denken, was in de ogen van de
magistraten uitgesloten De loodsen werden geacht
het vaderland te dienen. Na een grondige analyse
kwam ik tot de conclusie dat de loodsen niet wer
den gedwongen. Dat verhaal is ontstaan om hun
aftocht naar Engeland te camoufleren. Om tot die
gevolgtrekking te komen is het nodig de feiten op
een rij te zetten:
Een simpele kaping te water van een of twee loods-
kotters, waarop toevallig de juiste Hoornder lood
sen aanwezig waren, lijkt onwaarschijnlijk. Er wa
ren nauwelijks scheepsbewegingen in die tijd, dus
waarom zouden de genoemde loodsen zich daar
dan bevinden? En bevonden zich daar dan geen
loodsen uit Oudeschild?
De Engelsen wisten waar ze zijn moesten om zon
der bloedvergieten een zo groot mogelijke kans
van slagen te hebben Nog sterker, zij wisten door
informatie van andere zeelieden (Engelse of in ge
vangenschap verkerende mannen) dat zij de over
man van de loodsen aan Den Hoorn benaderen
konden in de wetenschap dat zijn 'hulp' betrouw
baar was. Niet uit te sluiten is dat een Texelse
loods daarin al een rol speelde.14
Zij moeten in het geheim aan land zijn gekomen,
waarna met medewerking van de overman de se
lectie en benadering van de loodsen snel kon wor
den gerealiseerd. De overman immers had kennis
van zaken. Hij beschikte over de namen en leeftij
den van de loodsen in 1796 of 1797. Door uit het
register de loodsmannen in de leeftijd van 30 tot
40 jaar te selecteren komt men op een aantal van
17 loodsen. Hij kon ook weten wie er in verband
met gezinsomstandigheden moest worden uitge
sloten.
De hele operatie verliep geruisloos zodat aanwe
zige patriotten onkundig bleven. Om alarm te
slaan was de afstand naar Den Burg in die dagen
toch aanmerkelijk. Bovendien vormden de Hoorn-
ders een hechte aan elkaar gerelateerde gemeen
schap.
De dag of nacht verliep geheel volgens plan onder
een gunstige zuidwesten wind. Men moet niet ver
geten dat Engelse schepen in de nabijheid waren
vanwege de blokkade van de Hollandse kust.
De overman van de loodsen werd om de twee jaar
aangewezen. Hij behoorde tot de oudere loodsen,
beheerde de boshield de loodsregisters (in 5-voud)
en mutaties bij.15 Hij had een rijke ervaring en
kende alle loodsen, moest in ieder geval kunnen
schrijven en moest rond een jaar of 60 zijn.
In 1798 waren er 11 Hoornder loodsen ouder dan
60 jaar. 6 loodsen waren ouder dan 72 jaar, terwijl
er 5 voldeden aan het leeftijdcriterium. De over
mannen, die we na deductie overhouden uit het re
gister van 1794 zijn:
Loodsnummer 284. Jan Pietersz Krijnen, gebo
ren in 1735
Loodsnummer 285. Jan Cornelisz Kuijt, gebo
ren in 1734
Loodsnummer 373. Cornelis Jansz Petten, ge
boren in 1735
Loodsnummer 347. Jacob Jacobsz Schellevis,
geboren in 1739
Loodsnummer 345. Meijndert Gerritsz Visser,
geboren in 1738
Door deductie komt men aan de volgende namen
van loodsmannen.16 Van de in totaal gevonden
17 loodsen waren er 2 ongehuwd, 1 weduwnaar en
14 gehuwd, wat overeenkomt met 14 arme vrouw -
14 Ernstig verdacht is de 72-jarige loodsman 22H, Pieter Jansz
Duijnker of wel Pieter van 't Hoekie. Dit omdat hij in die
periode ook andere "duistere'* contacten had. (zie: De
lange herfst vanl799). Pieter woonde als "buitendorper" in
de eenzame woning van zijn schoonvader Jan Cornelisz
Platvoet aan 't Horntje. Hij werd pas op oudere leeftijd
loods.
14 De bos, was een oudedagsvoorziening voor de oude en niet
meer actieve loodsen. Deze oudemansgelden werden opge
bracht door een percentage uit de ingekomen loodsgelden
te reserveren. De "bos" werd beheerd door de overman, die
daarvoor rekening en verantwoording moest afleggen.
16 De loodsnummers, waaraan een letter is toegevoegd, beho
ren tot de Loodsnummering III. De letter geeft de initialen
van het loodsdomicilie weer. In dit geval betekent de "H"
Den Hoorn. Deze nummering werd ingesteld in 1782. De
overige in de publicatie genoemde nummers behoren tot
de Loodsnummering II, die voor 1782 werd toegepast.
Voor loodsen en loodsnummers van Texelse loodsen zie de
site http://sites.google.com/site/texelseloodsen.
1 De aangegeven geboortejaren zijn volgens het loodsregister
en kunnen afwijken. De overman had er veel werk aan om
dat veel loodsen vaak afwezig waren. Het duurde dan ook
aanzienlijke tijd voor zo'n lijst klaar was. Inmiddels waren
sommige loodsen een jaar ouder.
Nummer 100, september 2011
Historische Vereniging Texel
27