Hendrik Fulpsz Krijnen, loodsnummer 222, was volgens het Register op het begraven al in 1797 overleden.6 Waarschijnlijk beloodsten de Hoornder loodsen zo'n 150 Engelse schepen in het Texelse zeegat en de Engelse en in beslag genomen Bataafse schepen naar en van de Vlieter. Enkele van hen moeten de hele krijgsoperatie ook vanuit Engeland hebben meegemaakt. Het laatste leid ik af uit het feit dat op 3 april 1798, een jaar voor de landing van de Engelse- en Russische troepen aan de Noord- Hollandse kust, de Engelsen twintig loods- en vis- schersschuijten in Den Hoorn kaapten. Bekendma king daarvan vond plaats, na behandeling van de kwestie in de vergadering van de Municipaliteit.7 Het patriottische bestuur van het eiland laat ten aanzien van de houding tegenover de Engelsen geen enkele twijfel bestaan, terwijl de bekendma king suggereert dat het ging om mensen die in ge vangenschap werden meegevoerd. Dat het om ervaren Hoornder loodsen ging zou pas later blijken. De be kendmaking van de Municipaliteit vermeldt dan verder: en de achtergebleven gezinnen, die alle hulp van bestaan missen en in bitteren armoede gedompeld zijn... de natie heeft groot belang aan de loodsen dee- zer eilanden, die niet opgehouden hebben de Commer cie en zeevaart door hun activiteit en vigilantie zo- velen gewigtige diensten te bewijzen.8 Het ging dus om loodsen, die als krijgsgevangenen werden meegenomen naar Engeland. Het verhaal is niet nieuw, maar wie waren die mensen? Waar wer den ze heen gebracht? Waar zijn ze gebleven? Alle maal vragen, waarop ik geen antwoord kon vinden. De archieven in Nederland gaven niet thuis. Alleen de notulen van de Texelse Municipaliteit gaven wat houvast, de notulen van de le en de 8e mei 1798. Bekend is dat krijgsgevangenen toen werden over gebracht naar Norman Cross in Cambridgeshire of Wool House in Southampton.9 Als blijk van goede wil en om de Hollandse bevolking gunstig te stem men, werd een aantal van hen in het voorjaar van 1799 vrijgelaten. Sommige gevangenen zaten al ja ren gevangen in Engeland. Een gunstige stemming, zo meende men, zou de later in dat jaar voorgeno- 6 GAT, impost op het begraven 8 in: j.p Sigmond 7 GAT, notulen municipaliteit 1 mei 1798 9 In: Walker Schilderij van P.J. Schotel met rechts de rinkelaar Texel 2, geschilderd rond 1 835. (coll. Maritiem en Juttersmuseum Oudeschild, foto Patrick Piersma) 24 Historische Vereniging Texel Nummer 100, september 2011

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2011 | | pagina 28