m
Tessels prate
De werkgroep dialect heeft haar bezoekprogramma
afgerond. Op woensdagmorgen 20 april waren we
te gast in het dorpshuis van De Waal. Voor ons
stond het vast dat het weer een geslaagde ochtend
zou worden, want de opkomst was weer groot.
Ook hier moesten stoelen worden bijgezet.
Een kleine twintig Wéélders waren gekomen en ze
genoten evenals in de andere dorpen van de verha
len, de quiz en de anekdotes.
Hetzelfde mochten we beleven op 19 januari in
De Koog en op 23 februari in Oudeschild. Hier za
ten we in een grote kring met z'n vijfendertigen!
En aan nieuwe verhalen heeft het ons niet ontbro
ken...
Elly Schagen ging eens te gast bij haar tante
Frouwtje Bruin-Schagen. 's Morgens stonden de
runderlappen al op maar ook de bloemkool. Zo
ging dat vroeger. We moesten om half een eten.
Dan was alles wel gaar. Ik kreeg 'n stuk van zo'n
koeienlappie en deed het in m'n mond. Tante
Frouwtje zag me moeizaam kauwen en zei: "Kwat
't uur, kwat 't uut, 't is net sejet!
Ze moest ook eens een keer bloemen brengen bij
Frouwtje Snitjer-Dogger. Die had een winkel van
Sinkel in de Dorpsstraat van Oudeschild. Ze had
twee kinderen meegenomen. Tante Frouwtje zei:
"Wot 'n gnappe kienders! Die kerme nooit fon Fried
weze! Met wie aars hei je 't deen?"
Ik zeg: Tante Frouwtje se benne wél fon Fried". Doe
seit se teuge me: "Jee liegt teuge me; je ken 't teuge
mee wel sèègge hoorl
Toen zei ik: "Twie minne geeve 'n plus.Deerom kon
se toch nag wel lache ok.
Lange Ma en Antje waren vriendinnen. Antje
werkte onder andere bij Reinier Bakker, de goud
smid. Zijn vrouw was een weekje op reis. Antje en
Ma kwamen gearmd de winkel in. Antje kwam om
te zeggen dat ze deze week niet zou komen, omdat
mevrouw er niet was. Bakker zei: "Kom maar wel,
dan maken we er een gezellige boel van." Antje:
"Néé, néé, dot doen ik niet.
Toen deed Ma een stap naar voren en zei: "Ik wil
wel!"
Een kostjuffrouw uit Den Haag paste 14 dagen op
het huis in Oudeschild. Ze liep een rondje door het
dorp en besloot bij Piet van der Star wat te gaan
drinken. Ze bestelde koffie en vroeg aan Piet:
"Heeft u d'r ook iets bij?" Piet antwoordde: "Néé
mevrouw, os wee wot bee de koffie hèèwwe, don ete
wee dot zellef op!Ze kon de grap wel waarderen
en ging elke dag om de koffie.
Vrouw: "Os d'r 'n kammeraad fon mien vader dóód
ging see die oltiêd: "Os hee mee maar niet ferraadt!
Lucas Schagen, de vader van Jim Schagen, hield
van een flinke borrel. Op een dag zit hij op een
stoepje in Den Burg, zo dronken als een tor! Een
voorbijganger zegt: "Weerom bei je zó dronke Lucas,
jee bent toch ok lid fon de blauwe knóóp
"Jajik,sprak Lucas met dubbele tong, "dot is wel
zó, maar ik sit hier os ofskrikwekkend foorbeeld.
Een vrouw in de PH Polder had die dag alles
schoongemaakt. De bakker kwam met een volle
mand naar binnengelopen. Vrouw: "Wat doe je
nou?" Bakker: "Wot doen ik, wot doen ik?"
Vrouw: "Je staa t op me skóóne kront!
U>i (_a. I'VvAA-4
Nummer 99 juni 2011
Historische Vereniging Texel
31