moeten helaas over de voorgestelde kandidaat Fre- drik Roosenboom de jonge meedelen, dat deselve hedenmorgen overleden is. Voorts wordt gemeld dat er door de Staten ten aan zien van hun gerechtvaardigde klachten nog geen actie is ondernomen, verzoeken ze verder de dijk- schouw te houden zoals die de laatste jaren wordt gedaan en dat de nieuwe schout geen 300,— meer voor inspectie zou mogen ontvangen, omdat dit geld hard nodig is voor de dijken zelf. Verder heeft de schout nog een schuld aan Texel van 1710,—, reden waarom de regenten van Texel af dracht van dijkslasten, binnenlandse of dorpskos- ten aan de schout verboden hebben. Huijdecoper krijgt van de Staten van Holland ont slag als schout van Texel op 30 september 1769. Onderhevig aan penaliteijt Op 14 december 1769 besluiten de Staten van Hol land op advies van de Gecommitteerde Raden, ge vestigd te Hoorn, dat een schout van Texel op het eiland moet wonen op penaliteijt (straf) van onthe ven te worden van zijn ambt. Dit ten eijnde bij storm en onweer, wanneer het selve Eijland buijten acces (bereik) en communicatie is, des te beter te kun nen voorsien tegens alle gevreesde en opkomende on gelukken. Dit was reeds opgenomen bij de richtlij nen bij de benoeming van schout Balthazar Huijdecoper, maar deze had zich daar niet aan ge houden. Nu wordt expliciet gesteld dat in zo'n ge val als straf de schout wordt ontheven van zijn functie. Dezelfde bepaling wordt ook meteen inge steld bij de benoeming van een nieuwe respective drossaard, schout en Bailliuwen van de Eijlanden Ter Schelling, Vlieland, Wieringen en van de zanden van Huijsduijnen en de Elelder. Een nieuwe schout: Cornelis Binkhorst 18 december 1769 Op 18 december 1769 volgt de eedsaflegging tijdens een speciale vergadering met burgemeesters, schepe nen en heemraden van een nieuwe schout, meester Cornelis Binkhorst, schout, dijkgraaf en bode over het eiland Texel. De nieuwe schout deelt hierbij zijn opdracht van de Staten van Holland mee en legt de eed af alle privileges en keuren van stede ende eijlande van Texel te handhaven, op dijken en dui nen te letten, en niemand te bevoordelen. Schout, baljuw en Officier Op Texel komt - in tegenstelling tot andere am bachten - vaak in akten voor de benaming: Officier van Texel. De Officier is de hoogste ambtenaar van de Staten van Holland op Texel en wordt elders schout of baljuw genoemd. Waarschijnlijk is de term Officier hier ingeburgerd geraakt door het grote aandeel van de admiraliteit van Amsterdam in het dagelijkse leven van Texel door de handels- en oorlogsschepen hier op de rede, de aanstelling van diverse commissarissen enzovoorts. In aktes komen we voorts veel de term schout tegen. In feite klopt dit niet. Een schout had in zijn ambacht slechts de lage rechtspraak en kon geen halsmisda den berechten. Toch werd de functie van Texel vaak omschreven als schout, dijkgraaf en bode van Texel en baljuw van Eierland. De schout was in feite baljuw van geheel Texel. Hij had de hoge rechtspraak en mocht misdadigers ter dood veroor delen. Schout Van der Graeff bijvoorbeeld veroor deelde in 1711 één en in 1720 twee mensen ter dood. Ook substituut-schout Reinbach sprak in 1781 de doodstraf uit. Schout Huijdecoper werd een jaar na zijn aanstel ling, in 1733 ook nog schout en dijkgraaf van Wa lenburg, toentertijd nog een apart ambacht, in bezit van Amsterdamse kooplui, waaronder zijn oom Jan Elias Huijdecoper, burgemeester van Amsterdam in 1740. De laatste zorgde ook voor zijn aanstelling als schout van Texel in 1732. Balthazar volgde toen zijn neef Hendrik Reaal (1722 - 1732) op. Het zijn duidelijke bewijzen voor het elkaar toespelen van functies door de welgestelde Amsterdamse koop- mans- en regentenfamilies in de 18e eeuw. genten van Texel betalen hem hiervoor op 15 mei 1770 2775,—. Ach, waar zou hij zich nog dik om gemaakt hebben? Bij zijn dood, negen jaar later op 23 september 1778, bleek hij 159.600,— te bezit ten! Maarten 't Hart Titeratuur: Gemeentelijk Archief Texel no. 2 (Memoriael oc trooi-, regelement- en resolutieboek) J.A. van der Vlis, tLant van Texsel. C. Reij, Huijdecoper. In: HVT 45 (dec. 1997) Het is aan de hand van deze briefwisselingen, op genomen in GAT nr. 2, niet duidelijk of Balthazar Huijdecoper nog enige hand heeft gehad in het voordragen van deze schout en het mogelijk be houden van de revenuen. Wel maakt hij nog een goede prijs voor zijn schoutshuis en tuinen, de re- Nummer 99 juni 2011 Historische Vereniging Texel 29

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2011 | | pagina 31